
Commissie: Reizen
Categorie: Programma
Jaartal: 2009
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI05-2024
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 6 juni 2005 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst.
De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar New York in Verenigde Staten met rondreis “Southern Explorer” met verblijf in hotels op basis van logies, voor de periode van 8 september tot en met 22 september 2005 voor de som van € 3.438,– in totaal.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij hebben de reis bewust gekozen omdat deze door de zuidelijke staten zou gaan. Onze dochter heeft in dit gebied gewoond en wij zouden daar zelf ook eens graag willen kijken.
Op 28 augustus 2005 werd bekend dat de orkaan Katrina verwoestend had huisgehouden in de zuidelijke staten. Voor vier staten was de noodtoestand afgekondigd en was reizen daar niet meer mogelijk. Op 30 augustus 2005 hebben wij bij het boekingskantoor geïnformeerd na het al dan niet doorgaan van de reis of het aanbieden van een alternatief. De reisorganisator had echter nog niets laten weten. Op 2 september 2005 ontvingen wij bericht dat de reis was aangepast: langer in New York en vanaf Memphis in oostelijke richting met zo mogelijk naar Miami. Ons hoofddoel van de reis kwam dus te vervallen. Op 3 september 2005 was duidelijk geworden dat de verwoestingen in de zuidelijke staten veel groter waren dan men eerst had gedacht. Wij hebben het boekingskantoor laten weten de geplande reis niet op dat moment te willen maken, maar op een later tijdstip. Het boekingskantoor was het volledig met ons eens en wij hebben alle ontvangen reisbescheiden ingeleverd, zodat de tickets alsnog konden worden verkocht.
Op 7 september 2005 liet het boekingskantoor ons weten dat de reisorganisator niet wilde ingaan op ons verzoek om de reis uit te stellen. Bij annulering van de reis was 90% van de reissom als vergoeding verschuldigd. De enige wijziging zou volgens de reisorganisator zijn niet twee overnachtingen in New Orleans maar in Atlanta en Savannah. Over meer dagen in New York werd niets meer gemeld. Ook Florida was voor een groot deel rampgebied. Vóór vertrek was absoluut niet duidelijk hoe het verloop van de reis zou zijn. De reisorganisator bleef echter bij zijn weigering om de reis te verzetten naar een andere periode.
Klager verlangt een vergoeding van € 3.438,00 in totaal.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
In verband met de gevolgen van de orkaan Katrina was het niet mogelijk in New Orleans te overnachten. Onze lokale agent heeft derhalve de route enigszins moeten aanpassen. Uitsluitend de tiende dag zou de reiziger de gelegenheid hebben gehad om New Orleans zelf te ontdekken. Bij de aangepast reis werd van Memphis naar Atlanta gereden en vervolgens na Savannah en na Jacksonville werd de oorspronkelijk route weer gevolgd.
Eerst op 3 september hebben wij vernomen dat klager deze reis heeft gekozen vanwege het feit dat hun dochter in New Orleans heeft gewoond. Klager wilde de reis in aangepaste vorm niet maken en wilde aan de reis in een later stadium deelnemen. Op dat moment was niet bekend of de reis in 2006 wederom zou worden uitgevoerd en gedurende de wintermaanden werd deze niet uitgevoerd.
Wij begrijpen dat de alternatieve route voor klager een teleurstelling was, maar zijn van mening dat hier geen sprake is geweest van een wijziging van meer dan geringe betekenis. De route zou verder overeenkomstig het programma worden uitgevoerd. De overige deelnemers aan deze reis hebben de aanpassing geaccepteerd en de reis is uitgevoerd in de aangepaste vorm.
Daar wij van mening zijn dat het verblijf in New Orleans geen wezenlijk onderdeel uitmaakt van de rondreis en wij het verzoek tot uitstel niet konden honoreren, is de reis conform artikel 7, lid c van de ANVR Voorwaarden geannuleerd. Hierin wordt uitstel beschouwd als een annulering. De annuleringskosten bedroegen in dit geval 90% van de reissom. Coulancehalve hebben uiteindelijk uitsluitend de daadwerkelijke kosten doorberekend, zijnde € 874,– in totaal.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De reisorganisator stoelt zijn standpunt op artikel 11, lid 5 van de toepasselijke voorwaarden. Hierin wordt bepaalt dat de reisorganisator de overeenkomst op een niet wezenlijk punt mag wijzigen wegens gewichtige omstandigheden, in welk geval de reiziger de wijziging slechts mag afwijzen indien de wijziging hem tot nadeel van meer dan geringe betekenis strekt. Dat de in de zuidelijke staten van de V.S. ondervonden gevolgen van de orkaan Katrina de reisorganisator alle reden gaf het programma aan te passen is in dit geval evident. De vraag ligt aan de commissie voor of de aangebrachte aanpassing al dan niet van wezenlijke betekenis is geweest. De commissie deelt op dit punt het standpunt van de reisorganisator niet. Het gaat hier namelijk niet alleen om de beoogde dag verblijf in New Orleans. De reisdag daarheen en de reisdag daarvandaan door de zuidelijke staten kwamen eveneens te vervallen. Op een rondreis van twaalf dagen weegt dit verhoudingsgewijs zwaar. Daarnaast heeft klager voldoende aannemelijk gemaakt dat het gewijzigde programma, voorzover hem dat op het beslissende moment was kenbaar gemaakt, voor hem aan wezenlijk waarde verloor nu vanaf Memphis het traject kwam te vervallen. Het ging klager duidelijk niet alleen om een dag in New Orleans te kunnen doorbrengen.
Verwacht had mogen worden dat de reisorganisator onder de gegeven omstandigheden voor een tweeledig beleid had gekozen, namelijk het aanbieden van een gewijzigd programma en desgewenst kosteloos annuleren van de overeenkomst in aansluiting op artikel 11, lid 1 van de voorwaarden. Het in dit artikel bepaalde geeft weliswaar de reisorganisator het recht de overeenkomst wegens gewichtige omstandigheden op wezenlijke punten te wijzigen, maar de reiziger eveneens het recht die wijziging af te wijzen, waarna overeenkomstig lid 6 van vermeld artikel de reisovereenkomst wordt opgezegd en de betaalde reissom aan de reiziger wordt gerestitueerd.
De reisorganisator kan derhalve in dit geval niet volstaan met teruggave van de kosten die hij zich kennelijk heeft bespaard. Wellicht ten overvloede – de reisorganisator heeft zich niet op een situatie van overmacht – beroepen, merkt de commissie tot slot op dat partijen verder ieder hun eigen schade hebben te dragen, nu de oorzaak van de wijziging(en) noch klager, noch de reisorganisator kan worden toegerekend. Aan de kant van klager bestaat de schade uit gemist reisgenot en gemaakte additionele kosten, waarvoor hij overigens terecht geen genoegdoening verlangt. Aan de kant van de reisorganisator bestaat de schade uit de aan de betrokken dienstverleners verschuldigde kosten, voorzover hij deze inderdaad niet heeft kunnen voorkomen of meer heeft kunnen beperken dan reeds is gebeurd.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat klager met goede reden aanspraak maakt op restitutie van de betaalde reissom.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 3.438,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 19 januari 2006.