
Commissie: Centrale Antenne Inrichtingen
Categorie: Prijs
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
CAI09-0054
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op radio- en televisiesignalen. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Gedurende de contractperiode een vaste contractprijs veranderen en verhogen met circa 200%woekerverhoging op standaard basisproduct, ver boven bekende prijsindexcijfers. Het versturen van foutieve facturen. Het zonder overleg niet meer versturen van facturen. Het misbruiken van macht door de levering op een aansluiting te stoppen om betaling te forceren, van onterechte aanmaningen op facturen. Het verwijzen naar virtuele assistenten bij de behandeling van klachten. Het gebruik van een telefoonnummer met additionele kosten bij de afhandeling van klachten. Het niet terug storten van teveel overgemaakte bedrag. De consument verlangt onder meer nakoming door de ondernemer van zijn contractuele verplichtingen en terugbetaling door de ondernemer van de teveel ontvangen gelden. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De klacht van de consument komt er, kort gezegd, op neer dat hij het niet eens is met het feit dat hij geen [budget radio/tv pakket] meer kan afnemen, terwijl hem dit wel met een orderbevestiging is toegezegd. Wij merken hierover het volgende op. Tot 1 januari 2008 bestond voor consumenten de mogelijkheid bij onze rechtsvoorgangster een alternatief beperkt [radio/tv] af te nemen, het zogenaamde [budget pakket] (17 kanalen). Ons kabelsysteem werkt op zo’n manier dat voor het leveren van dit pakket een filter in de wijkkast geplaatst dient te worden. Gezien de uitbreiding van ons [digitale pakket], de hieraan verbonden ontwikkeling van een nieuw filter, en gezien het feit dat onze fusiepartners geen budgetpakket aanboden, heeft onze rechtsvoorgangster medio 2007 besloten het [budget radio/tv pakket] vanaf 1 januari 2008 niet langer aan haar klanten aan te bieden. Voorts speelt hier nog mee dat slechts een kleine 40.000 klanten het [budget radio/tv pakket] bij onze rechtsvoorgangster afnamen. De overige klanten namen [het standaard radio/tv pakket] af. Wij hebben al onze [budget] klanten eind 2007 al op de hoogte gebracht van het feit dat wij dit pakket gingen afschaffen. Teneinde onze [budget] klanten een overgangsperiode en daarmee een "zachte landing" te bieden, hebben zij sinds 1 januari 2008 het veel grotere [standaard] pakket (30 of meer kanalen) ontvangen, terwijl wij hen hiervoor tot 1 januari 2009 het voorheen geldende tarief voor [het budget pakket] in rekening brachten. Echter, in het geval van consument zou de in april 2007 overeengekomen wijziging pas per 1 maart 2008 ingaan. De consument had eind 2007 dus administratief nog geen [budget pakket], en is dientengevolge ook niet op de hoogte gebracht van de afschaffing van dit [budget pakket]. De consument is uiteindelijk in april 2008 wel op de hoogte gebracht van het feit dat hij geen [budget pakket] meer kon afnemen. Wij zijn nu alsnog bereid consument de korting op [het standaardtarief] over de periode 1 maart 2008 tot en met 28 februari 2009, en geheel conform het afgesloten jaarcontract, te doen toekomen. Wij zijn van oordeel dat de consument hiermee ruimschoots tegemoet is gekomen, sinds augustus 2008 is er voor onze klanten immers geen sprake meer van een jaarcontract en had consument het abonnement per maand op kunnen zeggen. Een verdere tegemoetkoming zou onze klanten met het [standaard pakket], die hiervoor de volledige geldende vergoeding betalen, bovendien onevenredig benadelen. Verder merken wij nog op de consument zijn facturen via het Internet in kan zien. Natuurlijk is het mogelijk hem een papieren factuur toe te zenden. Hieraan zijn echter wel kosten verbonden. Met betrekking tot het door de consument geuite bezwaar tegen de afschaffing van het [budget pakket] merken wij in het algemeen nog op dat het ons vrijstaat onze dienstverlening in te richten op een wijze die wij geraden achten. Daarbij dienen wij uiteraard te voldoen aan eventuele wettelijke voorschriften. Met betrekking tot het aanbieden van (analoge) televisie schrijft de Mediawet 2008 in artikel 6. 13, eerste lid, voor dat wij een pakket van minimaal vijftien televisiezenders dienen aan te bieden. Aan deze verplichting voldoen wij ruimschoots; ons (standaard)pakket omvat zelfs 30 zenders. Een wettelijke verplichting tot verbijzondering van het televisieaanbod bestaat simpelweg niet. Op grond van bovenstaande verzoekt de ondernemer de commissie de eisen van consument af te wijzen c.q. ongegrond te verklaren. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de commissie vast dat tussen partijen in maart 2007 is overeen gekomen dat de consument van een standaard- naar een budgetpakket zou overgaan en niet valt in te zien waarom de ondernemer deze overeenkomst niet zou behoren na te komen. Voorzover de ondernemer zich erop beroept dat men het budgetpakket in een standaardpakket heeft willen wijzigen, moet worden vastgesteld dat daaromtrent tussen partijen niets naders is overeengekomen. Voorts is niet gebleken dat de ondernemer zelf de overeenkomst heeft opgezegd. Derhalve dient de ondernemer de in maart 2007 overeengekomen afspraken na te komen. De ondernemer heeft zich wel bereid verklaard de korting op het standaardtarief toe te kennen tot en met 28 februari 2009, maar niet valt in te zien waarom die korting in het kader van de afspraken tussen partijen nadien niet zou behoren te worden verleend. Nu kan het zijn dat het standaardtarief inmiddels hoger is geworden, maar daarop behoort dan toch nog steeds de korting voor deze consument te worden toegepast, zulks totdat het contract door de ondernemer wordt opgezegd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer dient voor de consument op het standaardtarief de korting toe te passen als tussen partijen vaststaat. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 50,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Centrale Antenne Inrichtingen op 22 september 2009.