Wijziging van opstapplaats. Geen wezenlijk punt, maar in dit geval strekt de wijziging klager tot nadeel van meer geringe betekenis. Recht op teruggave kosten busvervoer

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Beëindiging    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI09-0264

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 3 september 2008 en op 27 december 2008 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomsten. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een busreis voor 2 personen naar Val Thorens in Frankrijk met verblijf in een appartement op basis van logies, voor de periode van 10 januari 2009 t/m 17 januari 2009 voor de som van in totaal € 1.026,–.   Klager heeft op 8 januari 2009 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   In september 2008 heb ik voor mijzelf een reis geboekt (appartement en busvervoer) bij de reisorganisator. Zoals in de boekingsbevestiging staat vermeld zou de bus uit Utrecht vertrekken. Omdat er een deelnemer bijkwam heb ik de reisorganisator op 27 december 2008 verzocht om een groter appartement te boeken en ik heb tevens het busvervoer voor 1 persoon bijgeboekt. Toen ik op 7 januari 2009 de reisbescheiden ontving bleek dat de reisorganisator ongevraagd de opstapplaats had gewijzigd van Utrecht in Amsterdam. Ik heb daarover direct contact opgenomen met de reisorganisator. De reisorganisator deelde mij mede dat de opstapplaats Amsterdam niet meer gewijzigd kon worden. Die opstapplaats stuitte voor mij op onoverkomelijke bezwaren. Ik moest dan een hele in plaats van een halve dag vrij nemen en dat was gezien mijn agenda voor die dag niet mogelijk. Ik heb toen aangegeven geen gebruik te zullen maken van het busvervoer. Ik ben vervolgens met eigen vervoer naar Frankrijk gereisd en heb daarvoor een bedrag van € 534,60 aan kosten moeten maken. De reisorganisator dient de buskosten aan mij terug te betalen alsmede een tegemoetkoming in de extra kosten van vervoer toe te kennen.   Klager stelt niet tevreden te zijn met het door de reisorganisator gedane aanbod d.d. 26 juni 2009, maar verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Klager heeft op 27 december 2008 een extra persoon bijgeboekt. Op 2 januari 2009 heeft klager ons verzocht ook het busvervoer voor deze medereizigster te verzorgen. Toen moest de opstapplaats Amsterdam worden. Klager deelde ons op 7 januari 2009 mee dat hij niet akkoord ging met de opstapplaats Amsterdam en hij verzocht om de opstapplaats voor hem te wijzigen in Rotterdam en voor zijn medereizigster in Utrecht. Gezien de korte termijn voor vertrek was dat niet meer mogelijk. Duidelijk is dat er na het bijboeken van de tweede persoon verwarring is ontstaan over de opstapplaats. Los van de vraag wat de oorzaak is geweest van ontstaan van deze verwarring, zouden voor klager louter extra kosten kunnen ontstaan op het traject Utrecht-Amsterdam v.v. Door geheel af te zien van het busvervoer en met eigen vervoer te reizen en daarvan de kosten bij ons in rekening te brengen heeft klager niet, zoals artikel 15 lid 3 van de ANVR Reisvoorwaarden voorschrijft, zijn schade beperkt. We zien dan ook geen aanleiding klager een vergoeding toe te kennen voor de door hem gemaakte reiskosten. Omdat klager het busvervoer heeft geannuleerd, hebben we aangeboden conform de ANVR Reisvoorwaarden 10% van de kosten van het busvervoer aan klager terug te betalen.   De reisorganisator heeft d.d. 26 juni 2009 een vergoeding aangeboden van € 20,60.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat bij de boeking in september 2008 is overeengekomen dat de opstapplaats voor de bus Utrecht zou zijn. Nadat klager voor een 2e persoon had bijgeboekt heeft de reisorganisator de reisovereenkomst, voor zover het gaat om het busvervoer, eenzijdig gewijzigd in die zin dat de opstapplaats Amsterdam is.   Naar het oordeel van de commissie mocht de reisorganisator er van uitgaan dat klager en de 2e persoon samen wilden reizen. Hoewel dat niet met zoveel woorden uit de stukken blijkt, neemt de commissie aan dat voor de 2e persoon geen plaats meer was in de bus met opstapplaats Utrecht en dat om die reden de reisorganisator de overeengekomen dienstverlening heeft gewijzigd. Dit betreft een gewichtige omstandigheid als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de ANVR Reisvoorwaarden, die de reisorganisator op grond van artikel 11 lid 1 onder a van de ANVR Reisvoorwaarden het recht gaf de overeengekomen dienstverlening te wijzigen.   Wijziging van opstapplaats Utrecht naar Amsterdam betreft – naar het oordeel van de commissie, gezien de geringe afstand tussen die plaatsen – geen wezenlijk punt. In dat geval kon klager, gelet op artikel 11 lid 1 onder c van de ANVR Reisvoorwaarden, de wijziging slechts afwijzen indien de wijziging hem tot nadeel van meer dan geringe betekenis strekte. Klager heeft zich in dit verband gemotiveerd op het standpunt gesteld dat hij op de dag van vertrek niet tijdig, dat wil zeggen om 16.00 uur, bij de opstapplaats in Amsterdam kon aankomen; een extra halve dag vrij was niet mogelijk in verband met verplichtingen in de ochtend, aldus klager. Gelet hierop heeft klager voldoende aannemelijk gemaakt dat de wijziging voor hem tot meer dan geringe betekenis strekte, zodat klager het recht had de wijziging af te wijzen. Gezien het bepaalde in artikel 11 lid 3 onder b van de ANVR Reisvoorwaarden heeft klager in dat geval recht op teruggave van de reissom, voor zover die betrekking heeft op het busvervoer. Dat betreft een bedrag van € 206,–. De klacht is in zoverre gegrond.   Klager vraagt ook om een tegemoetkoming in de extra kosten die heeft gemaakt omdat hij met eigen vervoer naar Frankrijk is gereisd. In artikel 11 lid 4 onder a van de ANVR Reisvoorwaarden is bepaald dat indien de oorzaak van de wijziging aan de reisorganisator kan worden toegerekend, de hieruit voortvloeiende schade voor rekening van de reisorganisator komt. Nu de wijziging verband houdt met het feit dat klager een 2e persoon heeft bijgeboekt en derhalve niet aan de reisorganisator is toe te rekenen, ziet de commissie geen aanleiding klager een vergoeding toe te kennen voor de extra vervoerskosten die hij heeft gemaakt.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 206,–, de aangeboden vergoeding van € 20,60 daarin begrepen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 17 september 2009.