Commissie: Reizen
Categorie: Vervoer
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
113699
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 10 maart 2017 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een vliegreis voor 9 personen naar [plaatsnaam] in Turkije met verblijf in een hotel op basis van all inclusive voor de periode van 10 augustus 2017 t/m 22 augustus 2017 voor de som van € 9.827,50.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
We hebben aanvankelijk een reis naar Turkije geboekt met als vertrekdatum 9 augustus 2017. Na overleg met de reisorganisator hebben we besloten om de vertrekdatum te verplaatsen naar 10 augustus 2017, vertrektijd 06.00 uur (gunstige tijd). Op 26 juli 2017 kregen we een e-mail met de tickets. Hierin is al te zien dat de vertrektijd van 06.00 uur is gewijzigd naar 07.00 uur. Op zich geen probleem, maar op 2 augustus 2017 (acht dagen voor vertrek) kregen we een e-mail met de mededeling dat de vertrektijd is gewijzigd naar 17.00 uur. Daar richt onze klacht zich tegen.
Klager verzoekt de commissie naar redelijkheid en billijkheid een vergoeding toe te kennen.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Acht dagen voor vertrek heeft klager een vluchtwijziging doorgekregen. De oorspronkelijke vlucht zou om 07.00 uur vertrekken en dat is gewijzigd naar 17.00 uur. Klager heeft hierover contact met ons opgenomen. Wij hebben gekeken naar een oplossing. Klager is de mogelijkheid geboden om de terugvlucht van 23.00 uur (in plaats van 08.55 uur) te nemen. Dit aanbod heeft klager niet geaccepteerd. Hij wilde graag met een andere boeking gelijk naar huis vliegen.
Wij hebben klager tegemoet willen komen door ook de terugvlucht te wijzigen, waardoor de effectieve tijd ter plaatse met vier uur zou zijn toegenomen en er geen verlies meer was van vakantiegenot.
Wij willen nog opmerken dat klager eigenlijk alleen een vergoeding wil op grond van een wet, die bepaalt dat vluchttijden binnen twee weken voor vertrek niet gewijzigd mogen worden. Wij hebben aangegeven het vermoeden te hebben dat klager een vergoeding wenst op grond van de EU-verordening 261/2004. Dat wordt door klager niet weersproken.
Juridisch kader
ANVR-Reisvoorwaarden
artikel 2.6.
Bij vliegvervoer wordt de identiteit van de uitvoerende luchtvaartmaatschappij zodra deze bij de reisorganisator bekend is aan de reiziger bekendgemaakt, uiterlijk bij het ter beschikking stellen van de reisbescheiden. De definitieve vertrek- en aankomsttijden van vervoersonderdelen
van de reis worden vermeld in de reisbescheiden.
5.1.
De reisorganisator kan de reisovereenkomst slechts wijzigen wegens gewichtige omstandigheden die hij de reiziger onverwijld meedeelt. De reiziger kan de wijziging slechts afwijzen indien zij hem tot nadeel van meer dan geringe betekenis strekt.
5.2.
De reisorganisator kan de reisovereenkomst ook wijzigen op een wezenlijk punt wegens gewichtige omstandigheden die hij de reiziger onverwijld, d.w.z. zonder enige toerekenbare vertraging aan zijn zijde, meedeelt. De reiziger kan deze wijziging afwijzen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft als volgt overwogen.
Allereerst merkt de commissie op dat de reisorganisator er ten onrechte vanuit is gegaan dat klager heeft bedoeld een claim te willen indienen op grond van EU-verordening 261/2004, enkel en alleen omdat klager heeft verwezen naar een wet. Deze verordening speelt bij de beoordeling van deze klacht overigens geen enkele rol.
Bij e-mail van 2 augustus 2017 heeft klager zijn reisbescheiden ontvangen. Ingevolge artikel 2.6 van de ANVR-Reisvoorwaarden worden de definitieve vertrek- en aankomsttijden van vervoersonderdelen
van de reis vermeld in de reisbescheiden.
Ingevolge artikel 5.1 en 5.2 van diezelfde voorwaarden kan de reisorganisator de reisovereenkomst slechts wijzigen wegens gewichtige omstandigheden. Uit de stukken is de commissie niet gebleken op grond van welke gewichtige omstandigheden de reisorganisator tot wijziging van de reisovereenkomst (vluchttijd heenreis) is overgegaan. Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de reisorganisator evenmin antwoord kunnen geven op de vraag welke gewichtige omstandigheden hebben geleid tot wijziging van de reisovereenkomst. Reeds op grond hiervan is de commissie van oordeel dat klager er vanuit mocht gaan dat de op de tickets genoemde vertrek- en aankomsttijden definitief waren. Nu de reisorganisator de vluchttijden heeft gewijzigd zonder enige nadere toelichting, dient klager gecompenseerd te worden voor het feit dat de vluchttijd van de heenreis in voor hem ongunstige zin is gewijzigd.
Op grond van het voorgaande, en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is.
Derhalve wordt beslist als volgt.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond.
De reisorganisator dient aan klager in totaal een bedrag van € 675,– (€ 75,– per persoon) te voldoen. Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 14 december 2017.