Commissie: Notariaat
Categorie: Kosten / Kwaliteit dienstverlening
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
19459/31938
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënt klaagt over de handelwijze van de notaris rond het opstellen en niet passeren van het levenstestament van haar vader en de door de notaris in rekening gebrachte kosten. Voor het opstellen van het levenstestament schakelde de dochter van de cliënt namens haar vader de notaris in. De notaris stuurde een hoge rekening en liet de cliënt met niets achter. De notaris geeft aan te hebben gehandeld in het belang van de cliënt. Toen bleek dat de wil van de cliënt niet in overeenstemming was met hetgeen was opgenomen in het levenstestament heeft zij hem het levenstestament niet laten ondertekenen. Daarnaast heeft een kandidaat-notaris tijdens het eerste gesprek aan de cliënt uitgelegd dat zij geen inschatting kan maken van de benodigde werkzaamheden en benodigde tijd. De commissie oordeelt dat de notaris onder de omstandigheden niet anders kon dan weigeren de akte te passeren. De commissie acht het begrijpelijk en terecht dat de notaris de werkzaamheden heeft gestaakt. De notaris mocht hier kosten voor rekenen, aangezien er werkzaamheden zijn verricht. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de notaris.
Het geschil betreft de handelwijze van de notaris rond het opstellen en niet passeren van het levenstestament van de cliënt en de door de notaris voor zijn werkzaamheden in rekening gebrachte kosten.
De cliënt heeft een bedrag van € 2.041,79 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Op 9 oktober 2020 heeft de commissie een eerdere uitspraak gedaan in dit dossier. Zij oordeelde – kort gezegd – dat de cliënt in zijn klacht ontvangen kan worden en zijn dochter, [naam dochter] gevolmachtigde namens hem mag procederen inzake de klacht bij de commissie.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De klacht van de cliënt tegen notaris is tweeledig, namelijk schending van zijn zorgplicht (kwaliteit notaris) en de in rekening gebrachte kosten.
Na het overlijden van zijn echtgenote is de cliënt (toen 87 jaar oud) opgenomen in een verzorgingshuis. Hij was lichamelijk zwak en had last van zijn kortetermijngeheugen. Zijn dochter is zijn mantelzorger. Omdat haar vaders geheugen langzaam achteruitging, leek het de dochter goed zijn wensen vast te leggen in een levenstestament. De cliënt was daar nog goed toe in staat. Het verzorgingshuis had zelfs even overwogen hem op de somatische afdeling te plaatsen. Voor het opstellen van het levenstestament schakelde de dochter van de cliënt namens haar vader de notaris in.
De notaris stuurde een hoge rekening voor meer dan twee keer de telefonische prijsopgave en liet de cliënt met niets achter. De cliënt werd twee keer door een arts gekeurd en twee keer in staat bevonden zijn levenstestament te tekenen. De notaris weigerde tot twee keer toe het testament te passeren met verschillende redenen.
De notaris heeft niet gehandeld zoals haar zorgplicht betaamd. Zij zorgde niet voor de cliënt maar handelde alleen in haar eigen belang. Zij negeerde de mening van de arts.
De notaris heeft in totaal een bedrag van € 4.620,84 in rekening gebracht. Gezien de wanprestatie van de notaris stelt de cliënt voor de totale rekening terug te brengen naar € 500,– .
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Ten aanzien van het schenden van haar zorgplicht merkt de notaris het volgende op. Zij heeft gehandeld in het belang van de cliënt. Zij heeft zijn wilsbekwaamheid vastgesteld en hem gevraagd naar zijn wil. Toen bleek dat zijn wil niet in overeenstemming was met hetgeen was opgenomen in het levenstestament heeft zij hem het levenstestament niet laten ondertekenen. Tijdens de eerste passeerafspraak kon de notaris de cliënt het levenstestament niet laten ondertekenen omdat de cliënt een warrige indruk op haar maakte én de verpleeghuisarts haar meldde dat de notaris er niet op mocht vertrouwen dat de cliënt nog steeds tot een juiste belangenafweging in staat was. Tijdens de tweede passeerafspraak kon de notaris de cliënt het levenstestament niet laten ondertekenen omdat de wensen van de cliënt niet overeenkwamen met de inhoud van het levenstestament. De notaris heeft de echtgenoot van de dochter gemotiveerd aangegeven waarom zij vader de akte niet heeft laten ondertekenen en haar het advies gegeven om naar de rechtbank te gaan.
De notaris herkent zich niet in de stellingen dat zij de mening van de arts genegeerd zou hebben en dat zij slecht werk heeft geleverd. De notaris begrijpt dat de dochter teleurgesteld is in de uitkomst van de gesprekken die de notaris met haar vader heeft gehad, maar zij kan haar niet verwijten dat de cliënt beide kinderen gezamenlijk als zijn gevolmachtigde wenste.
Ten aanzien van de beweringen van de dochter ten aanzien van de tweede klacht, de te hoge rekening geeft de notaris aan dat de kandidaat-notaris tijdens het eerste gesprek aan de cliënt heeft uitgelegd dat zij geen inschatting kan maken van de benodigde werkzaamheden en benodigde tijd en dat de notaris werkt op basis van bestede tijd en wat de uurtarieven zijn. De cliënt is met deze werkwijze akkoord gegaan door het ondertekenen van het opdrachtformulier. De notaris heeft uiteindelijk ook meer werkzaamheden verricht dan met de dochter tijdens het telefoongesprek is besproken. Dat is telkens in overleg gebeurd.
De notaris verzoekt de klachten af te wijzen en ziet geen aanleiding haar rekening te matigen of crediteren.
Beoordeling van het geschil
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
De commissie overweegt als volgt.
Naar het oordeel van de commissie is uit de overgelegde stukken komen vast te staan dat de notaris de cliënt heeft willen bijstaan in het opstellen van zijn levenstestament. De notaris had hierbij een verplichting de wilsbekwaamheid van de cliënt te bepalen.
De notaris heeft gemotiveerd aangegeven welke redenen zij had om tot tweemaal toe niet over te gaan tot het passeren. De commissie acht deze bij de eerste bespreking een logische keuze, zeker in combinatie met haar navraag bij de verpleeghuisarts. Het is aan de notaris om uiteindelijk hierin zelf een oordeel te vellen, ongeacht een verklaring van een arts.
Bij de tweede bespreking kon de client – zo begrijpt de commissie – wel zelf zijn wil bepalen, doch week hetgeen hij verklaarde af van hetgeen was opgenomen in de concept akte. Naar het oordeel van de commissie kon de notaris onder die omstandigheden niet anders dan weigeren te passeren. De commissie acht het begrijpelijk en terecht dat de notaris op dat moment de werkzaamheden heeft gestaakt.
Uiteindelijk was er sprake van werkzaamheden die de notaris in opdracht van de cliënt heeft verricht, ook al leidden die niet tot een concreet resultaat. Echter, de enkele omstandigheid dat de genomen stappen niet hebben geleid tot het door de cliënt gewenste resultaat maakt nog niet dat de notaris tekortgeschoten is in de uitvoering van de opdracht. Bij de uitvoering van de opdracht door de notaris is immers in beginsel sprake van een inspanningsverbintenis en niet van een resultaatsverbintenis. De prestatie bestond niet in het behalen van een bepaald resultaat maar bestond daarin dat de notaris zich daarvoor diende in te spannen. Met haar werkwijze is de notaris haar inspanningsverplichtingen correct nagekomen. De notaris heeft naar beste eer en geweten geadviseerd en gehandeld. Van enig onprofessioneel handelen is geen sprake geweest.
Vervolgens resteert de vraag of de notaris hiervoor kosten mocht rekenen. Naar het oordeel van de commissie dient deze vraag bevestigend beantwoord te worden. Ze heeft werkzaamheden verricht, die in zichzelf niet zijn betwist, alsmede de uren en de hoogte daarvan ook niet. De client heeft wel nog verwezen naar tarieven van een goedkopere notaris, doch dit dient geen doel. De client heeft zelf bij aanvang gekozen voor een duurdere notaris. De commissie heeft weliswaar begrip voor de teleurstelling van cliënte dat er – ondanks een voor haar hoge rekening – geen concreet resultaat kon worden geboekt; dat leidt evenwel niet tot een ander oordeel over het handelen van de notaris.
Het geheel overziend komt de commissie tot de conclusie dat de notaris in deze heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris mag worden verwacht. De klacht is ongegrond. Het depotbedrag zal aan de notaris worden overgemaakt.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie wijst de klacht af.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag wordt overgemaakt aan de notaris.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, mevrouw mr. K. Abma, de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. C.C.J. Laenen, secretaris, op 26 januari 2021.