
Commissie: Reizen
Categorie: Accommodatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI07-1270
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 16 april 2007 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van verblijf op een camping te Luxemburg voor vier personen voor de periode vanaf 6 tot en met 15 augustus 2007 voor de som van € 1.074,30. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Er was sprake van woelratten onder en in de tent. Levensmiddelen en kleding waren aangevreten. Er bevonden zich steeds uitwerpselen op de borden. Er is vergeefs gif gestrooid. De volgende dag is een andere tent aangeboden. Klager was een vakantiedag kwijt om te verhuizen. Hij heeft alles zelf moeten overbrengen. De tent was niet schoongemaakt. Er was wederom last van ratten en weer schade aan de levensmiddelen en weer uitwerpselen op de borden. Wederom geklaagd en weer een andere tent aangeboden gekregen maar drie keer verhuizen in een week werd klager te veel. Op 11 augustus 2007 is klager naar huis gegaan. Thuisgekomen is de reisorganisator gebeld en is een brief geschreven. De totale schade van aangevreten spullen is ongeveer € 95,–. De opgenomen vrije dagen, benzine kosten en reisverzekering zijn niet meegeteld. Er is een korting van € 50,– aangeboden als men het volgend jaar weer op vakantie ging met de reisorganisator. Klager verzoekt de commissie een vergoeding vast te stellen van € 1.355,70, te vermeerderen met de kosten van de behandeling van het geschil. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Er is sprake van een situatie buiten de invloedssfeer van de reisorganisator. Helaas brengt een verblijf op een camping in de vrije natuur soms met zich mee dat men te maken krijgt met ongedierte. De campingeigenaar heeft verzekerd direct na constatering actie te hebben ondernomen. Uiteindelijk is besloten een restitutie van 15 procent van de reissom te verlenen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft als volgt overwogen. Uit de overgelegde foto’s blijkt voldoende dat inderdaad eten en kleding aangevreten is. Van de zijde van de reisorganisator is ook niet ontkend dat er overlast was van woelratten. Dit moet als ernstige overlast gekenmerkt worden die het onbezorgd verblijf in een tent, los van de daardoor veroorzaakte schade, danig verstoren. De campingbeheerder heeft weliswaar maatregelen genomen maar deze waren niet afdoende. Ook verhuizing heeft niet geholpen. Waar aan de ene kant kan worden vastgesteld dat de zaak niet op zijn beloop gelaten is en de campingbeheerder maatregelen heeft getroffen, moet aan de andere kant worden vastgesteld dat deze niet tot resultaat hebben gehad dat de overlast is opgehouden. Klager is eerder naar huis gegaan nadat weer een tentverhuizing in het verschiet lag terwijl niet de verwachting bestond dat er daar geen ratten zouden zijn. De reisorganisator heeft zich beroepen op een situatie buiten zijn invloedssfeer maar heeft dat onvoldoende onderbouwd. Dat woelratten ter plaatse een normaal natuurverschijnsel zou zijn blijkt niet. Er zou dan ook tevoren voor gewaarschuwd dienen te worden. Klager heeft als reden opgegeven dat de kastjes die in de tenten van de reisorganisator zijn geplaatst de mogelijkheid bieden om er in te komen en dat leidt tot de trek van de ratten naar de tenten van de reisorganisator; de tenten van andere reisorganisatoren zouden niet met deze problematiek kampen. Deze lezing van klager is niet althans onvoldoende gepareerd door de reisorganisator en geeft aan dat een omstandigheid in de invloeds- c.q. risicosfeer van de reisorganisator als reden van de overlast kan worden gezien. Deze heeft ook een vergoeding aangeboden van 15% van de reissom maar de commissie acht die onvoldoende recht doen aan de situatie. Overigens wordt de in eerste instantie aangeboden tegoedbon voor een volgende vakantie bij de reisorganisator al niet als genoegzame vorm van vergoeding gezien. De commissie oordeelt een bedrag van € 300,– als tegemoetkoming redelijk en billijk te vermeerderen met het bedrag van € 95,– als opgegeven directe schade als gevolg van het aanvreten van zaken. De commissie verklaart de klacht gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 395,– in totaal, de aangeboden vergoeding daarin begrepen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. De reisorganisator dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie op 14 januari 2008.