![De Geschillencommissie](/wp-content/uploads/2019/02/logo-gsc.png)
Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
TEL09-0174
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een technische uitval van een [pakket]-aansluiting. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Om onduidelijke redenen heeft de consument gedurende de periode van 14 juli 2008 tot 23 september 2008 geen gebruik kunnen maken van zijn [pakket]-aansluiting. Voorts zijn hem over de periode van 23 september 2008 tot 16 januari 2009 dubbele kosten in rekening gebracht. Tenslotte is de consument enige tijd niet onder zijn ”oude” nummer bereikbaar geweest. Eén en ander heeft er volgens de consument toe geleid dat hij op cruciale momenten in zijn leven (sterftegeval in de familie) telefonisch onbereikbaar is geweest. Voorts claimt de consument een vergoeding voor door hem ondervonden immateriële schade door aantasting van zijn goede naam en naamsbekendheid doordat cliënten of mogelijke cliënten zullen hebben gedacht “dat hij nooit bereikbaar was”. Wellicht – zo stelt de consument – heeft hij in zijn particuliere praktijk voor remedial teaching ook nieuwe leerlingen misgelopen. De consument verlangt dat de ondernemer de gemaakte fouten erkent en een vergoeding betaalt van € 2.108,85. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft primair aangevoerd, dat de commissie de consument in zijn eis niet-ontvankelijk dient te verklaren, aangezien het om een zakelijke kwestie zou gaan (de consument heeft een particuliere praktijk voor remedial teaching). De ondernemer heeft de consument, naast vergoeding van het abonnementsgeld over de periode van 14 juli 2008 tot en met 16 januari 2009 ad € 247,54 en van het klachtengeld ad € 50,–, ter compensatie van het ondervonden ongemak een bedrag van € 1.050,– aangeboden. De ondernemer acht de claim van de consument onvoldoende onderbouwd. Eventueel geclaimde zakelijke schade kan volgens de ondernemer niet voor vergoeding in aanmerking komen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Na een korte schorsing van de zitting heeft de commissie zich bevoegd geacht van het onderhavige geschil inhoudelijk kennis te nemen. Bij dit oordeel heeft de commissie in aanmerking genomen, dat de consument heeft aangegeven er akkoord mee te kunnen gaan, dat de zakelijke aspecten van het onderhavige geschil buiten beschouwing worden gelaten (hetgeen een post van € 700,– en post van € 400,– betreft). Voorts deelde de consument mede, dat de betrokken aansluiting tevens dient voor privégebruik. De klacht is niet althans onvoldoende weersproken, zodat deze vaststaat. De door de ondernemer aangeboden vergoeding ad € 1.297,54 plus klachtengeld ad € 50,– (derhalve in totaal € 1.347,54) acht de commissie alleszins redelijk en billijk. Bij dit oordeel heeft de commissie mede in aanmerking genomen, dat de commissie de door de consument opgevoerde post “gedurende minimaal 32 uur telefonisch contact zoeken met de ondernemer” onvoldoende onderbouwd acht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie acht de klacht van de consument gegrond. De ondernemer dient aan de consument een bedrag te vergoeden van € 1.297,54 en wel binnen een week na verzending van dit bindend advies. Verder dient de ondernemer het door de consument betaalde klachtengeld ad € 50,– te vergoeden. Het meer of anders verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie op 8 juni 2009.