Commissie: Post
Categorie: Postzending - algemeen
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
POS00.0097
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of PTT tekort geschoten is in de overbrenging van een door de consument aangetekend en per EMS Express verzonden poststuk naar een notariskantoor te Eindhoven en de aansprakelijkheid daarvoor van PTT.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument is als volgt door zijn gemachtigde verwoord.
Op vrijdag 25 februari jl. is door de consument een poststuk aangeboden op een vestiging te Eindhoven. De consument bood dit poststuk aan onder de voorwaarde, dat dit uiterlijk maandag 28 februari 2000, door de geadresseerde, een notariskantoor, ontvangen zou zijn. Op die datum sloot namelijk de termijn van de openbare inschrijving voor een bepaald pand / perceel te Nuenen. Onder die voorwaarde is het poststuk door een medewerker van het postkantoor geaccepteerd en is geadviseerd het poststuk per EMS Express en per aangetekende post te verzenden. Hiermee is door de consument ingestemd en is ƒ 17,50 ter frankering betaald. Het betreft EMS Express nummer XX 075011743 NL en aangetekende 3S RRRW 5417183.
Het onderhavige poststuk is pas op woensdag 1 maart 2000 daadwerkelijk door de geadresseerde ontvangen. Het poststuk is derhalve 2 dagen te laat ontvangen. TNT Nederland B.V. is de overeenkomst niet nagekomen, zodat zij toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichting het poststuk uiterlijk maandag 28 februari 2000 te bezorgen.
Wanneer het poststuk op tijd door de notaris zou zijn ontvangen, dan zou de consument nu in het bezit zijn geweest van het door hun zo graag gewilde pand. Door de notaris is bevestigd, dat de consument het hoogste bod had uitgebracht, doch doordat het poststuk niet op tijd aangekomen was is het pand aan iemand anders verkocht.
Door het niet nakomen van de overeenkomst heeft de consument schade geleden.
Door TNT Nederland B.V. is er op gewezen dat op de onderhavige overeenkomst (let wel: inhoudende dat uiterlijk die maandag, na afgifte van het poststuk, het poststuk door de geadresseerde moet zijn ontvangen) de Algemene Voorwaarden voor het vervoer van postzendingen van toepassing zouden zijn.
De Algemene Voorwaarden zijn bij het sluiten van de overeenkomst door TNT Nederland B.V. niet aan de consument ter hand gesteld. In casu zou dat praktisch heel goed mogelijk zijn geweest. De baliemedewerker had de voorwaarden aan de consument op het postkantoor kunnen uitreiken, temeer nu aan de balie toch al diverse handelingen verricht moesten worden teneinde het poststuk gereed te maken voor de door de baliemedewerker geadviseerde verzendmethode. Dit ter hand stellen van die voorwaarden is niet gebeurd.
De Algemene Voorwaarden worden dan ook op die grond (ex artikel 6:234 jo 6:233 BW) vernietigd, zodat op deze voorwaarden geen beroep kan worden gedaan.
Voorzover de Algemene Voorwaarden wel van toepassing zouden zijn is TNT Nederland B.V. haar verplichtingen niet nagekomen. Artikel 15.3 lid 2 geeft aan, dat bezorging van EMS Express-zendingen tweemaal per werkdag plaatsvinden.
Volgend op de vrijdag is maandag de eerste werkdag. Er is een aanbieding van het poststuk geweest op zaterdag, zoals volgt uit de sticker op het poststuk, doch een zaterdag is geen werkdag.
Op maandag heeft geen aanbieding plaatsgevonden, zodat hieruit volgt, dat TNT Nederland B.V. ook in haar verplichting op grond van haar Algemene voorwaarden toerekenbaar tekort is geschoten.
TNT Nederland B.V. is haar verplichting op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst niet nagekomen. Hierdoor heeft de consument schade geleden. De consument behoudt zich het recht voor om zijn schade nader te onderbouwen, doch deze zal zeker meer bedragen dan ƒ 10.000,–. Gelet op de bevoegdheidseis van uw commissie zal de consument zijn vordering echter beperken tot ƒ 10.000,–.
Standpunt van PTT
Het standpunt van PTT luidt in hoofdzaak.
Op vrijdag 25 februari 2000 heeft de consument een aangetekende EMS Express-zending naar een notariskantoor in Eindhoven verzonden. Het ging hier om een zending die beoogd was uiterlijk maandag 28 februari afgegeven te worden in verband met de sluitingstermijn van een openbare inschrijving. De betreffende EMS Express-zending XX 075011743 NL is volgens de consument pas op woensdag 1 maart daadwerkelijk aan de geadresseerde aangeboden.
TNT Nederland B.V. en PTT worden thans aansprakelijk gesteld voor de gevolgschade wegens het beweerde niet-nakomen van de vervoersovereenkomst. De consument eist een schadevergoeding van ƒ 10.000,–.
De aansprakelijkheid van PTT voor schade die voortvloeit uit de behandeling van postzendingen is vastgelegd in artikel 7 van de Postwet en nader uitgewerkt in artikel 8 van de algemene voorwaarden PTT Post B.V. Het komt er in hoofdzaak op neer dat PTT slechts aansprakelijk is voor schade die voortvloeit uit de behandeling van postzendingen met de aanvullende diensten “aantekenen”, “verzekerd vervoer” en “waarde-aangifte”. De schadevergoeding voor een aangetekende postzending bedraagt ƒ 65,–. Daarnaast kan de afzender bij vertraging van een EMS Express-zending aanspraak maken op het bedrag dat voor de verzending is betaald.
De aansprakelijkheid is beperkt omdat PTT dagelijks circa 21 miljoen postzendingen vervoert. Bij een dergelijke omvang van de bedrijfsvoering zijn de risico’s zonder aansprakelijkheidsbeperking niet meer goed te overzien. Hierdoor zou het gevaar ontstaan dat de tarieven zeer hoog zouden worden, hetgeen de wetgever maatschappelijk gezien ongewenst acht.
Bovengenoemde beperkingen zijn opgenomen in de algemene voorwaarden voor het vervoer van postzendingen. Op het verzendbewijs van de afzender is vermeld dat de algemene voorwaarden voor het vervoer van postzendingen van toepassing zijn en dat deze op het postkantoor verkrijgbaar zijn.
De consument had derhalve voldoende gelegenheid om kennis te nemen van de voorwaarden waaronder hij de vervoersovereenkomst aanging.
Uit de ritlijst van TNT blijkt dat gepoogd is de betreffende aangetekende EMS Express-zending op zaterdag 26 februari 2000 om 08.07 uur aan de geadresseerde uit te reiken. Een en ander blijkt ook uit de sticker “1e uitlevering” die door de chauffeur op de zending is geplakt.
Toen er niemand aanwezig bleek, is er conform de standaardhandelwijze een kennisgeving achtergelaten aan de geadresseerde dat deze om een tweede bestelling kon verzoeken. Niet meer vast te stellen is of de geadresseerde daarop gereageerd heeft. Al naar gelang het tijdstip van deze eventuele reactie zou de zending dan nog dezelfde dag , dan wel in de ochtend van de volgende dag in de bestelling zijn opgenomen. Gegeven dat de tweede bestelling pas op 1 maart plaatshad, is aannemelijk dat de geadresseerde het verzoek voor een tweede bestelling op 29 februari heeft gedaan. Evenzeer is echter mogelijk dat er geen verzoek voor een tweede bestelling is gedaan, en dat de zending vanuit een service-oogpunt opnieuw in de bestelling is opgenomen. De procedure is namelijk dat bij de EMS Express-zendingen die niet zijn uitgereikt wegens “geen gehoor” na vijf dagen contact gezocht wordt met de geadresseerde.
De consument verkeert ten onrechte in de veronderstelling dat de zaterdag geen werkdag zou zijn. PTT is wettelijk gehouden post te bezorgen op alle dagen met uitzondering van zondagen en algemeen erkende feestdagen. Van deze regel wordt alleen afgeweken voor die postzendingen die wegens hun formaat niet in de brievenbus kunnen worden gedeponeerd of indien het aangetekende zendingen betreft of andere zendingen waarvoor de geadresseerde voor ontvangst dient te tekenen of te betalen. Betreft het echter een – al dan niet aangetekende – EMS Express-zending dan vindt de bestelling weer wel op zaterdag plaats (AVP 16.1). In het voorliggende geval betekent dit dat terecht gepoogd is een aangetekende EMS Express-zending op 26 februari 2000 uit te reiken. Nu de geadresseerde niet aanwezig was en ondertekening van een ontvangstbewijs vereist was, werd een kennisgeving achtergelaten dat de geadresseerde om een tweede bestelling kon verzoeken. Indien deze EMS Express-zending niet als aangetekende zou zijn verzonden, zou de zending op de bewuste zaterdag bij geen gehoor in de brievenbus zijn gedeponeerd (AVP artikel 16.2, sub 5).
Wellicht verkeert de consument ook in de veronderstelling dat er een automatische tweede bestelling van EMS Express-zendingen zou zijn. Zoals hierboven is aangegeven, is dit niet het geval.
Waar in AVP artikel 15.3 lid 2 gesproken wordt over een bezorging tweemaal per werkdag van EMS Express-zendingen, is bedoeld dat er twee serviceniveaus (niet: tweede bestellingen) bestaan, te weten na 19.00 uur dezelfde dag en voor 09.30 uur de volgende dag. In dit opzicht verwijs ik ook naar de tariefbrochure waarin de twee serviceniveaus en de daarvoor geldende prijzen genoemd worden.
Er bestaat geen recht op schadevergoeding.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Voor zover in de klacht van de consument gesproken wordt als een klacht tegen TNT Nederland B.V. wordt deze door de commissie behandeld als een klacht gericht tegen PTT. TNT Nederland B.V. is een onderneming waarvan PTT bij de overeenkomst tussen haar en de consument gebruik maakte en staat buiten de contractuele relatie tussen de consument en PTT. De verwijzing van PTT van de consument naar TNT Nederland B.V. is in zoverre onjuist.
PTT heeft aan de eis van tijdige overbrenging voldaan, door het poststuk op de zaterdag na de verzending aan te bieden ten kantore van de geadresseerde.
Dit betreft een werkdag als bedoeld in de toepasselijke voorwaarden.
Dat ten kantore van de geadresseerde niemand aanwezig was om op die dag het (tevens aangetekende) stuk in ontvangst te nemen is geen tekortkoming van PTT.
Evenmin is aan PTT toe te rekenen, dat op de volgende maandag zijdens de geadresseerde het poststuk niet is opgehaald op het postkantoor, terwijl de geadresseerde wel een kennisgeving had ontvangen.
Dit leidt er reeds toe, dat de klacht van de consument wordt afgewezen.
Zelfs indien dit al anders zou zijn, dan nog kan PTT zich beroepen op de uitsluiting van haar aansprakelijkheid op basis van de algemene voorwaarden en de Postwet.
Het standpunt van PTT met betrekking tot de toepasselijkheid en de geldigheid daarvan is juist.
Van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden kan slechts schriftelijk en uitdrukkelijk worden afgeweken. Dat dit is gebeurd is gesteld noch gebleken.
Tenslotte, doch dit terzijde, staat de gestelde schade niet vast, terwijl de commissie slechts bevoegd is (in dit geval) de klacht te behandelen, indien de consument zijn vordering uitdrukkelijk beperkt tot ƒ 10.000,–, onder afstanddoening van het meerdere. Dit laatste is niet gebeurd.
Dit leidt er toe dat de klacht van de consument ongegrond is.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, op 14 september 2000.