Zoekgeraakte bagage: Verdrag van Montreal van toepassing op reisovereenkomst.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Vervoer    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI04-0742

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 31 januari 2003via het boekingskantoor [naam boekingskantoor] met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een pakketreis voor vier personen naar Canada met verblijf in diverse hotels op basis van logies en ontbijt, voor de periode van 1 augustus 2003 tot en met 16 augustus 2003 voor de som van € 7.926,24.   Klager heeft in september 2003 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   In de reis die geboekt is, waren onder meer een excursie naar het Tyrell Museum/Batlands en een excursie naar Buffalo Jump begrepen. Verder werd in de reis voorzien in een drietal ontbijten en zou gebruikt gemaakt kunnen worden van een zwembad met warmwaterbronnen in het [naam hotel] in Harrisson Hot Springs.   Uiteindelijk bleken de excursies niet te worden georganiseerd, werden de ontbijten niet verzorgd en waren er geen warmwaterbronnen in het hotel in Harrisson Hot Springs. Ook de terugvlucht ging niet volgens afspraak. Die vlucht was gepland voor 15 augustus 2004 vanuit Vancouver maar werd niet uitgevoerd. Uiteindelijk heeft klager zelf op eigen kosten vier tickets moeten kopen en was hij pas op 19 augustus 2003 terug in Nederland. De reisorganisator heeft op geen enkele manier hulp geboden om klager terug te laten keren naar Nederland. Klager wenst vergoeding van de kosten van de activiteiten die niet zijn doorgegaan, de kosten van drie maal ontbijt, de kosten van de vliegtickets terug naar Amsterdam, de kosten van langer parkeren op Schiphol, loonderving, hotelkosten, de kosten van het langere verblijf in Canada, taxikosten en een tegemoetkoming voor gederfde vakantievreugd. De verzekeraar van klager heeft een bedrag van € 995,48 vergoed; dat bedrag wordt op de vordering in mindering gebracht.   Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Toen klager met zijn gezin op het vliegveld van Vancouver stond om terug te reizen werd hij telefonisch door zijn vader vanuit Nederland op de hoogte gebracht van de stroomstoring. Ter plaatse wist niemand hem dat te vertellen. Telefonisch contact met [de plaatselijke reisorganisator] leverde geen oplossing van de problemen op en de reisorganisator bleek telefonisch niet bereikbaar. Klager heeft op maandag 18 augustus 2003 wel contact kunnen krijgen met [het boekingskantoor], maar die kon de kwestie niet vanuit Nederland op lossen.   Klager stelt niet tevreden te zijn met het door de reisorganisator gedane aanbod d.d. 7 oktober 2003, maar verlangt een hogere vergoeding, te weten € 6.794,33, vermeerderd met de wettelijke rente.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Hij erkent tekort te zijn geschoten in het verwerken van het activiteitenpakket en de informatie inzake de warmwaterbronnen in Harrison Hot Springs. Daarom zijn de kosten van de gemiste activiteiten gerestitueerd en is ter compensatie van de teleurgestelde verwachtingen ten aanzien van het hotel in Harrison Hot Springs een bedrag van € 400,– aangeboden. De klacht over de ontbijten wordt betwist; de agent van de reisorganisator heeft ontbijtvouchers verstrekt aan klager.   De terugvlucht van klager kon niet doorgaan als gevolg van een stroomstoring die Noordoost Amerika en Zuid Ontario heeft getroffen. Er was als gevolg daarvan geen vliegverkeer mogelijk. De reisorganisator is van mening dat er sprake is geweest van een overmachtsituatie waarvoor hij niet aansprakelijk kan worden gehouden.   Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Er worden vraagtekens gezet bij de opmerking van klager dat de reisorganisator niet bereikbaar zou zijn geweest  toen klager probeerde uit Canada te vertrekken. Er is altijd een boodschappendienst bereikbaar en daar is geen telefoontje van klager binnen gekomen.   Het is  wel na te gaan of mensen, die een reis hebben geboekt bij de reisorganisator, zich in probleem gebieden bevinden. Wanneer zich problemen voordoen, zoals kort geleden op de eilanden in het Caribische gebied die getroffen zijn door een orkaan, wordt vanuit de reisorganisator geprobeerd contact te krijgen met de reizigers. Of dat ook in het geval van klager is gebeurd, weet de reisorganisator niet.   Nadere informatie naar aanleiding van de brief van [naam boekingskantoor] aan klager gedateerd 7 oktober 2003 waarin staat dat men van de reisorganisator heeft vernomen dat [de vliegtuigmaatschappij] de kosten van de terugvlucht zal vergoeden, heeft de reisorganisator niet.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Het merendeel van de klachten over de rondreis zelf worden door de reisorganisator erkend; alleen de vraag of klager een aantal ontbijten zelf heeft moeten betalen blijft betwist. De reisorganisator heeft aangevoerd dat er voor die ontbijten wel vouchers zijn verstrekt, hetgeen  door klager ter zitting niet uitdrukkelijk is betwist. De commissie gaat er derhalve vanuit dat ten aanzien van het niet verstrekken van ontbijten er geen verwijten zijn te maken aan de reisorganisator. Naar het oordeel van de commissie is de vergoeding van € 400,– die de reisorganisator heeft aangeboden ter compensatie van het ongemak dat is ondervonden, redelijk en billijk. De commissie gaat ervan uit dat de kosten van de gemiste activiteiten inmiddels zijn uitbetaald aan klager.   Het geschil tussen partijen spitst zich thans toe op de vraag of de reisorganisator aansprakelijk kan worden gehouden voor de kosten, die zijn ontstaan na de stroomstoring die Noordoost Amerika en Zuid Ontario heeft getroffen. Met de reisorganisator is de commissie van oordeel dat de stroomstoring een overmachtsituatie heeft geschapen, waarvoor de reisorganisator niet aansprakelijk kan worden gehouden. De kosten die samenhangen met het gedwongen langere verblijf van klager in Canada vloeien rechtstreeks voort uit die overmachtsituatie en kunnen daarom niet voor rekening van de reisorganisator komen. Anders is het naar het oordeel van de commissie ten aanzien van de kosten van uiteindelijk geboekte terugvlucht. Die overmachtsituatie ontsloeg de reisorganisator niet van zijn verplichting om klager bij te staan en te helpen bij het zoeken naar mogelijkheden om zo spoedig mogelijk terug te reizen naar Nederland. Niet is gebleken dat de reisorganisator aan die verplichtingen heeft voldaan. Nu de reisorganisator ter zitting geen nadere informatie heeft  kunnen verschaffen over een mogelijke vergoeding door [de vliegtuigmaatschappij] van de kosten voor de terugvlucht, gaat de commissie ervan uit dat op dat punt geen verdere actie is ondernomen door de reisorganisator. Onder de gegeven omstandigheden dienen de kosten van de terugvlucht naar Nederland ad € 2.949,35 voor rekening te komen van de reisorganisator.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.   Beslissing   De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 3.349,35. het aanbod van de reisorganisatie is hierin begrepen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 60,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 10 september 2004.