Commissie: Energie
Categorie: Zorgvuldigheid
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
99729
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het door de ondernemer op de jaarafrekeningen vanaf 2009 tot en met 2015 bij de consument in rekening gebrachte capaciteitstarief stroom.
De consument stelt dat de klacht op 2 december 2015 is ontstaan en hij heeft de klacht op dezelfde datum schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is vanaf 13 januari 2002 op het hierboven vermelde adres woonachtig en aangesloten voor stroom.
De consument heeft bij toeval ontdekt dat hij een aansluitwaarde had van 3 x 35 A in plaats van 3 x 25 A en daardoor vanaf 2009 een hoger tarief heeft betaald dan waaraan hij behoefte had.
Het stroomverbruik van de consument lag altijd ruim onder 10.000 kWh.
De consument heeft weliswaar een brief d.d. 19 juni 2010 van de ondernemer ontvangen waarin hem compensatie werd toegekend, maar daarbij werd hem geen advies gegeven om de aansluitwaarde te veranderen naar 3 x 25 A.
De consument heeft de aansluitwaarde inmiddels verlaagd naar 3 x 25 A en daarvoor een bedrag ad
€ 168,– moeten betalen.
De consument verlangt compensatie voor de door hem sinds 2009 teveel betaalde bedragen en vergoeding van voormelde kosten ad € 168,–.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Op verzoek van de commissie heeft de consument pagina 2 van de brief d.d. 19 juni 2010
van de ondernemer aan hem overgelegd.
De consument heeft geen bijzondere aandacht aan deze brief besteed. Hij heeft er toen niet aan gedacht om de genoemde website te bezoeken of telefonisch contact met de ondernemer op te nemen om nadere informatie in te winnen. Hij is er van uitgegaan dat hij geld terug kreeg omdat zijn verbruik beneden de 10.000 kWh was gebleven. In voormelde brief wordt niet duidelijk aangegeven dat geadviseerd wordt om de aansluitwaarde te verlagen indien men die hogere waarde niet nodig heeft.
De consument heeft niets gemerkt van de publicaties over de veranderde tariefstructuur in de diverse dagbladen. Hij is niet geabonneerd op een dagblad.
Zijn woonadres betreft een woning deel uitmakend van een voormalige boerderij. Daarna is er een bouwbedrijf gevestigd geweest en vervolgens een Groenvoorzieningsbedrijf, waarna de consument er is komen te wonen.
Hij heeft zich niet gerealiseerd dat een van die bedrijven kennelijk krachtstroom nodig heeft gehad.
Voor de consument is vanaf de buitenkant niet waarneembaar dat er stoppen zijn met een aansluitwaarde van 3 x 35 A.
De consument heeft berekend dat hij vanaf 2009 ongeveer € 3.493,– onnodig teveel heeft betaald.
Standpunt van de ondernemer
De consument betaalde voor 1 januari 2009 de netwerkkosten via het eenheidstarief per kWh elektriciteitsverbruik en per m3 gasverbruik. Per 1 januari 2009 is deze betalingsmethodiek door de overheid afgeschaft en is het Capaciteitstarief ingevoerd. Deze wijziging houdt in dat de consument betaalt voor de capaciteit die hij tot zijn beschikking heeft.
De informatieverstrekking over deze wetswijziging rust op de overheid. Desalniettemin is over deze aangekondigde wetswijziging destijds ook door de gezamenlijke energiebedrijven, meetbedrijven en regionale netbeheerders informatie verspreid in zowel landelijke als regionale dagbladen. Daarnaast is op de websites van o.a. het Ministerie van Economische Zaken en de ondernemer informatie beschikbaar geweest.
De consument had tot 13 december 2015 de beschikking over een aansluiting met een aansluitwaarde van 3 x 35 A. Hiervoor heeft de consument jaarlijks conform de geldende tarieven via zijn energieleverancier de netwerkkosten afgedragen.
Of de aansluitwaarde conform het gewenste gebruik van de consument is, kan de ondernemer met 2,8 miljoen aansluitingen niet bepalen. Dit is de verantwoordelijkheid van de consument, welke zich indien nodig kan laten informeren door een erkend installateur.
Naar aanleiding van de invoering van het capaciteitstarief heeft de overheid een compensatieregeling in werking gesteld. Deze hield in dat een consument met een hogere aansluitwaarde en een relatief laag verbruik werd gecompenseerd. De consument is daarover per brief d.d. 19 juni 2010 door de ondernemer geïnformeerd.
De consument heeft uit dien hoofde over 2009 een bedrag ad € 160,65 en over 2010 een bedrag ad € 80,33 terug ontvangen.
De ondernemer is subsidiair van mening dat de consument geen recht heeft op compensatie over de periode na 19 juni 2010. Immers heeft de consument uit de brief van 2 juli 2010 kennis kunnen nemen van de gewijzigde regelgeving, maar daarop geen actie ondernomen.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De wijziging van het netwerktarief is ook door de ondernemer in paginagrote advertenties in landelijke en regionale dagbladen aangekondigd.
Indien de consument de in de brief d.d. 19 juni 2010 genoemde website had geraadpleegd dan had hij gelezen dat het voor hem van belang zou kunnen zijn om zijn aansluitwaarde te verlagen.
Of de consument de hogere aansluitwaarde al dan niet nodig heeft, is iets wat hij zelf dient na te gaan.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Per 1 januari 2009 is bij een wijzigingsbesluit op grond van de Elektriciteitswet 1998 het zogenoemde capaciteitsafhankelijke transporttarief voor kleinverbruikers ingevoerd. De ondernemer is sedertdien gehouden om de transportkosten voor elektriciteit af te rekenen op basis van de capaciteit van de aansluiting – de doorlaatwaarde – en niet langer meer op basis van een tarief per afgenomen kWh.
Zoals ter zitting besproken, is het de commissie bekend dat over deze wijziging door diverse ondernemers veel informatie is verspreid. Deze wettelijke wijziging is ook in paginagrote advertenties in landelijke en regionale dagbladen aangekondigd. Daarnaast is op de website van o.a. de rechtsvoorganger van de ACM/Consumentenautoriteit en Netbeheer Nederland informatie beschikbaar geweest.
De consument is bij brief van 19 juni 2010 – welke zich in het dossier bevindt – rechtstreeks door de ondernemer er over geïnformeerd dat als gevolg van de invoering van het capaciteitstarief voor gevallen als de zijne (een grote capaciteit en een relatief laag verbruik) over de jaren 2009 en 2010 in een tegemoetkoming was voorzien. Deze tegemoetkoming heeft de consument vervolgens ook ontvangen.
De commissie is van oordeel dat de consument zich niet alert genoeg heeft opgesteld. Naar aanleiding van de publicaties in de dagbladen, maar zeker na ontvangst van de brief van 19 juni 2010 en de uitgekeerde tegemoetkoming had de consument zelf actie moeten ondernemen.
In voormelde brief wordt op pagina 1 vermeld dat per 1 januari 2009 “de transportkosten worden berekend op basis van de capaciteit van de aansluiting in plaats van op basis van het verbruik”.
Het is op zich voorstelbaar dat de consument de advertenties in de diverse dagbladen heeft gemist. Dit laat echter onverlet dat hij – na ontvangst van voormelde brief – met de wetenschap dat hij eigenaar was van een woning die deel uitmaakte van een voormalige boerderij, waar later achtereenvolgens een bouwbedrijf en een groenvoorzieningsbedrijf gevestigd is geweest er op bedacht had moeten zijn dat daar mogelijk krachtstroom was gebruikt of dat daar mogelijk om andere redenen behoefte aan een grotere aansluiting is geweest en dat het voor hem relevant was de doorlaatwaarde na te gaan. Het feit dat de consument dit heeft nagelaten dient voor zijn rekening en risico te komen.
De commissie is van oordeel dat in dit geval de zorgplicht van de ondernemer niet zover strekt dat van de ondernemer verwacht mag worden de consument te wijzen op zijn te hoge aansluitwaarde, nu niet slechts het verbruik daarvoor maatgevend is maar met name de piekbelasting. De commissie neemt daarbij in aanmerking dat er normaal gesproken de laatste jaren geen tot nauwelijks rechtstreeks contact tussen de consument en de ondernemer als netbeheerder heeft plaatsgevonden. De energieleverancier was in het onderhavige geval tot 1 augustus 2013 blijkbaar door de consument gemachtigd en vanaf 1 augustus 2013 wettelijk verplicht om de netwerkkosten bij de consument te innen en aan de netbeheerder af te dragen. De facturatie van het capaciteitstarief speelde zich hierdoor af tussen de netbeheerder en de energieleverancier.
Er is dan ook geen grond voor terugbetaling van de door de ondernemer vanaf 2009 in overeenstemming met de aansluitwaarde in rekening gebrachte kosten of voor een aanvullende compensatie.
De klacht van de consument is derhalve ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, op 25 februari 2016.