Zwaarwegende reden voor opzegging, maar niet zorgvuldig opgezegd door ondernemer

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Opzegging overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 767262/790632

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de vraag of sprake is van een zwaarwegende reden die de opzegging van de overeenkomst rechtvaardigt en of de ondernemer in de opzegging zorgvuldig heeft gehandeld. De consument is het niet eens met de opzegging nu haar zoon nog in een proces zit voor ondersteuning door het sociaal wijkteam. De ondernemer geeft aan dat door het gedrag van de zoon  de veiligheid van kinderen en pedagogisch medewerkers niet meer gegarandeerd kan worden en de andere kinderen worden belemmerd in een normale opvang. De ondernemer heeft geen vertrouwen in een veilige en constructieve voortzetting van de opvang. Naar het oordeel van de commissie is het gedrag van de zoon van de consument dusdanig ernstig en veelvoorkomend dat sprake is van een zwaarwegende reden die de opzegging van de overeenkomst rechtvaardigt. Wel is de commissie van oordeel dat de ondernemer in de aanloop naar en de wijze van opzegging tekort is geschoten. De commissie zal vanwege het ontbreken van het noodzakelijke vertrouwen aan de kant van beide partijen, de opzegging van de overeenkomst in stand laten.  De klacht is gedeeltelijk gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de vraag of sprake is van een zwaarwegende reden die de opzegging van de overeenkomst rechtvaardigt en of de ondernemer in de opzegging zorgvuldig heeft gehandeld.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 19 juni 2024 heeft een incident plaatsgevonden waarbij de zoon van de consument een pedagogisch medewerker heeft geslagen. Hij is hierna voor een bepaalde periode geschorst waarna de opvang weer is hervat. De opvangovereenkomst van de zoon van de consument is op 18 november 2024 opgezegd met een maand opzegtermijn. De consument is het niet eens met de opzegging van de overeenkomst, nu hij nog in een proces zit voor ondersteuning door het sociaal wijkteam. De afspraak met de ondernemer was dat de ondernemer documenten hiervoor aan zou leveren en een nieuw plan van aanpak zou implementeren. Beide hebben niet plaatsgevonden.

De consument is van mening dat de ondernemer zich niet aan de gemaakte afspraken houdt en pedagogisch en beleidsmatig in gebreke blijft.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Vanaf het begin van de opvang van de zoon van de consument hebben meerdere incidenten plaatsgevonden. Niet alleen hebben zich ernstige incidenten voorgedaan met messen en incidenten waarbij de zoon van de consument fysiek geweld heeft gebruikt tegen pedagogisch medewerkers, ook vertoont de zoon van de consument op dagelijkse basis onacceptabel gedrag. Zo zoekt hij voortdurend de fysieke en verbale confrontatie met zijn broers en andere kinderen, luistert hij slecht naar pedagogisch medewerkers en vertoont hij gevaarlijk en ongehoorzaam gedrag op momenten dat de kinderen vervoerd worden met een Stint.

Samen met het team en de leidinggevende heeft de ondernemer zich ingezet om de juiste ondersteuning aan de zoon van de consument te bieden. Zo is het gedrag gedocumenteerd en heeft de ondernemer dit herhaaldelijk met de consument besproken. Ook zijn diverse maatregelen genomen om de kinderen van de consument uit elkaar te houden, maar dit blijkt niet voldoende. Vanuit de consument merkt de ondernemer geen bereidheid om de ernst van de situatie in te zien en mee te werken aan het verbeteren van het gedrag van de zoon van de consument. Het contact met de consument is zeer moeizaam en de pedagogisch medewerkers voelen zich door haar bejegening geïntimideerd. Daarnaast blijft de ondersteuning die de ondernemer had gevraagd aan het sociaal wijkteam vooralsnog uit.

Door het gedrag van de zoon van de consument kan de ondernemer de veiligheid van kinderen en pedagogisch medewerkers niet meer garanderen en worden andere kinderen belemmerd in een normale opvang. Voor andere ouders is het gedrag van de zoon van de consument aanleiding geweest om de opvangovereenkomst op te zeggen op de dagen dat de zoon van de consument aanwezig is. Dit is voor de ondernemer onacceptabel.

Volgens de ondernemer is de situatie niet meer werkbaar. Op grond van de voorgeschiedenis en de communicatie en bejegening door de consument, heeft de ondernemer geen vertrouwen in een veilige en constructieve voortzetting van de opvang van de zoon van de consument.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Het geschil ziet op één van de drie zoons van de consument (Alec) die opvang afneemt bij de buitenschoolse opvang van de ondernemer.

Toetsingskader

Ingevolge artikel 10 lid 3 en artikel 11 lid 2 van de Algemene Voorwaarden is de ondernemer bevoegd de overeenkomst op te zeggen op grond van een zwaarwegende reden. Als zwaarwegende reden worden in artikel 11 lid 2 van die Algemene Voorwaarden in ieder geval de situaties aangemerkt dat het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is en dat het kind en/of de ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de ondernemer mag worden verwacht. De ondernemer treedt in dat geval in overleg met de ouder om te zoeken naar een voor alle partijen acceptabele oplossing. Ook dient een redelijke opzegtermijn (minimaal één maand) in acht te worden genomen.

Op grond van artikel 11 lid 4 van de Algemene Voorwaarden kan een consument die het niet eens is met de beslissing van de ondernemer om de toegang te weigeren een verkorte procedure bij de commissie starten, zoals in dit geval is gebeurd.

Zwaarwegende reden voor opzegging?

Naar het oordeel van de commissie is het gedrag van de zoon van de consument dusdanig ernstig en veelvoorkomend dat sprake is van een zwaarwegende reden die de opzegging van de overeenkomst rechtvaardigt. De ondernemer verklaarde ter zitting dat vanaf in ieder geval 2022 zich diverse incidenten hebben voorgedaan, waaronder incidenten met messen en fysieke uitingen van agressie richting pedagogisch medewerkers. Zo heeft de zoon van de consument een zwangere pedagogisch medewerker geschopt en een andere pedagogisch medewerker met een stok geslagen.

Daarnaast is volgens de ondernemer sprake van dagelijks structureel ontregelend gedrag, door het niet luisteren naar pedagogisch medewerkers en regelmatige fysieke en verbale aanvaringen met andere kinderen. Ook met de andere kinderen van de consument is constant sprake van ruzie, zodanig dat de kinderen niet samen buiten kunnen spelen en niet in hetzelfde vervoersmiddel kunnen worden vervoerd.

De bovenstaande gebeurtenissen en gedragingen zijn door de consument niet weersproken. De consument was ook bekend met de situatie.

Naar het oordeel van de commissie is geen sprake van een werkbare situatie die de veiligheid van alle kinderen en medewerkers waarborgt en zijn de gedragingen van de zoon van de consument dusdanig ernstig en ontregelend dat het opzegging van de overeenkomst rechtvaardigt.

Wijze van opzegging

Wel is de commissie van oordeel dat de ondernemer in de aanloop naar en de wijze van opzegging tekort is geschoten.

Zo heeft de ondernemer weliswaar een protocol overlegd hoe om te gaan met onacceptabel gedrag, maar is niet gebleken dat en op welke wijze dit protocol daadwerkelijk is gevolgd. Documentatie hiervan is niet aan de commissie overlegd. Pas in november 2024 is voor het eerst met de consument gesproken over een plan van aanpak. Enkele dagen later is de overeenkomst al opgezegd, zonder de eventuele ondersteuning van het sociaal wijkteam af te wachten.

Ten slotte heeft de ondernemer geen waarschuwing gegeven aan de consument conform de Algemene Voorwaarden. Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer hierin dan ook onzorgvuldig gehandeld. Van een professionele organisatie als die van de ondernemer mag hierin meer worden verwacht.

In zoverre is de klacht van de consument gegrond.

Vertrouwensbreuk

Ondanks de bovenstaande vaststelling is de commissie van oordeel dat – gelet op de huidige verhoudingen tussen partijen – de opvangovereenkomst niet in stand kan blijven. Naar het oordeel van de commissie is sprake van een ernstige vertrouwensbreuk tussen de consument en de ondernemer.

Ter zitting is door de ondernemer aangevoerd dat aan de zijde van de ondernemer geen enkel vertrouwen bestaat dat veilige voortzetting van de opvang en goede samenwerking met de consument mogelijk is. De consument is van mening dat voortzetting van de opvang nog mogelijk is, onder voorwaarde van goede afspraken en een helder beleid. De commissie begrijpt niet dat de consument herstel van de overeenkomst verlangt, terwijl zij tegelijkertijd zeer kritisch is op het pedagogisch beleid van de ondernemer en de wijze waarop de opvang bij de ondernemer vorm wordt gegeven. Uit de voorgeschiedenis zoals ter zitting door partijen geschetst blijkt niet dat een goede basis bestaat voor verdere en langdurige samenwerking. Eventuele ondersteuning door het sociaal wijkteam doet aan deze vertrouwensbreuk niets af.

De commissie zal vanwege het ontbreken van het noodzakelijke vertrouwen aan de kant van beide partijen, de opzegging van de overeenkomst in stand laten.

Nu de commissie komt tot een gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht zal zij, conform het reglement, bepalen dat de ondernemer het door de consument betaalde klachtengeld dient te vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

–             verklaart de klacht van de consument ten aanzien van de wijze van opzegging gegrond;

–             verklaart de klacht voor het overige ongegrond;

–             bepaalt dat de overeenkomst tussen de consument en de ondernemer gelet op de verhouding tussen partijen rechtsgeldig is beëindigd;

–             bepaalt dat de ondernemer een bedrag van € 25,– aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer mr. E.A.J. Vergouwen, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 5 december 2024.