Vaste prijs. Opdracht gaat niet door. Vergoeding voor werkzaamheden op basis van de bestede tijd, mede gelet op de door de cliënten geaccepteerde alg. voorwaarden, op zijn plaats.

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Notariaat    Categorie: Prijs    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 79100

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening en de declaratienota.
De cliënten hebben een bedrag van € 943,– niet aan de notaris voldaan. In overeenstemming met het reglement van de commissie is dit bedrag in depot gestort.

Standpunt van de cliënten

Voor het standpunt van de cliënten verwijst de commissie naar de overgelegde stukken.
In de kern komt de klacht op het volgende neer.

De cliënten zijn van mening dat de notaris een onjuiste declaratie heeft opgesteld en hen op een onheuse wijze heeft bejegend.

De cliënten verzoeken de commissie, gelet op de bejegening door de notaris, te bewerkstelligen dat deze de rekening seponeert. Daarnaast verzoeken de cliënten de commissie naar redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen vanwege de geleden emotionele schade.

Ter zitting hebben de cliënten hun standpunt nader aangevuld.
Zij waren van plan te gaan trouwen en hebben met de notaris een afspraak gemaakt voor een oriëntatie over het opstellen van huwelijkse voorwaarden en testamenten. De notaris heeft hiervoor een offerte van € 900,– gegeven.
Omdat één van de huizen van de cliënten nog niet is verkocht en fiscale problemen zijn te verwachten, hebben zij voorlopig van het huwelijk afgezien. De notaris heeft hen niet erop gewezen dat het bestaande samenlevingscontract dekkend was en bovendien heeft de notaris hen niet duidelijk kunnen maken wat de meerwaarde van trouwen zou zijn. Omdat zij geen vertrouwen meer hadden in de notaris, hebben zij  besloten af te zien van het opmaken van de huwelijkse voorwaarden.

De cliënten hebben nog geprobeerd een gesprek met de notaris aan te gaan en hebben daarin aangegeven dat zij op het kantoor zijn gekomen met de bedoeling om een oriënterend gesprek te hebben over de vraag wat voor hen verstandig zou zijn: samenwonen of een huwelijk. De notaris heeft tegen één van hen toen gezegd dat zij maar eens naar haar relatie moest kijken en maar voorlopig niet moest gaan trouwen. Het gesprek is heel naar verlopen.
De notaris heeft vervolgens aan de cliënten een rekening gestuurd van € 943,– die hen irreëel hoog voorkomt. De cliënten hebben geen akte gezien en het testament is ook nog niet veranderd. Als de notaris vooraf had aangegeven dat er geen onderscheid is tussen een samenlevingscontract en een huwelijk dan had alleen een testament hoeven te worden aangepast.
De cliënten verzoeken de commissie in verband met de door hun geleden schade in redelijkheid en billijkheid een schadevergoeding vast te stellen.

Standpunt van de notaris

Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer op het volgende neer.

Op 20 maart 2013 spraken de cliënten met de kandidaat notaris over huwelijkse voorwaarden, testamenten alsook de beide woningen en de wens samen een nieuwe woning te kopen en één
woning te verkopen. De huwelijkse voorwaarden werden besproken omdat de cliënten aangaven voornemens te zijn in het huwelijk te treden. De vraag of voor de gezamenlijke aankoop van een woning een samenlevingscontract voldoende zou zijn is niet aan de orde gekomen. Evenmin hebben de cliënten aangegeven dat zij wilden weten wat het verschil was tussen een samenlevingsovereenkomst en huwelijkse voorwaarden.
Besproken is dat wanneer zij de vermogensrechtelijke situatie die tijdens hun samenwonen bestaat binnen het huwelijk wensten voort te zetten, zij huwelijkse voorwaarden moesten maken waarbij wordt beschreven dat ieder van de partijen zijn/haar eigen vermogen behoudt.

Op 20 maart 2013 hebben de cliënten opdracht gegeven voor het opmaken van de huwelijkse voorwaarden en één testament. De opdrachtbevestiging hebben zij deels zelf ingevuld en ondertekend. In de opdrachtbevestiging worden de algemene voorwaarden van toepassing verklaard en deze zijn afgedrukt op de achterzijde hiervan.

Op 5 april 2013 zouden de akten worden ondertekend. Voorafgaande heeft de kandidaat notaris met cliënten overleg gevoerd waarbij zij de indruk kreeg dat zij nog geen keuzes konden maken.
In verband met dringende werkzaamheden is de afspraak met instemming van cliënten door de kandidaat-notaris verzet. De cliënten hebben toen zelf aangegeven dat zij contact met het kantoor op zouden nemen voor het inplannen van een nieuwe datum en tijdstip. Op 30 mei 2013 heeft de notaris een e-mail ontvangen van de cliënten dat zij afzagen van de huwelijkse voorwaarden.
Op 6 juni 2013 heeft de kandidaat notaris contact opgenomen met mevrouw en in dit gesprek kwam duidelijk naar voren dat zij zich ongemakkelijk voelde.
In een tweede gesprek met de notaris en mevrouw kwam wederom naar voren dat zij zich niet gemakkelijk voelde in de situatie. Naar aanleiding van de bespreking van het testament werd duidelijk dat de cliënten in 2007 bij een collega notaris een testament hadden laten opmaken en een concept huwelijkse voorwaarden. Uit het gesprek bleek dat zij niet zijn getrouwd omdat de collega hen niet duidelijk heeft kunnen maken wat het voordeel van huwelijk boven samenwonen was. Naar het oordeel van mevrouw was ook de notaris hier niet toe in staat geweest.

De notaris heeft haar vervolgens het verschil uitgelegd en aangegeven dat een huwelijk een persoonlijke emotionele zaak is waarin hij niet kan adviseren. Op 9 juli 2013 heeft de notaris de concept akten naar cliënten gestuurd. Aan cliënten is overeenkomstig de opdrachtbevestiging en algemene voorwaarden een declaratie gestuurd op basis van de bestede tijd.

De notaris verzoekt de commissie om de klacht van de cliënte ongegrond te verklaren en het door de cliënte verzochte af te wijzen.

Beoordeling van het geschil

Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

Ten aanzien van de hoogte van de declaratie overweegt de commissie als volgt:

De commissie stelt vast dat, in weerwil van het betoog van de cliënten dat uitsluitend sprake is geweest van een oriënterend gesprek, dat zij op 30 maart 2013 aan de notaris een opdracht hebben gegeven voor het opmaken van testamenten en huwelijkse voorwaarden en hiervoor een opdrachtbevestiging hebben ontvangen en geaccepteerd door ondertekening.
Op grond van de algemene voorwaarden die de notaris hanteert vallen ook werkzaamheden die worden verricht zonder dat deze uiteindelijk leiden tot een notariële akte onder de opdracht. De notaris is bevoegd deze werkzaamheden aan de opdrachtgever te declareren op basis van de aan de opdracht bestede tijd, tegen de op het kantoor gebruikelijke tarieven.

Volgens de offerte d.d. 20 maart 2013 zou de notaris voor het opmaken van de huwelijkse voorwaarden en testamenten een bedrag van € 900,– in rekening brengen. Uit de door cliënten overgelegde stukken is voor de commissie genoegzaam komen vast te staan dat de notaris alle voorbereidende werkzaamheden voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden en testament heeft uitgevoerd doch dat de akten niet zijn gepasseerd omdat de cliënten de procedure niet wilden voortzetten. Een vergoeding voor deze werkzaamheden op basis van de bestede tijd acht de commissie, mede gelet op de door de cliënten geaccepteerde algemene voorwaarden, op zijn plaats. De notaris heeft hiervoor een nota opgemaakt en een urenverantwoording bijgevoegd, waaruit blijkt dat aan de onderhavige zaak 4 uren en 17 minuten is besteed. Echter op de urenverantwoording staan in totaal 36 minuten die niet berekend zouden worden (bellen/mail lezen en antwoord op mail). De commissie ziet hierin mede aanleiding het te declareren bedrag in redelijkheid en billijkheid te verlagen tot € 700,– inclusief BTW.

Ten aanzien van de klacht met betrekking tot de bejegening van de zijde van de notaris overweegt de commissie het volgende.

In hoeverre er sprake is geweest van een onjuiste bejegening is door de commissie niet vast te stellen nu de notaris de stelling van cliënten gemotiveerd heeft betwist. Duidelijk is geworden dat een gesprek heeft plaatsgevonden dat voor de cliënten niet tot het gewenste resultaat heeft geleid.

Overigens merkt de commissie in deze op dat een notaris uitsluitend desgevraagd de juridische gevolgen van een huwelijk versus samenwonen kan uitleggen. De cliënten hebben ter zitting de commissie de indruk gegeven dat zij van de notaris hadden verwacht dat deze voor hen een keuze zou maken, hetgeen uiteraard niet tot de taak van een notaris behoort.

De door de cliënt gevorderde (emotionele) schade wordt door de commissie als onvoldoende onderbouwd afgewezen.

Ter afwikkeling van het geschil bepaalt de commissie, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, dat de cliënten aan de notaris de kosten van de nog openstaande declaratie – een bedrag van € 943,– – verminderd met € 243,– dient te voldoen, dus een totaal bedrag van € 700,–.
Nu de klacht van de cliënte voor een deel gegrond wordt verklaard, ziet de commissie daarin aanleiding het kantoor van de notaris te veroordelen tot vergoeding van de helft van het klachtengeld dat de cliënte aan de commissie heeft voldaan, te weten een bedrag van € 25,42. Bovendien dient het kantoor van de notaris – overeenkomstig het reglement van de commissie – een bijdrage in de behandelingskosten aan de commissie te voldoen.

Derhalve dient als volgt te worden beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klachten van de cliënten voor het overgrote deel niet gegrond en bepaalt dat:

– de cliënten een bedrag van € 700,– aan de notaris zijn verschuldigd;
– de notaris aan cliënten een bedrag van € 25,42 verschuldigd is;
– uit het door de commissie van de cliënten ontvangen depot een bedrag van € 674,58 (€ 700,– minus € 25,42) zal worden uitgekeerd aan de notaris, het restant – een bedrag van € 268,42 – op de rekening van de cliënten zal worden teruggestort;
– de notaris aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag van € 57,50 is verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat.