Tarief voor wateraansluiting terecht volgens uitvoeringsjaar: klacht ongegrond

  • Home >>
  • Groen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Groen    Categorie: Tariefbepalingen    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 371856/593286

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagde dat hij twee keer een tariefverhoging moest betalen voor een nieuwe wateraansluiting. De commissie oordeelt dat bepalend is het tarief van het jaar waarin de werkzaamheden zijn uitgevoerd. Omdat de aansluiting pas in 2024 is gerealiseerd, geldt het tarief van dat jaar. De klacht is ongegrond.

De volledige uitspraak

Samenvatting
De ondernemer heeft op goede gronden de tarieven voor de aansluiting in rekening gebracht ten tijde van het uitvoeren van de werkzaamheden.

Beoordeling
Standpunt van de consument
Offerte voor een nieuwe watersluiting op [adres] met bevestiging d.d. 21 december 2022. Prijzen blijken van 2022 terwijl de nieuwe prijzen voor 2023 al bekend zijn vanaf de jaarvergadering in november 2022. Door allerlei omstandigheden wordt de aansluiting pas uitgevoerd in 2024. Hierdoor krijg ik twee keer een jaarlijkse verhoging gefactureerd. Ik heb het bedrag van de eerste bevestiging op tijd betaald en ben bereid één keer een verhoging te betalen.

Standpunt van de ondernemer
Op de overeenkomst tussen wederpartij en ondernemer zijn de Algemene Voorwaarden Ondernemer van
toepassing. In artikel 14 lid 1 is vastgelegd dat “Voor het tot stand brengen, in stand houden, uitbreiden of
wijzigen van een aansluiting en voor de levering zijn de aanvrager en de verbruiker bedragen, waaronder
administratiekosten, verschuldigd volgens de tarievenregeling van het bedrijf.” Wederpartij heeft een verzoek gedaan om een nieuwe drinkwateraansluiting te realiseren. Op grond van bovenstaande bepaling is hij derhalve verplicht de kosten hiervan te vergoeden. De kosten zijn opgenomen in de tarievenregeling. In 2022 waren de kosten voor een nieuwe standaard Q3-2,5 aansluiting tot en 25 meter € 845– excl. BTW, zoals ook vermeld in de orderbevestiging. In 2023 waren deze echter gestegen tot € 1.120,– excl. BTW (bijlage 7) en in 2024 tot € 1.235,– excl. BTW. Dit is ook het tarief dat op de factuur in rekening is gebracht. Zoals immers ook in de orderbevestiging is vermeld, wordt gefactureerd tegen de tarieven van het jaar dat de werkzaamheden worden uitgevoerd. Aangezien dat de werkzaamheden in 2024 zijn uitgevoerd, en tegen dat tarief zijn gefactureerd, is dit geheel in overeenstemming. De grote stijging van het tarief 2024 ten opzichte van dat van 2022 is de kern van het geschil, wederpartij verzet zich hiertegen. Het gehanteerde tarief is een standaardtarief, een zogenaamd ‘postzegeltarief’ wat inhoudt dat het een gemiddelde is van de kosten die normaal met dit soort werkzaamheden gepaard gaan. In sommige gevallen zullen de daadwerkelijke kosten lager uitvallen, in sommige gevallen ook hoger. Vergelijk het met een postzegel: het maakt niet uit of de brief helemaal naar Terschelling moet of naar de buren, het tarief is voor beide brieven hetzelfde. De reden dat ondernemer gebruik maakt van dergelijk tarief is dat het maken van individuele calculaties kostbaar en tijdrovend is. Alle drinkwatertarieven, ook de tarieven voor dit soort werkzaamheden, kennen een kostprijsberekening welke van overheidswege getoetst wordt door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), onderdeel van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, na consultatie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Alle drinkwatertarieven moeten op grond van artikel 11 van de Drinkwaterwet minimaal kostendekkend zijn. In het standaardtarief zijn de kosten verdisconteerd die met het geheel verbonden zijn, zoals onder andere het administratief verwerken van de aanvraag, het eventueel ter plaatse schouwen van de situatie, het daadwerkelijk uitvoeren van de werkzaamheden inclusief materiaal en tot slot het administratief afwikkelen zoals het aanmaken van de factuur. Gedurende de zomer van 2022 wordt bij ondernemer duidelijk dat er voor 2023 een forse tariefstijging zal (moeten) komen. De tot dan gehanteerde tarieven zijn niet langer kostendekkend vanwege diverse oorzaken, zoals gestegen materiaalkosten, gestegen energiekosten en de toegenomen kosten van de aannemerij en personeel. Er wordt in september 2022 dan ook hierover een melding op de website van ondernemer geplaatst en wordt een extra melding geplaatst op zowel de aanvraag als de bevestiging. Ook voor het jaar is 2024 is er nog een stijging in het tarief, al is deze minder groot dan die van het jaar daarvoor. Het feit dat de werkzaamheden pas begin 2024 hebben kunnen plaatsvinden komt ook voor rekening van wederpartij. De aansluiting kan immers pas gerealiseerd worden als alle voorbereidende werkzaamheden op de juiste wijze volledig zijn afgerond. Zoals uit de emailwisseling blijkt dat tussen mei 2023 en november 2023 er een half jaar niets is gebeurd, dat de aannemer van ondernemer zelf contact zoekt met wederpartij om navraag te doen of de voorbereidende werkzaamheden inmiddels afgerond zijn. Deze vertraging kan ondernemer (en diens aannemer) niet verweten worden, maar komt voor rekening en risico van wederpartij. Samenvattend stellen wij dat wederpartij het standaardtarief in rekening gebracht is en de kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt. De vertraging in de uitvoering is door wederpartij zelf veroorzaakt.

Er kan een vergelijk worden gemaakt met eerdere vergelijkbare klachten die door de Geschillencommissie Water zijn beoordeeld, zoals bijvoorbeeld inzake dossier 242667/256246, waarin de commissie heeft geoordeeld dat een dergelijke klacht ongegrond is.

Oordeel van de commissie
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie het standpunt van de ondernemer. Bepalend voor het tarief dat de ondernemer in rekening brengt voor het aanleggen van een aansluiting is de daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden. Dat in dit geval een geruime tijd ligt tussen de aanvraag en het realiseren van de aansluiting ligt mede in de risicosfeer van de klager. De klacht treft geen doel. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.

Depotverrekening, bedrag aan ondernemer € 425,10

Depotverrekening, bedrag aan consument € 0

Aldus beslist door de Geschillencommissie Water zakelijk, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. E.F. Verduin , de heer mr. C.J.J. Havermans , leden, op 2 december 2024.

Print/PDF