Uit eigen waarneming ziet de commissie dat de afstelling van de bril van de consument niet goed is. Het montuur zit niet stabiel op de neus waardoor bij elke beweging van de consument de gezichtsscherpte verandert.
Vanaf het begin dat een consument een bril met multifocale glazen voor de prijs van € 1.075,- heeft gekocht heeft zij klachten over het draagcomfort. De bril zit met name aan de linkerkant te strak waardoor ze na vier tot vijf uur van bril moet wisselen. Ook gaat ze wazig zien en moet zij de bril echt afzetten. De laatste drie maanden draagt zij de bril helemaal niet meer. De bril past gewoon niet.
Volgens de consument heeft de opticien haar klachten gebagatelliseerd en genegeerd. Hij heeft weliswaar andere brilpootjes aangebracht, maar die geven maar een kleine verbetering en hebben het probleem niet opgelost. De consument heeft voorgesteld de glazen in een ander montuur over te zetten, maar de ondernemer wil de glazen uit het montuur halen en het montuur voor € 332,- vergoeden. Dat vindt de consument onvoldoende, want dan zit zij bij het zoeken naar een geschikt montuur bij andere opticiens met een kostenpost van € 743,- voor de brillenglazen. Zij wil dat de overeenkomst wordt ontbonden.
De ondernemer stelt dat hij de consument iedere keer pas weg heeft laten gaan als ze zelf aangaf dat de bril lekker en comfortabel zat. Op de bril zijn gepolijste veren van acetaat gekomen, hetzelfde materiaal van de originele bril. Een allergische reactie kan worden uitgesloten. De ondernemer vraag zich af waarom hij een goed product zou terugnemen dat gedragen is en op maat is gemaakt terwijl er niets aan mankeert.
Tijdens de zitting beoordeelt de commissie de bril zowel los als op het hoofd van de consument. De bril is zo afgesteld dat volgens de commissie in één oogopslag is te zien dat de afstelling tot problemen moet leiden. Het montuur zit niet stabiel op de neus. Door een paar millimeter verschuiving wisselt de gezichtsscherpte met alle ongemak van dien. Het aanbod van de ondernemer het montuur te vergoeden is een alleszins redelijke oplossing. De consument is er ten onrechte niet op ingegaan. De commissie houdt de ondernemer aan zijn aanbod hoewel de klacht ongegrond wordt verklaard omdat de ondernemer zijn aanbod al heeft gedaan voordat de consument het geschil bij de commissie aanhangig maakte.