Annulering van totstandgekomen overeenkomst geen reden voor vergoeding immateriële schade; last minute reis.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Procedure    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI04-2238

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 13 augustus 2004 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor 3 personen naar Side in Turkije met verblijf in een hotel op all inclusive basis, voor de periode van 15 t/m 29 augustus 2004 voor de som van € 1.205,–. De reis is niet uitgevoerd.

Klager heeft op 18 augustus 2004 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.

Ik heb de boeking voor deze last minute reis gedaan via de website van de reisorganisator. Ik kreeg direct per e-mail een volledige bevestiging, waarbij achter de heenvlucht en de terugvlucht het woord “vrij” was vermeld. Aan het eind van het formulier was de waarschuwing opgenomen dat als ik op “OK” drukte, ik gebonden zou zijn aan de overeenkomst en daarvan dus niet zonder kosten af zou kunnen. Ik heb op “OK” gedrukt en ging er dus vanuit dat ik de reis definitief had geboekt. Tot mijn verbazing kreeg ik de volgende dag bericht dat de reis niet kon doorgaan, omdat deze was volgeboekt. De aanvragen waren in volgorde van binnenkomst behandeld en ik viel buiten de boot. Ik heb mij hierover zeer verbaasd. De boeking was immers per e-mail bevestigd en op de website was vermeld dat de reis “vrij” was. Ik heb telefonisch contact opgenomen, maar kreeg ten antwoord dat ik zelf maar naar een alternatief moest zoeken. Aangezien er in dezelfde prijsklasse geen alternatieven waren, heb ik van de reis afgezien en mijn vakantie thuis doorgebracht. Ik heb geen financiële schade, maar ik vind dat ik recht heb op een vergoeding voor de wijze waarop ik ben behandeld.

Klager verlangt een door de commissie naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen vergoeding.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.

Volgens artikel 2 lid 2 van de toepasselijke ANVR reisvoorwaarden zijn wij gerechtigd een aanbod in te trekken binnen 8 kantooruren na de aanvaarding van de boeking. Klager heeft zijn boeking gedaan op 13 augustus 2004 om circa 19.45 uur. Dat tijdstip valt buiten de kantooruren. Wij hebben klager de volgende dag om circa 13.00 uur op de hoogte gesteld van het feit dat de reis niet kon doorgaan omdat deze was volgeboekt. Wij zijn dus binnen de door de ANVR voorwaarden voorgeschreven termijn gebleven. Wij vinden het spijtig voor klager dat zijn reis niet is doorgegaan, maar achten ons niet verplicht een vergoeding te geven.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Artikel 2, lid 2 van de ANVR reisvoorwaarden, voorzover ten dezen van belang, luidt als volgt: “Het aanbod van de reisorganisator is vrijblijvend en kan zo nodig door deze worden herroepen. Herroeping dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 8 kantooruren na aanvaarding te geschieden onder opgaaf van redenen.” Onder “aanbod” verstaat de commissie het aanbod van de reisorganisator en onder “aanvaarding” de aanvaarding door de reiziger. In dit geval heeft klager het aanbod op 13 augustus 2004 in de avonduren aanvaard. In principe had de reisorganisator dus tot het einde van de volgende werkdag (volgens artikel 1, lid 1 sub f van de ANVR voorwaarden 16.00 uur, de volgende dag was een zaterdag) de mogelijkheid het aanbod in te trekken. De commissie is echter van oordeel dat die intrekking in elk geval niet meer mogelijk is nadat de reisorganisator de boeking schriftelijk heeft bevestigd. Hieronder valt redelijkerwijs ook een bevestiging per e-mail. Uit de stukken blijkt dat de boeking van klager op vrijdag 13 augustus 2004 om 19.38 uur per e-mail door de reisorganisator is bevestigd. Daarmee was de overeenkomst onherroepelijk geworden. Door die overeenkomst niet uit te voeren is de reisorganisator jegens klager in gebreke gebleven. In principe is de reisorganisator hierdoor jegens klager schadeplichtig geworden. Klager heeft echter naar eigen zeggen geen materiële schade geleden. Toekenning van een vergoeding van immateriële schade, enkel op grond van de teleurstelling over het feit dat de reis niet is doorgegaan, gaat de commissie te ver, zeker nu het hier een last minute reis betreft.

De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door klager verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 3 december 2004.