Commissie: Energie
Categorie: Eindafrekening / grondslag en/of hoogte tarief
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: tussenadvies
Uitkomst: aanhouding beslissing
Referentiecode:
340110/428220
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
In deze uitspraak gaat het over een energieleveringsovereenkomst tussen ondernemer en consument. De consument had een eenjarig contract bij de ondernemer die liep van februari tot en met februari. Zij is het er niet mee eens dat de maand maart ook is meegerekend bij de eindafrekening. Tevens maakt zij bezwaar tegen het mislopen van de loyaliteitsbonus en verhoging van de tarieven. Ook is de ondernemer erg slecht bereikbaar voor de consument. Ter zitting verklaard de ondernemer dat de factuur voor de maand maart al was opgemaakt voordat de consument het contract had opgezegd. Echter, heeft de ondernemer deze factuur al verrekend in de eindafrekening. Het feit dat het tarief verhoogd is komt door het wegvallen van het prijsplafond. Wel heeft de consument gelijk dat de loyaliteitsbonus niet is toegekend. Verder is de commissie nog van mening dat het contract van de consument mogelijk onder het maximumtariefbesluit van de ACM valt. Om dit te beoordelen is vereist dat de ondernemer nadere informatie evenals het contract met de consument aan de commissie overlegt. Tot die tijd wordt iedere beslissing aangehouden.
De uitspraak
Samenvatting
Partijen twisten over de hoogte van de eindafrekening.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 9 september 2024 te Den Haag.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
De overeenkomst tussen partijen betreft een eenjarig contract voor de levering van energie dat heeft gelopen van 20 februari 2023 tot 20 februari 2024. De consument stelt zich op het standpunt dat de eindafrekening niet klopt omdat ook de maand maart 2024 is meegerekend. Verder mist zij de loyaliteitsbonus en maakt zij er bezwaar tegen dat de tarieven zowel in november 2023 als in januari 2024 zijn verhoogd. De ondernemer is slecht bereikbaar en reageert alleen maar met een standaardmailtje op haar verzoeken.
Ter zitting heeft de ondernemer aangegeven dat de consument de termijnfactuur voor de maand maart 2024 al had ontvangen voordat het contract werd beëindigd. In de eindafrekening is deze termijn meegenomen en verrekend met de kosten. Het termijnbedrag is alleen in januari 2024 verhoogd omdat toen het prijsplafond is komen te vervallen. Wel is het juist dat zij recht heeft op de loyaliteitsbonus.
De commissie constateert dat in de eindafrekening van 27 februari 2024 het totaal van de in rekening gebrachte termijnbedragen over de periode maart 2023 tot en met maart 2024 (€ 10.365,– inclusief BTW) is verrekend met hetgeen de consument ter zake van de geleverde energie aan de ondernemer verschuldigd is. Van een fout in de eindafrekening is daarom geen sprake. Voorts blijkt uit de eindafrekening dat alleen in januari 2024 – en niet ook in november 2023 – een tariefsverhoging is doorgevoerd. Wel staat vast dat de consument met de ondernemer een energieovereenkomst met een loyaliteitsbonus ten bedrage van € 250,- heeft afgesloten. Ten tijde van de jaarnota is die bonus niet vastgesteld en op de eindafrekening verrekend met hetgeen de consument verschuldigd was omdat de ondernemer zich toen op het standpunt stelde dat de consument het contract voortijdig zou hebben beëindigd. Ter zitting heeft de ondernemer erkend dat de consument voldoet aan alle voorwaarden en dus recht heeft op deze bonus.
Daarnaast constateert de commissie dat de ACM bij maximumtariefbesluit (ACM/UIT/603740, 25 september 2023) de tarieven van de ondernemer heeft gemaximeerd. Bij besluit van 26 april 2024 heeft de ACM besloten de in dit verband door de ondernemer gedane toezeggingen bindend te verklaren (ACM/UIT/619107, 26 april 2024). Die toezegging hield onder meer in dat alle klanten en oud-klanten die in 2023 een contract zijn aangegaan dat valt binnen de reikwijdte van het maximumtariefbesluit door de ondernemer per ingangsdatum van dat contract worden gecompenseerd met inachtneming van de door de ACM vastgestelde tarieven in het maximumtariefbesluit. De ondernemer zal die klanten binnen twee weken na publicatie van het toezeggingsbesluit in een door de ACM goedgekeurd bericht op de hoogte stellen dat hun contract binnen deze toezegging valt en dat zij worden gecompenseerd. Vast staat dat de consument een dergelijk bericht niet heeft ontvangen. De ondernemer heeft desgevraagd ter zitting verklaard dat het contract van de consument niet onder de reikwijdte van de toezegging valt. Dit standpunt is niet nader onderbouwd. De commissie constateert dat in bijlage 1 van het maximumtariefbesluit van ACM een overzicht van de tarieven is gegeven die onder het besluit vallen. Op deze lijst staat een product X. De daarbij weergegeven tarieven lijken overeen te komen met de tarieven in het contract dat met de consument is afgesloten.
Alvorens verder te beslissen wenst de commissie van de ondernemer nadere informatie op dit punt en ook het contract dat de consument met de ondernemer had afgesloten.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Bepaalt dat de ondernemer binnen twee weken na ontvangst van deze beslissing gemotiveerd nader aangeeft of de consument als oud-klant onder de reikwijdte van het toezeggingsbesluit valt onder overlegging van het contract dat zij met de consument had afgesloten.
Binnen twee weken na ontvangst van de reactie van de ondernemer kan de consument hier desgewenst op reageren.
Vervolgens zal de commissie zonder nadere zitting beslissen, tenzij een van partijen aangeeft dat zij een nadere mondelinge behandeling wenst.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mevrouw mr. E.A.G.M. van Rens, voorzitter, de heer R.A. Timmer , mevrouw mr. M.J. Boon , leden, op 9 september 2024.