Dames van lichte zeden in het hotel.

De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Accommodatie    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI00-1598

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 28 september 1999 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee volwassen personen naar Bali en Singapore met verblijf in een hotel op basis van logies en ontbijt voor de periode van 12 januari 2000 t/m 2 februari 2000 voor de som van ƒ 5.351,– in totaal.
Standpunt van klager
 
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak:
 
Van onze reis naar het Verre Oosten is het gedeelte naar Singapore erg tegen gevallen.
Er was een hotel geboekt in het centrum van Singapore, maar het kostte ons drie kwartier tot een uur om in het daadwerkelijke centrum te komen. Daar komt bij dat we logies plus ontbijt hadden geboekt, maar dat er geen ontbijt werd geserveerd. Bovendien was het hotel een pleisterplaats voor dames van lichte zeden, zodat we van hun veroveringen konden ‘genieten’ en nauwelijks nachtrust kregen. Weliswaar betrof het een twee sterren hotel, maar we hadden daar nooit ondergebracht mogen worden.
 
Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
 
Het is juist dat we een tamelijk gering bedrag (ƒ 222,–) hebben betaald voor in totaal drie overnachtingen met ontbijt en dat de reisorganisatie ons een vergoeding heeft verstrekt omdat we niet konden ontbijten. We hadden gekozen voor een budgethotel. We waren al eerder in Singapore geweest en overnachten in een budgethotel leek ons geen probleem.
Echter wij menen dat ook een eenvoudig hotel aan zekere kwaliteitsnormen moet voldoen en dat er sprake moet zijn van een schone kamer in een net hotel. Van dit laatste was echter geen sprake. Ik toon U een foto waaruit blijkt dat in het hotel kamers konden worden gehuurd voor $23 per drie uur. We hebben dan ook veel ongemak ondervonden: dat begon met giechelende taxichauffeurs die vroegen of we zeker wisten dat we daar zouden overnachten, tot het feit dat we niet aangesproken wilden worden in de buurt van het hotel en de gederfde nachtrust.
Als de reisorganisator destijds een bloemetje had gestuurd, was deze klacht hier niet behandeld.
 
Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.
 
Standpunt van de reisorganisator
 
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak:
 
Het is jammer dat klager teleurgesteld is omtrent het hotel, maar achteraf is er niets meer aan te doen. Klager had direct de touroperator ter plaatse moeten inschakelen. Over het hotel hebben we meer klachten gekregen. Omdat er geen ontbijt werd geserveerd, kan aan klager een bedrag van ƒ 57,– worden gerestitueerd.
 
Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd:
 
Ik geef toe dat het hotel wordt bezocht door dames van lichte zeden. Er is dan ook besloten het hotel niet langer in onze brochure op te nemen. Klager heeft echter een zeker risico genomen door het goedkoopste hotel in Singapore uit onze brochure te kiezen. Bovendien heeft klager geen financiële schade geleden. 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen:
 
De reisorganisator heeft de juistheid van de klacht in grote lijnen erkend. Tussen partijen is nog in geding of klager recht heeft op een schadevergoeding. De reisorganisator meent van niet omdat klager geen financiële schade heeft geleden. De commissie is echter een ander oordeel toegedaan.
 
Allereerst is onbestreden komen vast te staan dat klager op circa 45 minuten tot één uur van het stadscentrum verbleef en daar per bus of metro naartoe moest reizen. Nu kan het begrip centrum enigszins ruim worden geïnterpreteerd, maar uit het voorgaande blijkt dat klager niet in het daadwerkelijke stadscentrum verbleef.
Verder meent de commissie dat respectabele reisorganisatoren als OAD het zich niet kunnen veroorloven om hotels in hun reisgids op te nemen die als pleisterplaats voor dames van lichte zeden dienst doen, behoudens indien zulks uitdrukkelijk zou worden vermeld. Reizigers die een hotel boeken moeten er op af kunnen gaan dat zij hun hotel op tamelijk eenvoudige wijze kunnen bereiken. In dit geval betrof het een echtpaar, maar evengoed had er sprake kunnen zijn van een of meer vrouwelijke reizigers die in de problemen zouden kunnen zijn gebracht doordat de bezoekers van voornoemde dames deze reizigers zouden hebben aangesproken of te na zouden zijn gekomen.
 
Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aan­mer­king nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden en kosten heeft moeten maken, dat de reisorganisator hem een vergoeding verschuldigd is. De commis­sie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. De commissie acht het eventueel meer of anders gevorderde echter niet toewijsbaar.
 
Ingevolge het reglement van de commissie moet de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil voldoen.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.
 
Beslissing
 
De reisorganisator dient aan klager in totaal een bedrag van ƒ 475,– te voldoen.
Het klachtengeld van ƒ 125,– en het reeds aangeboden bedrag van ƒ 57,– zijn hierin begrepen.
Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
 
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen leden op 5 juli 2000.