Commissie: Groen
Categorie: (On)deugdelijke levering/reparatie/onderhoud
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
254552/380891
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Deze uitspraak betreft een geschil over een overeenkomst tot onderhoud van een tuin tussen consument en ondernemer. Volgens de consument heeft de ondernemer, voor dit onderhoud, twee keer zoveel in rekening gebracht als bij eerder gepleegd onderhoud. De ondernemer geeft aan dat hij sinds 2021 de kosten worden berekend op basis van werkelijk besteedde uren. Het onderhoud dat dit keer is gepleegd volgde op een periode waarin dit langere tijd niet is gedaan, waardoor dit ook door twee personen moest gebeuren. Vandaar dat het onderhoud meer tijd in beslag nam, en dus meer geld in rekening gebracht wordt. De consument is hier door de ondernemer op de hoogte gebracht.
Wat is de beslissing?
De commissie volgt bij haar beslissing in grote lijnen de zienswijze van de ondernemer. het gebruiken voor twee personen voor het onderhoud was gerechtvaardigd. ook omdat dit niet beperkt is door de consument in haar opdracht. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Groen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2024 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Ter zitting heeft de ondernemer het standpunt toegelicht. De consument heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kosten van werkzaamheden.
De consument heeft een bedrag van € 329,72 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft consument twee keer zoveel kosten in rekening gebracht als bij eerdere onderhoudswerkzaamheden.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Sinds het najaar van 2021 voeren wij het tuinonderhoud uit bij de consument en worden de kosten berekend o.b.v. de werkelijk besteedde uren en materialen (zie het bijgevoegde kostenoverzicht). Vanwege afwezigheid i.v.m. vakantie van onze medewerker heeft de consument medio juli 2023 telefonisch contact met ons opgenomen en ons mondeling opdracht gegeven om het onderhoud aan de tuin te laten uitvoeren. Onze medewerker heeft de werkzaamheden op 2 augustus 2023, samen met een collega, uitgevoerd. Omdat er tussen het laatst uitgevoerde onderhoud op 9 november 2022 en deze afspraak ruim 8 maanden geen onderhoud was uitgevoerd, nam de uitvoering van de werkzaamheden aanzienlijk meer tijd in beslag. Bij de opdrachtverlening is er tevens verzocht om, bij afwezigheid van de consument i.v.m. vakantie, het gazon te maaien. Onze medewerker heeft na de vakantie van de consument zelfs telefonisch contact opgenomen om te melden dat het aanzienlijk meer werk was dan voorzien. Wij zijn hierom van mening dat de door ons in rekening gebrachte kosten volledig terecht en correct zijn.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie in grote lijnen het standpunt van de ondernemer. Ter zitting is gebleken dat tussen de vorige onderhoudsbeurten en de onderhavige veel minder tijd zat dan tussen de laatste onderhoudsbeurt van november 2022 en augustus 2023. Dat verklaart ook de inzet van twee personen. Niet is gebleken dat de consument bij de opdracht beperkingen heeft aangebracht. De opdracht is opgevat als het uitvoeren van een onderhoudsbeurt. De klacht treft geen doel.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Daarom wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
Het in depot gestorte bedrag van € 329,72 wordt aan de ondernemer overgemaakt.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, B. van Swigchem en mr. M.J. Boon , leden, op 20 augustus 2024.