Doel reis was voet te zetten op de zuidpool. Door wijziging in planning dit doel niet gerealiseerd.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Programma    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 88949

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 25 juni 2013 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een bootreis voor twee personen naar de Zuidpool met verblijf op een boot op all inclusive basis, voor de periode van 9 februari 2014 t/m 6 maart 2014 voor de som van € 28.372,–.

Klager heeft op 18 maart 2014 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreid beschreven in aan partijen bekende brieven respectievelijk e-mails aan de reisorganisator.

Onze reis kende al geen goede start: allereerst moesten we anderhalf uur wachten op het vliegveld van Buenos Aires op vervoer en we vertrokken vijf uur te laat uit de haven omdat er nog getankt moest worden.
De hut die we kregen was de slechtste, namelijk helemaal voorin, zodat bij stevige wind het een vreselijke herrie was doordat iedere golf tegen de hutwand beukte. We hadden ook de meeste last van zeeziekte. Anderen die later hadden geboekt konden kiezen uit diverse hutten.
We zouden een oud walvisstation op het eiland South Georgia bezoeken, maar volgens de expeditieleider konden we in de Grytviken baai vanwege hoge golven niet landen en hebben we 24 uur liggen wachten.
Toen we bij de Zuidpool aankwamen hebben we enkele uren heen en weer gevaren en uiteindelijk zijn we met rubber boten op 100 meter langs de kust gevaren, maar we zijn niet aan land geweest. Dat had er mee te maken dat er mensen waren die minder mobiel waren en daarom kon men niet landen. Daarna zijn we weer naar volle zee en de volgende dag richting Argentinië gevaren. Op de voorlichtingsbijeenkomst was ons verteld dat we beschutting zouden zoeken tussen de eilanden en het vaste land en dat we tweemaal daags aan land zouden gaan. Die nacht lagen we de gehele nacht in een baai van Deception Island.
Er is ons wel een korting aangeboden op een volgende (boot)reis, maar de vliegtickets en de hotels zouden voor onze rekening komen. Dan gaat het om een bedrag van circa € 23.000,–.

Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreider beschreven in de aan partijen bekende brieven respectievelijk e-mails aan klager.

Reizen als deze zijn sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Daarom is in de Expedition Manual die klager heeft ontvangen op pagina vijf, eerste alinea vermeld dat door ijs en weersomstandigheden geplande activiteiten kunnen worden gewijzigd. Helaas zijn tijdens de reis van klager de weersomstandigheden op sommige dagen niet goed geweest, waardoor wijzigingen moesten worden aangebracht en waarbij de veiligheid steeds voorop stond.
Het is juist dat op het vliegveld van Buenos Aires even op de transfer moest worden gewacht. De vertrektijden van de boot zijn altijd onder voorbehoud. Er is niet gesproken over een voorkeur van hut waarna plaatsing ad random heeft plaatsgevonden.
In de Grytviken baai kon vanwege hoge golven niet worden geland.
In feite is er op de uitvoering van de reis niets aan te merken, maar zijn het de extreme weersomstandigheden die van zijn invloed zijn geweest en waardoor vanwege de veiligheid soms activiteiten moesten worden afgelast. Er valt op te wijzen van de acht landingen er zes wel hebben plaatsgevonden.
Het gedane aanbod van 50% korting op een volgende reis is niet uit als compensatie gedaan, maar uit klantvriendelijkheid en komt neer op een bedrag van omgerekend circa € 8.500,–.

De reisorganisator heeft d.d. 22 augustus 2014 een vergoeding aangeboden van 50% korting op een expeditiecruise, zijnde circa € 8.500,–.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Tussen partijen is in confesso dat wie een reis naar de Zuidpool boekt iets heel specials gaat doen. Dat is ook tot uiting gekomen in de wens van klager om alle continenten te hebben betreden. Het mag zo zijn dat zes van de acht landingen zijn uitgevoerd en dat weersomstandigheden roet in het eten kunnen gooien, maar dat neemt niet weg dat het meest wezenlijke onderdeel van de reis niet is uitgevoerd, namelijk het betreden van de Zuidpool.
Uit de overgelegde bescheiden en foto’s blijkt dat de weersomstandigheden niet dusdanig extreem waren dat landing niet mogelijk moet zijn geweest. Zo blijkt niet van hoge golven. Dat de landing niet is doorgegaan lijkt eerder het gevolg te zijn geweest van andere omstandigheden, zoals een geringe mobiliteit van andere deelnemers aan de reis en opgetreden (motor)problemen die hebben geleid tot reparaties. Juist nu het ging om de essentie van de reis had meer mogen worden verwacht. Als het mogelijk is in rubberboten op 100 meter uit de kust van de Zuidpool te varen had redelijkerwijs (in ieder geval door een kleine groep waartoe klager waarschijnlijk ook had behoord) ook kunnen worden geland. Het betekent dat klager minder heeft ontvangen dan wat hij redelijkerwijs mocht verwachten. De commissie acht de klachten van dien aard dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is.

De commissie acht het aanbod dat de reisorganisator heeft gedaan ter oplossing van de op zichzelf terechte klacht, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. Klager is ten onrechte niet op dit aanbod ingegaan. Omdat dit aanbod reeds voor het aanhangig maken van het geschil bij de commissie is gedaan, is de klacht ingevolge het reglement van de commissie in die zin derhalve ongegrond.
De reisorganisator is echter gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, nu de commissie dit een redelijke oplossing van het geschil acht. Nu de commissie geen aanbod via kortingsbonnen of in tegoedbonnen, etcetera accepteert zal de commissie uitgaan van de ter zitting geschatte tegenwaarde van de korting op een expeditie-cruise.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door klager verlangde wordt afgewezen.

De reisorganisator is echter gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan. Een en ander betekent dat de reisorganisator aan klager een vergoeding van € 8.500,– dient te betalen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 3 februari 2015.