
Commissie: Reizen
Categorie: Informatie schriftelijk
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI08-0569
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 28 juni 2007 via het boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor 4 personen naar Cancun in Mexico met verblijf in een hotel op basis van all inclusive, voor de periode van 26 april 2008 t/m 4 mei 2008 voor de som van € 5.318,–. Klager heeft op 21 mei 2008 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Bij het inchecken op Schiphol op 26 april 20008 kregen we bij de incheckbalie te horen dat onze zoon, die toen inmiddels 17 jaar was en die stond bijgeschreven in het paspoort van zijn vader, over een eigen paspoort diende te beschikken. We hebben toen direct op Schiphol een noodpaspoort geregeld. Om even na 11.00 uur kwamen we terug bij de incheckbalie, die toen net gesloten was. Dit terwijl het vliegtuig pas om 11.45 uur zou vertrekken en bovendien was het vliegtuig ook nog vertraagd. We begrijpen niet waarom we niet alsnog ingechecked konden worden. Het gevolg van een en ander is geweest dat onze hele vakantie niet is doorgegaan en we al ons geld kwijt zijn. We vinden dat het reisbureau ons had moeten mededelen dat kinderen vanaf 16 jaar over een eigen paspoort moeten beschikken. Verder heeft de gemeente Amsterdam, door mede te delen dat kinderen vanaf 18 jaar over een eigen paspoort moeten beschikken, ons onjuiste informatie verschaft. Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Op het reisbureau hebben we gevraagd of een bijschrijving van de kinderen op het paspoort van de ouder(s) een probleem zou zijn. Volgens het reisbureau was dat niet het geval. Dat onze vakantie niet is doorgegaan, weegt nog extra zwaar, nu we de reis zouden maken ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van mijn man. Bovendien zit ik inmiddels wegens MS in een rolstoel en kan ik een dergelijke reis nu niet meer maken. Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Op de boekingsbevestiging staat vermeld dat de reiziger voor Mexico over een geldig paspoort moet beschikken, dat na binnenkomst nog 6 maanden geldig is en dat een toeristen- of zakenvisum is vereist. Daarmee hebben we voldaan aan onze verplichting om algemene informatie te verschaffen over de benodigde reisdocumenten, zoals neergelegd in artikel 5 van de ANVR-Reisvoorwaarden. We vinden niet dat we gehouden zijn om een reiziger spontaan te informeren over de algemene regel dat kinderen vanaf 16 jaar over een eigen paspoort moeten beschikken. In artikel 5 is tevens bepaald dat wanneer de reiziger de reis niet (geheel) kan maken wegens het ontbreken van een geldig reisdocument, de gevolgen daarvan voor zijn rekening komen. Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. We vinden de gehele gebeurtenis, ook gezien de achtergrond van het hele verhaal, uitermate triest. We zijn echter niet gehouden om de financiële gevolgen voor onze rekening te nemen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Kern van het geschil betreft de vraag of het reisbureau klager had moeten informeren dat voor haar zoon, die ten tijde van de reis inmiddels 17 jaar was, een eigen paspoort is vereist. In artikel 5, lid 1, van de ANVR-Reisvoorwaarden is – samengevat – bepaald dat de reisorganisator algemene op de Nederlandse nationaliteit afgestemde informatie dient te verschaffen over paspoorten en visa. Aan die verplichting heeft de reisorganisator in dit geval voldaan. Deze informatieverplichting gaat naar het oordeel van de commissie niet zo ver, dat de reisorganisator klager ook had moeten informeren over de (algemene) regel dat kinderen vanaf 16 jarige leeftijd over een eigen paspoort moeten beschikken en een bijschrijving in het paspoort van de ouder(s) vanaf die leeftijd niet meer geldig is. Het behoort naar het oordeel van de commissie tot de eigen verantwoordelijkheid van klager hieromtrent zelf nadere informatie in te winnen. Dat klager naar zij stelt van de gemeente Amsterdam onjuiste informatie heeft gekregen kan zij niet aan de reisorganisator tegenwerpen. Of anders gezegd: de reisorganisator behoeft niet de financiële gevolgen te dragen van fouten die volgens klager door de gemeente zijn gemaakt. De commissie verwijst nog naar het bepaalde in het derde lid van artikel 5 van de ANVR-Reisvoorwaarden. Daarin is bepaald dat de reiziger zelf verantwoordelijk is voor het bij zich hebben van de benodigde documenten, zoals een paspoort dat aan alle geldigheidsvereisten voldoet. De zaak zou anders zijn geweest indien klager door het reisbureau onjuist zou zijn geïnformeerd, maar dat is onvoldoende komen vast te staan. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is. Ten overvloede wordt nog opgemerkt dat ook voor de commissie, mede gelet op het verhandelde ter zitting, voldoende is gebleken dat de gebeurtenis en de gevolgen daarvan voor klager in de gegeven omstandigheden heel schrijnend zijn. De commissie gaat er van uit dat de reisorganisator, zoals ter zitting ook is toegezegd, zich alsnog zal inspannen om te bezien of hij klager, zonder daartoe rechtens gehouden te zijn, enigszins tegemoet kan komen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 15 september 2008.