Geluidsoverlast ondanks vier sterren voor het aspect rust.

De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Accommodatie    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI03-2127

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 10 februari 2003 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een vliegreis voor vier personen naar Puerto Santiago (Tenerife) in Spanje met verblijf in een appartement op basis van logies voor de periode van 7 juli 2003 t/m 22 juli 2003 voor de som van € 2.224,–.

Standpunt van klager
 
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
 
De reisorganisator heeft in de reisgids vermeld dat er in Puerto Santiago een rustige en gemoedelijke sfeer heerste. Wij hebben vanwege de herrie negen van de veertien nachten niet of nauwelijks kunnen slapen, en dat terwijl er nota bene in een kadertje in de gids vier sterren worden toegekend voor de rust (vijf sterren is het maximum).
 
Wij hebben de hostess benaderd, die in eerste instantie nergens vanaf wist. Daarna zei ze dat het alleen voor een weekend was. Vervolgens beweerde ze dat er alleen wat in de avonduren was georganiseerd. Toen wij erachter kwamen dat dit niet zo was, werden we door haar afgewimpeld.
 
Later op de dag hebben we gebeld om een andere accommodatie te eisen. Wij hadden inmiddels namelijk gehoord dat het wel degelijk om nachtelijke feesten zou gaan. De hostess heeft echter niets voor ons gedaan. Ze wilde eerst bij de gemeente informeren, waarna ze weer met ons contact zou opnemen. Ook dit heeft ze niet gedaan.
 
De reisorganisator gaat niet echt in op onze klacht. We worden niet serieus genomen.   

Klager stelt niet tevreden te zijn met het door de reisorganisator gedane aanbod d.d. 2 oktober 2003, maar verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Daar wij van mening zijn dat ons standpunt uitvoerig en duidelijk is verwoord in de reeds gevoerde correspondentie, verwijzen wij hier kortheidshalve naar. Ter beoordeling staat de hoogte van de vergoeding. 
 
De reisorganisator heeft d.d. 2 oktober 2003 een vergoeding aangeboden van € 200,– in de vorm van een reischeque. Bij brief van 11 februari 2004 aan de commissie heeft de reisorganisator dit bedrag aangeboden in contanten. 

Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
Met klager is de commissie van oordeel dat, gelet op de vier sterren die zijn toegekend voor het aspect rust, een rustige omgeving mocht verwachten. Vaststaat dat dit geenszins het geval is geweest. Klager heeft een aanzienlijk deel van zijn vakantie geluidslast ondervonden van de festiviteiten die plaatsvonden voor de deur van zijn hotel. 
 
De reisorganisator heeft coulancehalve een vergoeding aangeboden voor het door klager onder­vonden ongemak. De klacht met betrekking tot de geluidsoverlast is echter niet erkend, omdat de reisorganisator zich op het standpunt stelt dat klager een alternatieve accommodatie is aange­boden, die klager vervolgens heeft geweigerd.
 
Klager daarentegen ontkent ten stelligste dat er op enig moment een dergelijke alternatieve accommodatie is aangeboden. Als dit was gebeurd, had klager – gelet op de enorme geluidsoverlast – maar al te graag van dit aanbod gebruik gemaakt, zo heeft klager ter zitting desgevraagd verklaard.  
 
Ter zitting heeft de vertegenwoordigster van de reisorganisator een hostessrapport overgelegd, waarin de klacht van klager gedetailleerd wordt beschreven. Niet vermeld is echter dat de hostess klager een alternatieve accommodatie heeft aangeboden. Verder heeft de vertegenwoordigster van de reisorganisator verklaard dat de hostess destijds het volgende heeft meegedeeld: “Als ze zouden willen verhuizen, dan zouden ze naar Playa de las Americas of Los Cristianos kunnen gaan”. Ook hieruit blijkt niet dat de hostess een concreet aanbod voor een alternatieve accommodatie heeft gedaan. Het moet er volgens de commissie dan ook voor worden gehouden dat klager geen alternatieve accommodatie is aangeboden.
 
Op grond van het voorgaande, en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat het boekingskantoor bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft onder­vonden, dat het boekingskantoor klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding met inachtneming van het voorgaande vast op het hierna te noemen bedrag.

Derhalve wordt beslist als volgt.

Beslissing
 
De commissie verklaart de klacht gegrond.
 
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 500,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
 
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 2 maart 2004.