
Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: commissie onbevoegd
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring
Uitkomst: onbevoegd
Referentiecode:
235065/275925
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen, omdat uit de stukken blijkt dat eerst moet worden
vastgesteld of de commissie bevoegd is om met bindend advies te beslissen in het geschil van
partijen en/of klager in zijn klacht ontvankelijk is.
De geschillencommissie Installerende Bedrijven (hierna: de commissie) heeft kennisgenomen van de
overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 14 juni 2024 te Den Haag en digitaal (via Zoom).
De beoordeling van de bevoegdheid van de commissie
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit de stukken blijkt dat door de ondernemer op 15 april 2022 is geoffreerd aan de
rechtspersoon/besloten vennootschap van de consument en dat het (alleen)
die offerte is geweest die is geaccepteerd.
Door de ondernemer is ook alleen voormelde besloten vennootschap achtereenvolgens gefactureerd
voor op basis van die offerte verrichtte werkzaamheden c.q. geleverde materialen, en niet de consument in persoon.
Niet is gebleken dat de voormelde rechtspersoon niet voor zichzelf optrad maar (alleen) als
rechtstreeks vertegenwoordiger van de consument in persoon heeft te gelden. Dat volgt niet
uit de door de consument gestelde – maar overigens niet aangetoonde – omstandigheid dat hij de
facturen in privé heeft voldaan. Immers staat het eenieder vrij om betalingen te doen op schulden van
een ander.
De conclusie moet dan ook zijn dat niet is komen vast te staan dat tussen de in het hoofd van deze
voorbeslissing vermelde partijen een overeenkomst is gesloten waarvan de hier relevante Algemene
Voorwaarden voor Installatiewerk voor Consumenten (AVIC) deel hebben kunnen uitmaken.
In die algemene voorwaarden is artikel 20 het hier voor de bevoegdheid van de commissie relevante
bindend adviesbeding opgenomen op basis waarvan de commissie bevoegdheid toekomt om in de
daar geduide geschillen te beslissen middels bindend advies.
Samenvattend: voor de bevoegdheid van de commissie om met bindend advies in het geschil van
deze partijen te kunnen beslissen, is vereist dat partijen dat expliciet zijn overeengekomen. Dat blijkt
dus niet het geval te zijn, want tussen partijen is niet sprake van een overeenkomst.
De commissie kan dus niet toekomen aan de beoordeling of klager ontvankelijk is in zijn klacht.
Ook behoort het niet tot taak van de commissie om te beoordelen of mogelijk een andere
geschillencommissie wel bevoegd is om in het inhoudelijke geschil te oordelen met bindend advies.
Daarom wordt bij wijze van voorbeslissing als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil van bovengenoemde partijen te behandelen.
Verzoekt het secretariaat van deze commissie om te bekijken of en in hoeverre het – kennelijk
bestaande – geschil tussen de bovengenoemde rechtspersonen een zakelijk geschil is dat mogelijk
valt onder de bevoegdheid/reikwijdte van een andere geschillencommissie.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit
mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer P.A. Frank en mr. B.J. van Gent, leden, op 14 juni 2024.