Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Betaling
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
72751
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de beëindiging van een [naam abonnementsvorm] contract. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft zonder pardon mijn contract beëindigd. Het contract zou in maart 2010 eindigen, maar dat werd al in oktober 2009 gedaan. Ik heb de laatste zes maanden niet kunnen bellen. Zonder te vermelden waarom, moest ik ineens een afkoopsom voor de resterende tijd van mijn contract betalen. Na een betalingsregeling te hebben afgesproken en al een betaling te hebben gedaan, werd het dossier verkocht aan een derde partij. Van [die derde partij] heb ik behoorlijk veel last gehad tot aan de rechtszaal toe. De ondernemer had het dossier nooit mogen verkopen en ik stel hem dan ook aansprakelijk voor de 18 maanden vol stress. Ik eis een aanzienlijke vergoeding. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Er is geen sprake van contractbreuk. Het contract is voortijdig beëindigd wegens het uitblijven van betaling van meerdere facturen. In juli 2009 is het abonnement geblokkeerd voor uitgaande diensten. Nadat de consument het openstaande bedrag had voldaan, werd de blokkade opgeheven in augustus 2009. Op 8 oktober 2009 werd de aansluiting voor de tweede maal geblokkeerd. Hoewel de consument volgens onze contactnotities op 30 oktober 2009 informeerde naar de betalingsachterstand, bleef betaling van de openstaande facturen uit. Hierop is op 17 november 2009 de aansluiting voortijdig beëindigd en een afkoopsom in rekening gebracht op de factuur van december 2009. De consument heeft op 10 december 2009 zelf geïnformeerd naar het openstaande bedrag. Er was geen betalingsregeling getroffen. De consument geeft geïnformeerd hoe hij er voor kon zorgen dat zijn aansluiting weer actief zou worden. Hij heeft het openstaande bedrag van de facturen van oktober en november overgemaakt onder vermelding van het factuurnummer van december. De betaling is hierdoor geboekt op de factuur van december, waardoor de facturen van oktober en november open bleven staan en de vordering werd verkocht. Als de consument het bedrag onder vermelding van het juiste factuurnummer dan wel zijn klantnummer had overgemaakt, als de vordering niet verkocht aan [een derde partij]. Het is niet na te gaan wat er destijds exact is besproken over het reactiveren van de aansluiting. Het is bovendien erg ongelukkig dat de overdracht heeft plaatsgevonden wegens een verkeerd betalingskenmerk en een aantal dagen te laat contact met ons. Met het oog hierop hebben wij op 17 december 2012 uit coulance een bedrag van € 250,– aangeboden, uit te betalen aan de consument. De consument stelt dit bedrag nooit te hebben ontvangen. Uit onze gegevens blijkt echter dat het bedrag op 8 januari 2013 is uitbetaald op de rekening van de consument. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is de commissie van oordeel dat de oorzaak van het geschil toch ligt in het incorrecte betalingsgedrag van de consument. De consument had op grond van zijn eigen administratie moeten kunnen nagaan welke facturen hij nog niet had betaald. Dat hij bij de betaling in december 2012 het factuurnummer van december heeft gebruikt, ligt geheel in zijn risicosfeer. Daarom kan niet gezegd worden dat de ondernemer niet bevoegd was de vordering over te dragen aan een derde. Voor zover de consument zich door die derde onheus bejegend voelt, dient hij zich tot die derde te wenden; dat heeft de kantonrechter ook zo overwogen. De commissie ziet geen aanleiding aan de consument een hogere vergoeding toe te kennen dan de ondernemer reeds heeft aangeboden. De commissie acht het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De consument is ten onrechte niet op dit aanbod ingegaan. De commissie acht de klacht ongegrond. De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, nu de commissie dit een redelijke oplossing van het geschil acht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie, op 25 april 2013.