Commissie: Klussenbedrijven
Categorie: (on)deugdelijke levering / uitvoering
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
121255
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in het najaar van 2017 tussen de consument en de ondernemer partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden – verbouwingswerkzaamheden waaronder het opmetselen van en openhaard ten behoeve van een gesloten (hout) haard. –
De overeenkomst is uitgevoerd in november 2017.
De consument heeft een bedrag van € 2.470,92 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Er is een open haard geleverd die niet correct is aangesloten en er is verzuimd correct advies te geven. De diameter van het afvoerkanaal is te klein. De ondernemer is zonder kennis van zaken aan de slag gegaan waardoor er nu voor € 4.587,– incl. BTW werk is om een werkende houthaard te krijgen.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Na het aantreffen van asbest in de openhaard werd besloten deze niet te slopen. Consument heeft toen gevraagd om plaatsing van een open haard en daarvoor werd gevraagd de openhaard weer op te metselen. Wij hebben toen gezegd: als er een open haard zit zal er ook een dichte open haard kunnen zitten. Maar de ingang bleek te nauw. Het probleem oplossen bleek duur: ik heb toen ter compensatie voorgesteld de helft van deze kosten, derhalve € 2.178,– voor mijn rekening te nemen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In de discussie tussen partijen omtrent de vraag wie nu wat heeft moeten onderzoeken met betrekking tot (het kanaal van) de openhaard heeft de commissie de indruk dat in deze zaak een zwaardere onderzoeksplicht op de ondernemer als professional lijkt te liggen. Zijn aanbod om het geschil op te lossen acht de commissie echter alleszins redelijk om tot een oplossing te geraken.
De commissie acht het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De consument is ten onrechte niet op dit aanbod ingegaan. De commissie acht de klacht ongegrond.
De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, nu de commissie dit een redelijke oplossing van het geschil acht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, te weten betaling van
€ 2.178,– aan de consument, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan.
Het depotbedrag van € 2.470,92 dient als volgt te worden verdeeld: € 2.178,– wordt overgemaakt aan de consument en € 292,92 wordt overgemaakt aan de ondernemer, er van uitgaande dat de ondernemer zijn aanbod (nog) niet heeft voldaan aan de consument.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussenbedrijven, bestaande uit
mr J. van der Groen, voorzitter, mevrouw mr. M.J. Boon en R.C. Schenk, leden, op 11 januari 2019.