Commissie: Notariaat
Categorie: Kwaliteit dienstverlening
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
96033
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
De cliënt stelt dat de notaris niet heeft gehandeld zoals een redelijk handelend notaris betaamt, doordat hij voor de levering van het door de cliënt gekochte appartementsrecht niet heeft gecontroleerd of de erfpachtcanon door de verkoper was voldaan.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt de klacht op het volgende neer.
Op 1 oktober 2014 heeft de cliënt bij de notaris de leveringsakte getekend van zijn nieuwe woning te Amsterdam. Enkele weken na de levering heeft de cliënt van de gemeente Amsterdam een aanmaning ontvangen voor een onbetaalde factuur aan verschuldigde erfpacht voor het appartementsrecht. Aangezien de onbetaalde factuur de periode vóór de levering betrof, en derhalve voor rekening van de verkoper was, heeft de cliënt de notaris verzocht dit probleem op te lossen. In de hierop volgende maanden is de notaris in gebreke gebleven het probleem op te lossen of het bedrag te vergoeden, zodat de cliënt, teneinde verdere escalatie en invorderingsmaatregelen te voorkomen, tot betaling van het openstaande bedrag ad € 2.027,57 is overgegaan.
De cliënt verwijt de notaris te zijn kort geschoten in zijn zorgplicht door voor de levering van het appartementsrecht niet te controleren of er nog openstaande facturen waren met betrekking tot de erfpacht. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst de cliënt naar een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam. De cliënt vordert vergoeding van de door hem geleden schade, bestaande uit het aan de deurwaarder betaalde bedrag ad € 2.027,57, te vermeerderen met de kosten voor het indienen van de klacht bij de geschillencommissie.
Standpunt van de notaris
De notaris heeft binnen de door de commissie gestelde termijn geen reactie gegeven op de klacht van de cliënt.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
Vast staat dat door de cliënt op 11 juli 2014 een appartementsrecht is gekocht te Amsterdam, waarvan de akte van levering door partijen op 1 oktober 2014 ten overstaan van de notaris is getekend.
Als niet weersproken is tevens komen vast te staan dat op het moment van levering van het appartementsrecht de erfpachtcanon over de periode 16 februari 2014 tot 16 augustus 2014 ad € 2.007,66 (hoofdsom; vermeerderd met een bedrag van € 19,91 in totaal een bedrag van € 2.027,57) nog niet betaald was. Aangezien koper naast verkoper hoofdelijk verbonden is, heeft de gemeente de koper gemaand tot betaling van de verschuldigde canon.
De commissie overweegt dat het onder de zorgplicht van een notaris valt om, in het geval dat bij de levering een verrekening van erfpachtcanon plaatsvindt, hetzij te controleren of de canon door de verkoper is voldaan, hetzij de betrokken partijen mede te delen dat hij daarvoor geen zorg draagt en hen te adviseren om dat zelf te controleren. Deze zorgplicht geldt eens te meer in het geval dat de notaris de verrekening in de nota van afrekening opneemt en de verrekening aldus onderdeel laat zijn van de betalingen die via zijn kwaliteitsrekening lopen.
In onderhavig geschil is onweersproken komen vast te staan dat de notaris voorafgaand aan de levering van het appartementsrecht nagelaten heeft te controleren of de erfpachtcanon door de verkoper was voldaan, terwijl de verrekening van erfpacht door de notaris wel was opgenomen in de nota van afrekening. De commissie is van oordeel dat de notaris hiermee is tekortgeschoten in zijn zorgplicht en niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelende notaris verwacht mag worden. De door de cliënt gestelde en door de notaris onbetwiste schade, bestaande uit het bedrag
ad € 2.027,57 komt dientengevolge voor vergoeding in aanmerking.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de cliënt gegrond;
– bepaalt dat de notaris een bedrag van € 2.027,57 aan de cliënt dient te vergoeden;
– bepaalt dat overeenkomstig het reglement van de commissie de notaris het klachtengeld
ad € 77,50 aan de cliënt, die deze kosten heeft voldaan, dient te vergoeden.
Bovendien is de notaris overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 115,– aan de commissie verschuldigd als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil.
Aldus beslist op 25 september 2015 door de Geschillencommissie Notariaat.