Hoge facturatie nadat de meter een jaar lang kapot is geweest

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Meterstanden / Tussenadvies    Jaartal: -
Soort uitspraak: tussenadvies   Uitkomst: aanhouding beslissing   Referentiecode: 221796/224754

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In deze uitspraak is sprake van een energieleveringsovereenkomst tussen een consument en ondernemer. De consument is van mening dat hij door onjuiste meterstanden teveel heeft betaald. Hij had bij de ondernemer een flexibel contract op basis van de geldende marktprijzen. Op enig moment is de gasmeter kapot gegaan. Een jaar later is de meter weer hersteld. In de tussenliggende periode heeft de meter geen standen doorgegeven. Hierdoor is er door de ondernemer niks aan de consument gefactureerd. Na herstel is er een discrepantie ontstaan tussen het verbruik in de opname van de netbeheerder en het verbruik in het totaaloverzicht van de ondernemer, over de maanden dat de meter kapot was. Het gaat om een verschil enkele tientallen kubieke meters. Na aanvang van dit geschil is er een herberekening gemaakt op basis van een andere rekenmethode. Hier is door de ondernemer een verschil van 40, 55 EUR berekend.

Wat is de beslissing?

De commissie is van mening dat de meterstanden concreter moeten worden berekend. Hierbij moeten de meterstanden zoveel mogelijk de werkelijkheid benaderd. Hiervoor moeten ook het werkelijke verbruik in de maanden vanaf het moment dat de meter weer is gemaakt tot het moment van aanvang van het geschil worden meegenomen. De ondernemer wordt een maand de tijd gegeven om dit opnieuw te berekenen volgens de twee rekenmethodes.

De uitspraak

De consument heeft een zogeheten variabele energieleveringsovereenkomst gesloten. Toen de meter niet meer uitgelezen kon worden zijn geen meterstanden meer doorgegeven en is de facturatie gestaakt. Een jaar later is door de netbeheerder de meter vervangen en werd het verbruik bekend. De consument meent dat te veel in rekening wordt gebracht als het verbruik evenredig over het jaar wordt verdeeld. De commissie vraagt de ondernemer een herberekening te maken.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De commissie stelt vast dat de klacht tijdig is ingediend. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 1 november 2023 te Utrecht. Partijen hebben ter zitting (videoconferentie) hun standpunt toegelicht.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
De consument voert aan dat hij vanaf december 2021 klant is bij de ondernemer op basis van een flexibel contract waarbij de tarieven voor stroom en gas afhankelijk zijn van de geldende marktprijzen op het moment van verbruik. In maart 2022 kon de gasmeter niet meer uitgelezen worden en na melding van de consument heeft de ondernemer een reparatie aangevraagd bij de netbeheerder. Pas een jaar later is de meter vervangen zonder dat de eindstand van de oude meter aan de consument is doorgegeven.

Er is een eindfactuur opgesteld o.b.v. een meterstand die de netbeheerder aan de ondernemer heeft doorgegeven en de ondernemer heeft op basis daarvan het verbruik evenredig over de maanden van het jaar doorbelast tegen de gemiddelde tarieven van de betreffende maand. De consument acht dat zeer ongunstig en trekt de eindstand in twijfel. Daarom is op 17 mei 2023 een klacht ingediend. Volgens de consument is niet ingegaan op zijn argumenten en geen voorstel gedaan om de klacht op te lossen.

Volgens de consument moet de ondernemer het gasverbruik inzichtelijk maken door de opname van de netbeheerder te bevestigen. Vervolgens moet het verbruik op basis van het verbruik in 2021 verdeeld worden over de maanden van het jaar en afgerekend worden tegen de gemiddelde gasprijs van de betreffende maand.

In het voorstel van de ondernemer is op profielbasis een maandverbruik over de periode maart 2022 t/m maart 2023 opgegeven. Het totaalverbruik over deze maanden komt volgens deze opgaaf op 1.839 m³. Volgens eindfactuur is het verbruik over deze periode echter 1.683 m³. Op de eindfactuur staat tevens het verbruik over april 2023 van 88 m³. In deze maand was de meter hersteld, dus betrof dit het werkelijke verbruik. Samen met het verbruik van 1683 m³ over de periode van de meterstoring (maart 2022 t/m maart 2023) wat het totaal verbruik op de factuur 1.771 m³. Dus in geen geval de nu opgegeven 1.839 m³.

De ondernemer voert verweer en wijst erop dat bij aanvang van de leveringsovereenkomst de consument over een werkende slimme meter beschikte. Na 16 maart 2022 is de gasmeter gestopt met standen doorgeven. Op 28 maart 2023 (een jaar later dus) is de meter vervangen en kwamen er weer standen binnen. Bij de meterwissel is een fysieke opname gedaan door de monteur. Het werkelijke verbruik van de storingsperiode is daarom bekend. Door de storing is de facturatie echter gestokt, want zonder data kunnen geen facturen worden opgemaakt. De consument heeft daarom na mei 2022 geen facturen meer ontvangen.

Vanwege het gebrek aan data had conform de voorwaarden het verbruik kunnen worden afgerekend op basis van een modelcontract wat veel duurder was geweest. Er is echter het verbruik over de storingsperiode lineair opgevuld en daarmee afgerekend op basis van de gemiddelde marktprijs. Het hoge bedrag van de eindafrekening is simpelweg te verklaren omdat de consument maandenlang geen termijnfacturen heeft ontvangen en dus ook niets vooruitbetaald heeft om de klap van de eindafrekening op te vangen. De stroommeter heeft geen last gehad van de storing en heeft daarom wel meetdata verstuurd. Deze zijn daarom op een apart contract gezet en gewoon op dynamisch afgerekend. Het betekent dat de afrekening terecht is en volledig voldaan moet worden en dat kan ook via een betalingsregeling.

In verband met de klacht bij de geschillencommissie is de zaak nogmaals beoordeeld. Een energieleverancier is niet verantwoordelijk voor de meterstanden, dit ligt buiten de invloedssfeer van de energieleverancier en is een verantwoordelijkheid van de netbeheerder. Juist voor situaties (meterstoring) zoals deze is een methodiek afgesproken over het vaststellen van het verbruik. Normaliter gebeurt dat door het lineair opvullen van het verbruik. Omdat de consument heeft aangegeven dat dit zorgt voor hogere kosten is een herberekening gemaakt op basis van het profiel van de consument. De totale kosten tussen 1 maart 2022 en 28 maart 2023 op de eindafrekening minus netbeheerkosten en vaste leveringskosten bedragen € 3.185,21. Het verbruik is vermenigvuldigd met dezelfde tarieven als op de eindafrekening genoteerd staan.

Dat betekent dat de totale kosten op profielbasis: € 3.144,66 bedragen. Het verschil tussen de twee methoden komt daarmee op een bedrag van € 40,55 die de consument bij wijze van tegemoetkoming als korting ontvangt. Overige klachten met betrekking tot de meterstanden dienen aan de netbeheerder te worden gericht.

De commissie oordeelt als volgt.

Tussen partijen is niet in geschil dat het verbruik van consument berekend moet worden aan de hand van de meterstanden van een zogeheten slimme gasmeter. Ook is niet in geschil dat in de periode 16 maart 2022 tot 28 maart 2023 niet automatisch meterstanden zijn doorgegeven omdat de gasmeter defect was.

Op laatstgenoemde datum is de meterstand opgenomen door de monteur die de meter had vervangen. De commissie gaat uit van deze meterstand, maar omdat de consument betwist die meterstand te hebben ontvangen dient de ondernemer de consument hiervan (nogmaals) op de hoogte te brengen, bijvoorbeeld door middel van een door de netbeheerder afgegeven verklaring. Immers niet een energieleverancier maar de netbeheerder is belast met het opmaken van de meterstand.

De ondernemer heeft zowel een berekening gemaakt op lineaire basis alsook op profielbasis, met verschillende uitkomsten, namelijk een verschil in het te betalen bedrag van € 40,55.

Naar het oordeel van de commissie dient de werkelijkheid zoveel mogelijk te worden benaderd en nu de door de ondernemer gehanteerde cijfers betrekking hadden op de periode tot en met maart 2023 en er inmiddels zeven maanden zijn verstreken, dienen ook de maanden april tot en met oktober 2023 in de becijfering zowel op lineaire basis als ook op profielbasis te worden begrepen.

De commissie stelt daarom de ondernemer in de gelegenheid om binnen een maand na verzending van dit advies nieuwe becijferingen te maken op zowel lineaire basis als profielbasis voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 oktober 2023. Nu het gasverbruik over de periode 16 maart 2022 tot en met 28 maart 2023 slechts in totaal bekend is, en niet per dag, week of maand, zal aan de consument door de ondernemer het laagste van beide becijferingen in rekening kunnen worden gebracht.

Na toezending van beide becijferingen door de commissie aan de consument heeft de consument twee weken de gelegenheid een schriftelijke reactie aan de commissie te doen toekomen.

Vervolgens zal de commissie op basis van de dan overgelegde bescheiden een eindbeslissing nemen, tenzij een der partijen gemotiveerd om een mondelinge behandeling verzoekt. In de dan te nemen beslissing zal de commissie ook beoordelen aan welke partij het in depot gestorte bedrag van € 3.090,60 toekomt.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De hiervoor verlangde aanvullende, door de ondernemer te verschaffen informatie, wordt na ontvangst door de commissie in afschrift aan de consument gezonden. Deze wordt in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken een schriftelijke reactie aan de commissie kenbaar te maken. De commissie zal vervolgens in beginsel zonder nadere mondelinge behandeling op basis van de stukken bindend adviseren.

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, mevrouw mr. W.N. Kip, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 1 november 2023.