
Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Betaling
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ECD08-0350
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de termijn van incasso van de abonnementskosten. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument stelt dat de ondernemer de bij vooruitbetaling verschuldigde abonnementskosten te vroeg incasseert. De ondernemer incasseert de hiervoor verschuldigde bedragen ongeveer tien dagen voor de eerste dag van de maand waarop de abonnementskosten betrekking hebben. Dat kan ook één of twee dagen voor de eerste dag. De consument verlangt dat de ondernemer de abonnementskosten pas op de laatste dag van de maand incasseert. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft aangevoerd dat zij voor alle klanten dezelfde manier van factureren hanteert. Als gevolg van de fusie van drie bedrijven dienden de verschillende incassoprocessen gelijk getrokken te worden. Dit heeft voor de consument geleid tot een zeer vroege incassodatum in augustus en september 2008. Inmiddels is het incassoproces aangepast en is de incassodatum weer verschoven naar de laatste week van de maand. De commissie heeft in een eerdere uitspraak aangegeven een incassodatum die ligt in de laatste week van de maand acceptabel te vinden. De klacht van de consument is ongegrond. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie heeft tijdens de zitting vastgesteld dat partijen het er over eens zijn dat een overmaking per bank gemiddeld twee dagen in beslag neemt. Ook zijn partijen het er over eens dat het bij deze klacht niet gaat om de in de overgangsperiode gehanteerde incassotermijn maar om de structureel gehanteerde incassotermijn die inhoudt dat de vooraf verschuldigde abonnementskosten op de 22e of de 23e van de voorafgaande maand worden afgeschreven van de bankrekening van de consument. In de overeenkomst noch in de toepasselijke algemene voorwaarden van de ondernemer wordt vastgesteld vanaf wanneer de vooraf verschuldigde abonnementskosten door de ondernemer automatisch geïncasseerd mogen worden. De commissie ziet zich dan ook gesteld voor de vraag of de termijn die de ondernemer hanteert een redelijke termijn is. De commissie overweegt hiertoe het volgende. De abonnementskosten zijn vooraf verschuldigd, hetgeen betekent dat de abonnementskosten op de eerste dag van de betreffende maand op de bankrekening van de ondernemer bijgeschreven moeten zijn. De suggestie van de consument om de abonnementskosten pas op de eerste dag van de betreffende maand af te schrijven, moet om die reden reeds van de hand worden gewezen. Tijdens de zitting heeft de consument gesteld dat zijn aanbieder van vaste telefonie en zijn energieleverancier omstreeks de 23e van iedere maand de abonnementskosten incasseren. Zijn zorgverzekering incasseert pas omstreeks de 28e van de maand. In een andere zaak heeft de commissie een nagenoeg gelijke betalingstermijn als die de ondernemer hanteert voorshands acceptabel gevonden. Hoewel de commissie het standpunt van de consument goed kan begrijpen en de incassotermijn naar haar inschatting ook wel korter zou kunnen, is de commissie van oordeel dat de door de ondernemer gehanteerde termijn niet onredelijk (te) lang en daarmee ongerechtvaardigd is. Het enkele feit dat de termijn korter zou kunnen zijn, betekent nog niet dat de ondernemer onredelijk jegens de consument handelt. De commissie baseert dit oordeel vooral op de ook door andere leveranciers van de consument gehanteerde incassotermijnen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektronische Communicatiediensten op 16 januari 2009.