Ondernemer kan geen verwijt worden gemaakt

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 171116/174186

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Eerder is een tussenadvies uitgesproken, waarin de consument in de gelegenheid is gesteld contact op te nemen met de netbeheerder. De eerder ingenomen stelling van de consument dat de hoge energierekening te wijten zou zijn aan defecte meters is op basis van de aangeleverde informatie niet komen vast te staan. De door de consument gevorderde vergoeding wijst de commissie af. Immers, naar het oordeel van de commissie kan de ondernemer in deze situatie geen verwijt worden gemaakt. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies de eindbeslissing aangehouden.

De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken waaronder de stukken die na het tussenadvies zijn ingebracht.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de hoogte van de door de ondernemer bij jaarrekening van 14 oktober 2021 in rekening gebrachte energiekosten.

Standpunt van de consument na tussenadvies
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. De inhoud hiervan wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd.

Standpunt van de ondernemer na tussenadvies
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. De inhoud hiervan wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie is van oordeel dat de zaak thans op basis van hetgeen na tussenadvies is ingebracht kan worden afgedaan zonder een (nieuwe) mondelinge behandeling.

Bij tussenadvies heeft de commissie onder meer bepaald dat de consument binnen 3 maanden na verzending van deze beslissing en na schouwing dan wel ijking van de meters door de netbeheerder de commissie van de daaruit naar voren gekomen informatie van de netbeheerder moet voorzien.

De consument heeft de commissie niet voldoende van informatie voorzien. Weliswaar is naar voren gekomen dat de consument contact heeft opgenomen met de netbeheerder en de meters inmiddels zijn vervangen maar niet gebleken is wat de reden voor vervanging is geweest en met name of deze oude meters ten behoeve van de energielevering door de ondernemer aan de consument al dan niet voldeden aan de wettelijke vereisten. Het enkele gegeven dat de meters vervangen zijn is daartoe onvoldoende redengevend. De stelling van de consument dat de hoge energierekening te wijten zou zijn aan defecte meters is dan ook niet komen vast te staan.

Uit hetgeen partijen over en weer naar voren hebben gebracht en hebben ingebracht is de commissie voorts van oordeel dat de ondernemer op goede gronden na herhaalde schriftelijke uitleg, een kosteloze aanmaning, een niet succesvolle incassotraject en een schriftelijke vooraankondiging einde levering kon overgaan tot eenzijdige beëindiging van de met de consument gesloten energie overeenkomst. De consument heeft tot op heden geen andere energieleverancier gezocht en betrekt de energie naar zijn zeggen van de netbeheerder. Deze handelswijze komt voor zijn rekening en risico.

De door de consument gevorderde vergoeding die de ondernemer zou moeten betalen, wijst de commissie af. Daarbij is het volgende van belang. Voor een correctie aan een defecte meter zijn energieleveranciers afhankelijk van het oordeel van de eigenaar van de betreffende meter, de regionale netbeheerder. Voor een controle aan de meters, is de regionale netbeheerder afhankelijk van de medewerking van de bewoner. In dit geval stelt de commissie vast dat de consument voorafgaande aan de tussenbeslissing van de commissie tegen beter weten in en na herhaald verwijzen naar de netbeheerder door de ondernemer geen contact heeft opgenomen met de netbeheerder dan wel deze niet in staat heeft gesteld de meters te schouwen. Dergelijk gedrag komt dan ook voor zijn rekening en risico.

De ondernemer treft in deze dan ook geen verwijt en heeft naar het oordeel van de commissie genoegzaam getracht tot een oplossing in deze te komen. De omstandigheid dat het gasverbruik op de door de consument betwiste jaarafrekening door de netbeheerder in juli 2022 is aangepast en de meters na de tussenbeslissing van de commissie uiteindelijk zijn vervangen kan daar niet aan afdoen.

Ook de wettelijke vergoeding die de consument na wijzen van het tussenadvies verlangt van de ondernemer wijst de commissie af nu de ondernemer niet(meer) de energieleverancier is van de consument en de consument zijn energie nu juist betrekt van de netbeheerder.

Op grond van het voorgaande is de commissie thans van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Hetgeen partijen voorts nog hebben aangevoerd behoeft geen bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. SJ.S. Bakker, mevrouw mr. J.M. Hoekstra, leden, op 17 maart 2023.