Ondernemer kan opvangovereenkomst over het aantal gefactureerde uren niet eenzijdig wijzigen

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 79812/97672

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Volgens de consument is het aantal uren dat in rekening wordt gebracht verhoogd, zonder dat de opvanguren veranderd zijn. De consument eist dat de extra uren geschrapt worden en alleen de tariefwijziging wordt doorgevoerd. De ondernemer stelt dat in eerste instantie in de overeenkomst gerekend wordt met een gemiddeld aantal uren per dag in plaats van de daadwerkelijke lengte van de opvangdag. In de praktijk konden ouders hierdoor gebruik konden maken van meer opvanguren dan waarvoor betaald werd. Door een aantal veranderingen, waaronder het invoeren van een continurooster op veel scholen, is dit systeem niet meer kostendekkend. Daarom is de ondernemer overgegaan op een systeem waarbij de overeenkomst is aangepast naar het aantal daadwerkelijke gebruikte uren. De centrale oudercommissie heeft hiermee ingestemd. De commissie oordeelt dat de ondernemer geen geldige reden heeft om de overeenkomst, zonder instemming van de consument te wijzigen. De klacht van de consument is gegrond. De ondernemer moet het verschil in gemaakte kosten terugbetalen.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de eenzijdige wijziging van de overeenkomst door de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft het aantal opvanguren dat in rekening wordt gebracht per 2021 verhoogd zonder dat de opvanguren feitelijk zijn gewijzigd. De ondernemer heeft hiervoor als reden de betere aansluiting op schooltijden genoemd.

In de algemene voorwaarden die op de overeenkomst van toepassing zijn is geen mogelijkheid opgenomen op het aantal uren eenzijdig te verhogen. In antwoord op de klacht verwijst de ondernemer naar artikel 15 van de algemene voorwaarden. Aan de in dat artikel genoemde voorwaarden is niet voldaan.

De consument wil dat de extra uren die per 2021 in rekening worden gebracht worden geschrapt en dat alleen de tariefwijziging in rekening wordt gebracht.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij het aangaan van de overeenkomst waarin de buitenschoolse opvang van de kinderen van de consument is overeengekomen is gerekend met een gemiddeld aantal afname uren per dag, ongeacht de werkelijke lengte van de opvangdag.

Deze manier van werken heeft de ondernemer toegepast bij alle klanten in de gemeente Lelystad. In de praktijk betekende dit dat de ouders vaak van meer opvanguren gebruik konden maken dan waarvoor betaald werd. In de overige steden in het verzorgingsgebied van de ondernemer worden de werkelijke uren (eindtijd school tot sluitingstijd opvanglocatie) in rekening gebracht, hetgeen gebruikelijk is in de branche. Het werken met gemiddelde uren werd door veel klanten gezien als niet transparant.

Afgelopen jaar heeft een groot aantal scholen besloten de lestijden aan te passen naar een zogenaamd continurooster, wat in de praktijk betekent dat de eindtijd van school is vervroegd. Dit resulteert in een langere opvangtijd voor kinderen. Daarnaast heeft de organisatie een zwaar jaar achter de rug waarin verlies is geleden. Vanaf het moment dat een school uitgaat tot het moment van sluiting van een locatie wordt personeel ingezet, de betalingen van opvang op basis van gemiddelde uren per dag is niet langer dekkend.

Het voorgaande heeft de ondernemer doen besluiten de uren in de overeenkomst aan te passen naar de werkelijk afgenomen uren. De ondernemer heeft deze wijziging op voorhand ter advies voorgelegd aan de centrale oudercommissie, die instemmend heeft gereageerd.

In het geval van de consument gaat het om een toename van 50,57 uur naar 52,67 uur per kind per maand.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De kern van het geschil betreft de vraag of de ondernemer in de onderhavige zaak gerechtigd was de overeenkomst met de consument eenzijdig te wijzigen. Immers, in de plaatsingsovereenkomst tussen partijen van 20 juni 2018 is opgenomen dat het gaat om opvang gedurende gemiddeld 50,57 uur per maand (berekend over 52 weken per jaar). De ondernemer heeft dit feitelijk gewijzigd naar gemiddeld 52,67 uur per maand.

Algemeen rechtsbeginsel en tevens uitgangspunt in het overeenkomstenrecht is dat gemaakte afspraken onverkort nagekomen dienen te worden en dat een contractspartij een overeenkomst niet eenzijdig kan wijzigen. Dit kan anders zijn als de desbetreffende overeenkomst of de daarvan deel uitmakende algemene voorwaarden een bepaling bevat(ten) die een zodanige wijziging toestaat, als zonder een dergelijke bepaling de ene contractpartij een wijziging voorstelt en de andere contractspartij daarmee instemt of wanneer het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een overeenkomst in ongewijzigde vorm in stand blijft.

Tussen partijen is niet in geschil dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van de ondernemer van toepassing. Artikel 15, eerste lid, van die voorwaarden kent aan de ondernemer het recht toe de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Zwaarwegende redenen zijn volgens dat artikellid in ieder geval wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen.

De ondernemer heeft voor de verruiming van de openingstijden een beroep gedaan op bedrijfseconomische omstandigheden en wijziging van het schoolrooster als gevolg waarvan er een langere opvangtijd voor de kinderen is ontstaan.

De door de ondernemer genoemde omstandigheden rechtvaardigen de eenzijdige wijziging van de overeenkomst door de ondernemer niet. Naar het oordeel van de commissie zijn de door de ondernemer genoemde omstandigheden organisatorische omstandigheden, maar geen bedrijfseconomische omstandigheden, laat staan bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie in gevaar brengen, zoals artikel 15 van de algemene voorwaarden vereist voor een eenzijdige wijziging van de overeenkomst. De ondernemer heeft over laatstgenoemde omstandigheden gesteld dat de ondernemer een zwaar jaar achter de rug heeft, dat er verlies is geleden en dat door de wijziging van de schooltijd het in rekening brengen van gemiddelde opvanguren niet langer dekkend is. De ondernemer heeft deze stellingen niet nader geconcretiseerd of van onderliggende stukken voorzien anders dan door te verwijzen naar de overgelegde jaarrekening 2020.

Gelet op het standpunt van de consument is van instemming met de wijziging geen sprake. Evenmin is gesteld of gebleken dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de overeenkomst in ongewijzigde vorm in stand blijft.

Op grond van de voorgaande overwegingen komt de commissie tot de conclusie dat de ondernemer ten onrechte de overeenkomst eenzijdig heeft gewijzigd. De commissie acht de klacht van de consument daarom gegrond.

Voor zover de ondernemer de vergoeding voor de uitbreiding van de uren reeds van de consument heeft geïncasseerd, dient hij hetgeen hij meer heeft geïncasseerd dan wat de consument op grond van de overeenkomst verschuldigd was aan de consument terug te betalen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Verklaart de klacht van de consument gegrond;

Bepaalt dat de ondernemer aan de consument dient terug te betalen hetgeen hij ten aanzien van de uitbreiding van uren méér heeft geïncasseerd dan wat de consument op grond van de overeenkomst verschuldigd was, indien en voor zover de ondernemer dit reeds heeft geïncasseerd;

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, de heer H. Stel, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 27 augustus 2021.