Ondernemer moet klacht in behandeling nemen na overdracht recreatiepark

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Ontvankelijkheid    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: ontvankelijkverklaring   Uitkomst: ontvankelijk   Referentiecode: 226057/239487

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak betreft een geschil omtrent de ontvankelijkheid van de partijen. De consument stelt zich op het standpunt dat de ondernemer haar argumenten niet meer kenbaar mag maken tijdens een zitting, omdat zij geen inhoudelijke reactie heeft gegeven op de argumenten van de consument. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat zij niet meer in de gelegenheid is om de klacht van de consument in behandeling te nemen, gezien het recreatiepark per oktober 2023 is verandert van eigenaar. De commissie is van oordeel dat de ondernemer wel de aangewezen partij is om de klacht in behandeling te nemen, omdat het recreatiepark ten tijde van het sluiten van de overeenkomst in haar beheer was en zij ook de overeenkomst heeft uitgevoerd.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de ondernemer de juiste partij is om te reageren op de klacht van de consument en in het verlengde daarvan of de consument ontvankelijk is in zijn klacht tegen de ondernemer.

De Geschillencommissie Recreatie (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 4 april 2024 te Utrecht.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de schade die de ondernemer bij de consument heeft verhaald.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft aangevoerd dat het recreatiepark al vanaf 7 januari 2024 de tijd heeft gehad om een inhoudelijke reactie te geven. Nu dat niet gebeurd is, gaat hij ervan uit dat het recreatiepark zich heeft neergelegd bij zijn argumenten. De consument is van mening het recreatiepark haar argumenten niet meer kenbaar mag maken tijdens een zitting en dat een zitting dan ook niet meer nodig is.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het verweerschrift van 9 januari 2024. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer wenst de commissie te informeren dat het recreatiepark sedert oktober 2023 geen onderdeel meer uitmaakt van de ondernemer en dat het beheer van het recreatiepark is overgegaan naar een andere ondernemer. De ondernemer is daarom helaas niet meer in de gelegenheid om namens en voor rekening en risico van het recreatiepark beslissingen omtrent deze klacht te nemen.

Wij verzoeken u daarom uw klacht rechtstreeks te sturen aan de juiste partij.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer is van mening dat hij niet meer de aangewezen partij is om te reageren op de klacht van de consument, nu het beheer van het recreatiepark is overgegaan naar een andere ondernemer. De commissie kan deze zienswijze niet onderschrijven. Blijkens de boekingsbevestiging van 16 mei 2023 heeft de consument een overeenkomst gesloten met de ondernemer. Het is ook de ondernemer geweest die uitvoering heeft gegeven aan die overeenkomst. De stelling van de ondernemer dat het recreatiepark sedert oktober 2023 geen onderdeel meer uitmaakt van de ondernemer en dat het beheer van het recreatiepark is overgegaan naar een andere ondernemer, kan niet worden geverifieerd, nu de ondernemer deze stelling niet heeft onderbouwd met bescheiden. Ten slotte is de commissie in het kader van de beweerdelijke overdracht van het recreatiepark van de ondernemer naar een andere ondernemer niet gebleken van afspraken over hoe om te gaan met nagekomen claims van huurders.

Op grond van het voorgaande is commissie van oordeel dat de ondernemer de aangewezen partij is om de klacht van de consument in behandeling te nemen en dat de consument ontvankelijk is in zijn klacht tegen de ondernemer.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie bepaalt dat de ondernemer de aangewezen partij is om de klacht van de consument in behandeling te nemen en dat de consument ontvankelijk is in zijn klacht tegen de ondernemer.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw J. Hagedoorn, de heer mr. P. Rijpstra, leden, op 4 april 2024.