Schade tengevolge natuurverschijnsel levert in beginsel geen aansprakelijkheid voor de ondernemer op; wel als hij geen actie onderneemt om de schade te beperken

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Zorgvuldigheid ondernemer    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC07-0140

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft schade tengevolge van een lekkende boom.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument huurde voor het seizoen 2007 een goede seizoenstandplaats bij de ondernemer. In november 2006 verplichtte de ondernemer hem een andere standplaats uit te zoeken omdat op het veld waar zijn oorspronkelijke standplaats ligt verhuurtenten zouden komen te staan. De consument zocht een nieuwe plaats uit onder een boom. Eind juli 2007 ontdekte de consument dat de eikenboom waaronder zijn caravan met voortent stond zwarte vlekken veroorzaakte op zijn voor- en zijtent en luifel. De consument stelde de ondernemer hiervan op de hoogte. Een week na het indienen van de klacht heeft een medewerker van de ondernemer de tenten bekeken en foto’s daarvan gemaakt. Daarbij is de toezegging gedaan dat de camping zou zorgdragen voor het schoonmaken van de tenten. Later vernam de consument dat het probleem met de lekkende eikenbomen zich in het verleden ook had voorgedaan, zodat het probleem dus bekend was bij de ondernemer. Toen de consument een plaats onder de boom uitzocht, is hij echter niet gewaarschuwd.   In de maand augustus kwam de consument alleen in het weekend op de camping. De schade werd steeds erger. Hij vernam niets meer van de ondernemer totdat hij op 30 augustus 2007 een brief ontving met de mededeling dat de ondernemer niet bereid was de schade aan de tenten te vergoeden, maar dat hij wel bereid was een korting te verlenen van 10% op een seizoenplaats in 2008. De consument is het niet hiermee eens en verlangt vergoeding van zijn schade. De tenten zijn door een professioneel bedrijf schoongemaakt voor een bedrag van € 235,–. Tengevolge daarvan is het niet meer mogelijk de tent strak te spannen, terwijl de tenten en caravan in 2006 nieuw waren aangeschaft. De aanschafprijs was € 2.082,–.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer wijst er op dat de consument niet verplicht werd een andere standplaats uit te zoeken. Hij werd daartoe in de gelegenheid gesteld omdat op het oorspronkelijk uitgekozen terrein verhuurtenten zouden komen te staan. De consument heeft zelf een nieuwe plaats onder een boom uitgezocht. Degene die een plaats boekt onder een boom zou ervan uit kunnen gaan dat een grote boom in bepaalde perioden vervuiling kan veroorzaken.   Er staan vele eikenbomen op het park. De ondernemer kan niet voorkomen dat deze bomen vuil produceren. Sommige jaren is dat wel het geval, andere jaren niet. De ondernemer zal de plaatsen onder de bomen voortaan alleen nog aan toeristische kampeerders verhuren. Het omkappen van de bomen vormt geen oplossing, want recreanten willen niet op een kaal terrein kamperen. De ondernemer meent niet aansprakelijk te zijn voor schade door vuil producerende bomen, omdat dit een normaal natuurverschijnsel is.   De ondernemer heeft een korting van 10% op een seizoenplaats voor 2008 aangeboden, omdat de consument verhuisde naar het ene van het andere veld en de ondernemer laat heeft gereageerd op de klacht. Overigens heeft de consument in juli 2007 niet schriftelijk bij de ondernemer geklaagd. De consument had aanvankelijk een seizoenplaats voor 2008 geboekt, maar heeft de boeking later geannuleerd.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie is van oordeel dat een ondernemer in beginsel niet aansprakelijk kan worden gesteld voor schade als gevolg van normale natuurverschijnselen die niet te voorkomen is. Het verschijnsel dat bomen vuil kunnen produceren kan als algemeen bekend worden verondersteld zoals menigeen heeft kunnen ervaren na het parkeren van zijn auto onder een boom. De commissie meent echter dat de ondernemer wel is tekort geschoten door na de melding van de schade door de consument wel de schade op te nemen, maar verder niets te ondernemen. Daardoor is de schade omvangrijker geworden dan nodig was. Datzelfde kan ook de consument worden verweten. De schade is geleidelijk ontstaan en had beperkt kunnen worden door bijvoorbeeld de tenten af te dekken met plastic of de caravan met tenten te verplaatsen.   Omdat de consument heeft gehandeld in strijd met zijn schadebeperkingplicht, is de commissie van oordeel dat de schade voor de helft voor rekening van de consument dient te blijven. De commissie meent bovendien dat daarom de waardevermindering van de tenten die wellicht door het schoonmaken is veroorzaakt niet voor vergoeding in aanmerking komt. De ondernemer dient de consument 50% van de schoonmaakkosten ad € 235,– te vergoeden.   De ondernemer heeft aangeboden een korting van 10% op een seizoenplaats in 2008 te verlenen. Aangezien een consument niet gedwongen kan worden vergoeding van zijn schade in de vorm van korting op een volgende boeking te accepteren, acht de commissie de klacht gegrond.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 117,50. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 21 april 2008.