
Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Aanbod
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
THU07-0007
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een volgens de consument op 25 oktober 2006 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich zou hebben verplicht tot het leveren van twee LCD-televisies tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 99,– per televisie. De levering door de ondernemer vond niet plaats. De consument heeft een bedrag van € 198,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument zegt de klacht op 8 november 2006 te hebben voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument is met de ondernemer een koopovereenkomst aangegaan. De ondernemer stelt wel dat het een misverstand betreft omdat de televisies nooit voor de vermelde prijs van € 99,– per televisie kunnen worden verkocht, maar dergelijke apparatuur kost tegenwoordig bijna niets meer en de consument ging er van uit dat de vermelde prijs reëel was. Bovendien heeft de ondernemer de aanbieding nog geruime tijd op de site laten staan, en is sprake van misleiding. Ook ontving de consument een orderbevestiging. De consument verlangt dat de ondernemer de gekochte twee LCD-televisies levert tegen de daarvoor door hem te betalen prijs van € 99,– per televisie. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak en samengevat als volgt. Door een technische onvolkomenheid gevolgd door een computerstoring, stond de bewuste LCD-televisie enige tijd op de website voor een koopprijs van € 99,– per stuk terwijl deze normaal een adviesprijs heeft van ongeveer € 1.200,–. De ondernemer heeft nooit de bedoeling gehad om de bewuste televisie voor de op de website vermelde prijs te verkopen en het ging daarbij om een kennelijke fout. Er is geen koopovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen. Bovendien mocht de consument er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat de prijsvermelding juist was, mede omdat de prijzen voor televisies van het type, omvang en merk als het onderhavige een veelvoud daarvan plegen te bedragen en een dergelijke LCD-televisie zelfs bij stuntaanbiedingen niet voor € 99,– per stuk te krijgen is. Omdat ook een belangenafweging in het voordeel van de ondernemer uitvalt, is het beroep van de consument in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De ondernemer is ook op grond van haar algemene voorwaarden niet tot levering gehouden, nu daarin onder meer is bepaald dat de ondernemer “niet gebonden (is) aan haar aanbod indien sprake is van druk-, zet- of programmeerfouten in haar catalogi, mailings of op de Website”. De ondernemer heeft ook al bij brieven van 27 oktober 2006 en van enkele dagen nadien aangegeven dat de bestelde LCD-televisie verkeerd geprijsd op haar website heeft gestaan en dat de juiste prijs € 1.199,– per toestel bedraagt, maar dat het duidelijk een vergissing en niet een bewuste actie betrof en dat een LCD-televisie zoals de onderhavige niet voor de geadverteerde prijs kan worden aangeboden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie is het navolgende gebleken. Vanaf op of omstreeks vrijdag 20 oktober 2006 werd op de internetsite van de ondernemer de [LCD-TV] te koop aangeboden, waarbij aanvankelijk een prijs werd vermeld van € 99,90. Volgens de nadere beschrijving op de internetsite van de ondernemer was dat een HD-ready LCD-televisie met onder meer een breedbeeldscherm met een diameter van ongeveer 80 centimeter WXGA-display met een resolutie van 1366×768 pixels. Met ingang van maandag 23 oktober 2006 stond op de internetsite van de ondernemer bij die LCD-televisie een prijs vermeld van € 99,–. Vanaf op of omstreeks maandag 23 oktober 2006 werd op verschillende internetfora de aandacht gevestigd op die op de internetsite van de ondernemer te koop aangeboden LCD-televisie. Met ingang van dinsdag 24 oktober 2006 ontstond ook in de overige media een groeiende aandacht voor die op de internetsite van de ondernemer te koop aangeboden LCD-televisie. In reactie op die op de internetsite van de ondernemer te koop aangeboden LCD-televisie, bestelde de consument op 25 oktober 2006 langs elektronische weg twee LCD-televisies. Vrijwel onmiddellijk kreeg de consument toen langs elektronische weg via internet op zijn scherm de mededeling te lezen dat de ondernemer haar dank uitspreekt voor de gedane bestelling en dat een bevestiging van de gedane bestelling naar het e-mailadres van de consument zal worden verstuurd. Binnen enige minuten daarna ontving de consument per e-mail de bevestiging van de gedane bestelling en “de gegevens van uw bestelling”, waarbij ook een prijs van € 99,– per stuk werd vermeld en informatie over de (af)levering werd gegeven. Op of omstreeks donderdag 26 oktober 2006 werd de prijs van € 99,– voor de te koop aangeboden LCD-televisie uiteindelijk van de internetsite van de ondernemer verwijderd. Partijen twisten over de vraag of tussen partijen een koopovereenkomst is tot stand gekomen, waarbij de ondernemer zich zou hebben verplicht tot het leveren van de LCD-televisie tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 99,– per stuk. Omdat een overeenkomst tot stand komt door een aanbod en de aanvaarding daarvan, spitst het geschil zich in het bijzonder toe op de door de ondernemer ontkende geldigheid van het door de consument aanvaarde aanbod. De ondernemer stelt daartoe dat haar wil er niet op was gericht de onderhavige LCD-televisie voor een prijs van € 99,– per stuk aan te bieden. Nu de internetsite van de ondernemer een dergelijk aanbod wel vermeldde, komt de ondernemer echter geen beroep toe op het ontbreken van een daarmee overeenstemmende wil indien de consument dat aanbod redelijkerwijze heeft kunnen en mogen opvatten als een door de ondernemer wèl gewild aanbod. Indien de consument er gerechtvaardigd op kon en mocht vertrouwen dat het op de internetsite vermelde aanbod de wil van de ondernemer weergaf, kwam op basis daarvan een koopovereenkomst tot stand op het moment dat de consument langs elektronische weg de bestelling deed en daarmee het aanbod aanvaardde. Het geschil spitst zich dus meer in het bijzonder toe op de vraag of de consument het op de internetsite van de ondernemer vermelde aanbod om de onderhavige LCD-televisie voor een prijs van € 99,– per stuk te willen verkopen, op het moment waarop deze de bestelling deed redelijkerwijze heeft kunnen en mogen opvatten als een door de ondernemer daadwerkelijk gewild aanbod. Voor de totstandkoming van de door de consument gewenste koopovereenkomst is dus vereist dat de consument er op het moment van de bestelling gerechtvaardigd op kon en mocht vertrouwen dat het op de internetsite vermelde aanbod de wil van de ondernemer weergaf. Een ontkenning of bevestiging door één van partijen van ná het moment waarop de bestelling werd gedaan kan dus wel gevolg toekomen, maar is niet beslissend voor de beantwoording van de vraag of met die bestelling zelf al een overeenkomst is tot stand gekomen. Zo de consument er op het moment van de bestelling gerechtvaardigd op kon en mocht vertrouwen dat het op de internetsite vermelde aanbod door de ondernemer werd gewild, kwam met die bestelling de koopovereenkomst al tot stand en kunnen een dergelijke latere ontkenning of bevestiging daar als zodanig niets meer aan veranderen. Zo de consument er op het moment van de bestelling niet gerechtvaardigd op kon en mocht vertrouwen dat het bewuste aanbod door de ondernemer werd gewild, kwam met die bestelling de koopovereenkomst niet tot stand en ook dan kunnen een dergelijke latere ontkenning of bevestiging daar als zodanig niets meer aan veranderen. De stellingen en stukken van partijen bieden geen grond om te oordelen dat met de bedoelde bevestiging van de ondernemer als zodanig enig ander aanbod werd aanvaard of anderszins opnieuw enige koopovereenkomst tot stand is gekomen. Indien de consument er op het moment van de bestelling niet gerechtvaardigd op kon en mocht vertrouwen dat het op de internetsite vermelde aanbod door de ondernemer werd gewild, had de consument bovendien op zijn minst goede reden moeten hebben te (be)twijfelen of een slechts enkele minuten nadien terug gemailde bevestiging met eenzelfde inhoud door de ondernemer dan wèl werd gewild. Dit brengt mee dat de consument er ook dan op grond van de door de ondernemer terug gemailde bevestiging van de bestelling nog niet zonder meer – en zonder nader bij de ondernemer te informeren – gerechtvaardigd op kon en mocht vertrouwen dat het bewuste aanbod op het moment van die terug gemailde bevestiging door de ondernemer alsnog werd gewild. Op het moment van de bestelling door de consument, werd de LCD-televisie op de internetsite van de ondernemer te koop aangeboden en was daarbij een prijs vermeld van € 99,–. De consumentenkoopprijs van een dergelijke of vergelijkbare LCD-televisie van enig (ander) A-merk pleegde toen elders zelfs bij stuntaanbiedingen tenminste het zevenvoudige van een dergelijk bedrag te bedragen. Het op de internetsite van de ondernemer beschreven aanbod voor de onderhavige LCD-televisie oogde niet echt als een actie of stuntaanbieding, althans was daarbij in ieder geval niet uitdrukkelijk aangegeven dat het om een actie of stuntaanbieding ging terwijl de onderhavige LCD-televisie bovendien niet op enige bijzondere wijze onder de aandacht van potentiële kopers werd gebracht. Voor zover de consument zich op het standpunt stelt dat het op de internetsite van de ondernemer beschreven aanbod voor de onderhavige LCD-televisie wel zou hebben geoogd als een bewuste actie of stuntaanbieding, heeft de consument die stellingname niet nader gestaafd of anderszins aannemelijk gemaakt. Reeds gelet op al deze voornoemde omstandigheden in hun onderlinge samenhang beschouwd, heeft de consument het op de internetsite van de ondernemer vermelde aanbod om de onderhavige LCD-televisie voor een prijs van € 99,– per stuk te willen verkopen, op het moment waarop deze de bestelling deed redelijkerwijze niet kunnen en mogen opvatten als een door de ondernemer daadwerkelijk gewild aanbod. De enkele omstandigheid dat een dergelijk aanbod meerdere dagen op de internetsite van de ondernemer stond vermeld, valt weliswaar de ondernemer toe te rekenen doch maakt nog niet dat de consument er alleen al daarom zonder meer – en zonder nader bij de ondernemer te informeren – gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat het tòch een door de ondernemer gewild aanbod was. Desondanks had de consument op zijn minst goede reden moeten hebben te (be)twijfelen of de ondernemer dat aanbod wel wilde. Dat de consument toen heeft nagelaten nader bij de ondernemer te informeren alvorens de bestelling te doen, doet er niet aan af dat de consument vanwege die reden tot twijfel moet worden beschouwd als iemand die had behoren te weten dat de ondernemer het op de internetsite vermelde aanbod niet wilde. Voor zover de consument bedrog of misleiding door de ondernemer vermoedt, is voor een dergelijk opzettelijk laakbaar handelen van de ondernemer geen enkel aanknopingspunt gebleken. Dat de ondernemer met het op haar internetsite vermelde aanbod zou hebben geprobeerd de consument onrechtmatig tot het sluiten van een koopovereenkomst te bewegen, is ook niet aannemelijk nu juist de ondernemer zelf de bewuste overeenkomst ontkent. Reeds op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de door de consument gewenste koopovereenkomst niet tot stand is gekomen en dat de klacht ongegrond is. Daarbij is dus nog buiten beschouwing gelaten of en in hoeverre de consument had moeten zien dat op de bewuste internetsite van de ondernemer ook vele andere LCD-televisies te koop werden aangeboden, echter steeds voor een bedrag van (soms veel) meer dan € 1.000,– per stuk behalve een viertal voor € 99,– aangeboden artikelen. Bij die vier artikelen ging het volgens de kenbare beschrijving om een “wandhouder” en drie maal een [stereo LCD-TV], maar desondanks waren bij al die vier aanbiedingen zichtbaar steeds andere LCD-toestellen afgebeeld of werd naast die afbeeldingen soms zelfs ook vermeld dat geen foto van de desbetreffende LCD-televisie beschikbaar zou zijn. Daarbij is ook buiten beschouwing gelaten of en in hoeverre de consument vanwege de grote media-aandacht voor het op de internetsite van de ondernemer vermelde aanbod, had kunnen en moeten begrijpen dat het een niet door de ondernemer gewild aanbod betrof. De commissie zal bepalen dat het bij haar in depot gestorte bedrag van € 198,– aan de consument wordt terugbetaald. Gelet op het voorgaande behoeven de overige geschilpunten geen bespreking meer. Daarom wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie wijst het door de consument verlangde af. Bepaalt dat het in depot staande bedrag aan de consument wordt gerestitueerd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 2 april 2007.