Vraag of aankondigingsbrief als opzeggingsbrief in verband met herstructurering kan worden gezien

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Opzegging / Vergoeding    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 205973/208703

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De vraag die partijen verdeeld houdt is of de mededeling van de ondernemer gezien moet worden als aankondiging van een herstructurering of een opzegging van de overeenkomst in verband met een herstructurering. Als het een opzegging betreft, heeft de consument op basis van de RECRON-voorwaarden namelijk recht op een vergoeding. De commissie is van oordeel dat er sprake is van een aankondiging van een herstructurering, want in de brief wordt niet gesproken van een opzegging van de overeenkomst. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Recreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling van de zaak was eerder gepland op de digitale zitting van 5 oktober 2023, maar door technische problemen met het geluid heeft de behandeling van de zaak toen niet kunnen plaatsvinden. In verband daarmee is de zaak opnieuw ingepland.

De behandeling heeft vervolgens plaatsgevonden op 30 november 2023 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De consument werd ter zitting bijgestaan door diens gemachtigde, de heer mr. [naam] van [rechtsbijstandsverzekeraar].

De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door mevrouw [naam] en mevrouw [naam], juridisch adviseur.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft schade wegens herstructurering.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het schrijven van de gemachtigde van de consument van 10 maart 2023. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft zich niet gehouden aan het overeengekomen, getekende contract. Hierdoor heeft de consument aanzienlijke schade geleden. De consument vordert op basis van artikel 12 van de RECRON-voorwaarden dat de ondernemer hem een vergoeding van € 1.600,– betaalt ter zake de kosten die gepaard zijn gegaan met het verplaatsen van het chalet tot buiten het terrein van de ondernemer; dat de ondernemer hem een vergoeding betaalt als tegemoetkoming in de verplaatsingskosten van het chalet van buiten het terrein van de ondernemer naar de nieuwe standplaats op het nieuwe recreatiepark; en dat de ondernemer de consument een vergoeding van € 288,99 betaalt vanwege het gederfde huur- en recreatiegenot.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 9 april 2021 heeft de ondernemer de aankondiging gedaan van de toekomstplannen bij zijn vakantiepark, met daarin de plannen voor herstructurering ten behoeve van het geven van een andere invulling aan verschillende gedeeltes op het park. Uit zorgvuldigheidsoverwegingen heeft de ondernemer gemeend er goed aan te doen om – zodra een groot deel van het herstructureringsplan gestalte begon te krijgen – de chaleteigenaren alvast te informeren over de plannen van herstructurering, zodat zij nog ruim drie jaar de tijd zouden hebben te bedenken wat zij met hun chalet wilden doen. Er was geen sprake van een opzegging door de ondernemer in april 2021; er werd slechts transparantie geboden over het verwachte toekomstperspectief. Gezien het feit dat de ondernemer met jaarcontracten werkt voor de chaleteigenaren, én op het moment van aankondiging nog geen concreet uitvoerbaar plan ter inzage beschikbaar had, was een opzegging niet aan de orde. Sterker nog, een opzegging op dat moment zou prematuur zijn geweest, zo volgt onder andere uit de uitspraak ECLI:NL:GHDHA:2014:17, r.o. 4.2. Er waren op dat moment nog geen vergunningen door de ondernemer aangevraagd en ook was nog niet bekend hoe de plannen exact zouden worden uitgevoerd. De ondernemer maakt tevens de verwijzing naar twee eerdere zaken die recentelijk via de commissie in behandeling zijn geweest betreffende klachten tegen hem, waarin het aspect van het ontbreken van een opzegging wegens herstructurering ook aan de orde is gekomen (zaaknummer 167393/169600 en 169661/181457). In beide zaken is de eis van de recreanten afgewezen. Aanvullend hierop wijst de ondernemer naar een zaak uit 2020 tegen een ander vakantiepark met een vergelijkbare eis, waarnaar de ondernemer graag verwijst (zaaknummer 11286/14970). Ook hier heeft de commissie de eis van de recreant afgewezen. De recreant had zelf voortijdig het contract opgezegd, waardoor een verhuisvergoeding niet aan de orde kon zijn.

Volgens de brief van de ondernemer op 9 april 2021 zou binnen de herstructurering ook de plek van de consument (voormalig plek 24) komen te vallen. Er wordt echter duidelijk beschreven dat de standplaats van het desbetreffende chalet zal komen te vervallen op 31 december 2024. Met deze aankondiging van herstructurering is duidelijk gemaakt dat het chalet nog tot en met december 2024 kan blijven en gebruikt kan worden onder de nieuw verstrekte voorwaarden.

Het is de eigen keuze van de consument om eerder weg te gaan. Ook de opzegging van de jaarovereenkomst op 6 oktober 2022 geeft duidelijk weer dat de consument het bericht van de ondernemer heeft gezien als een aankondiging van herstructurering: ‘In april 2021 kregen wij bericht inzake een aankomende herstructurering’. De bovengenoemde aankondiging in april 2021 is naar mening van de ondernemer geen opzegging wegens herstructurering en kon dit ook niet zijn, zodat een eventuele vergoeding voor verhuiskosten of verplaatsingskosten niet aan de orde is en de keuze om het jaarcontact op te zeggen de eigen keuze van de consument is geweest. Graag verwijst de ondernemer hiervoor naar de eerdere communicatie per e-mail met de general manager op 1, 9, 14 en 23 november 2022. Graag voegt de ondernemer de reactie van de RECRON-accountmanager toe met daarin de reactie op de verplaatsingsvergoeding. Deze bevestigt dat een verplaatsingsvergoeding hier niet aan de orde is.

De consument geeft tevens aan een derving aan recreatief huurgenot te hebben ondervonden door de werkzaamheden op het perceel naast het desbetreffende chalet. Er hebben inderdaad voorbereidende werkzaamheden plaatsgevonden ter voorbereiding op de plaatsing van een nieuw [project].

Deze vonden plaats in de periode van september en begin oktober 2022 op het perceel naast voormalig plek 24. Echter, vanwege afwezigheid van de consument gedurende deze maanden, kan hij hier geen concrete derving van huurgenot door hebben ondervonden. Gedurende de periode van uitvoering van de werkzaamheden en de plaatsing van [het project] is het voormalige pad naar plek 24 komen te vervallen. Voor de ontstane situatie is reeds excuses aangeboden in de e-mail van de general manager op 1 november 2022. Daarnaast is na melding door de consument van het ongemak direct gekeken naar een oplossing om snel en adequaat de toegang tot het chalet begaanbaar te maken. Deze oplossing heeft geresulteerd in het verwijderen van een laurierstruik. De ondernemer betwist dat het verwijderen van deze laurierstruik aanleiding is geweest voor de derving van het recreatieve huurgenot, aangezien er in de directe omgeving van het voormalige chalet 24 geen andere bouwwerkzaamheden meer zijn geweest. Het enkel verwijderen van de laurierstruik kan niet leiden tot derving van het huurgenot in de mate waarover de consument spreekt.

Ondanks het beweerde, verminderde recreatieve huurgenot van de consument is de beslissing van het opzeggen van de pachtovereenkomst op 6 oktober 2022 de eigen keuze van de consument geweest. Dat hij gedurende de verhuisperiode tevens een derving van huurgenot heeft ervaren, is geheel te verwijten aan zijn eigen keuze om te vertrekken en is niet het gevolg van gedragingen van de ondernemer. Het chalet stond gedurende de periode januari tot en met maart tot vrije beschikking van hem, dus er kan geen sprake zijn van derving van huurgenot door toedoen van de ondernemer. Deze heeft ondanks de aangegeven opzegging van de consument op 6 oktober 2022 besloten om een uitzondering te maken op de aanvraag op 10 december 2022 voor het verlengen van het contract met drie maanden, met uiterlijke oplevering van de plek op 1 april 2023. Er is overigens geen minnelijke oplossing tot stand gekomen tussen de consument en de ondernemer.

Concluderend is de ondernemer van mening dat er geen sprake kan zijn van enige verplichting tot vergoeding jegens de consument, waardoor de gestelde aansprakelijkheid en eis zouden moeten worden afgewezen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Bij schrijven van 9 april 2021 heeft de ondernemer aangekondigd dat op termijn een herstructurering gaat plaatsvinden voor het deel van het vakantiepark waarop het chalet van de consument zich bevindt.

De consument heeft zich op het standpunt gesteld dat de ondernemer reeds bij voornoemd schrijven heeft opgezegd wegens herstructurering. Op grond daarvan maakt de consument aanspraak op de vergoedingen die zijn genoemd in artikel 12 van de RECRON-voorwaarden. Naar aanleiding van het schrijven van 9 april 2021 heeft de consument zijn huurovereenkomst met de ondernemer opgezegd.

De ondernemer daarentegen heeft gesteld dat met het schrijven van 9 april 2021 slechts een aankondiging is gedaan van de toekomstplannen voor het park van de ondernemer, met daarin de plannen voor herstructurering. Volgens de ondernemer was er met eerdergenoemd schrijven dan ook geen sprake van een opzegging, temeer niet omdat er op dat moment nog helemaal geen sprake was van een concreet en uitvoerbaar plan.

De vraag waar de commissie zich voor gesteld ziet, is hoe het schrijven van de ondernemer van 9 april 2021 gekwalificeerd dient te worden: als een opzegging in verband met herstructurering, of als een aankondiging van een herstructurering.

De commissie is van oordeel dat de betreffende brief niet anders kan worden gekwalificeerd dan als een aankondiging van een herstructurering. De brief is algemeen van aard, in die zin dat hij is gericht aan alle chaletbewoners van het vakantie-/recreatiepark van de ondernemer, en het onderwerp van de brief luidt als volgt: ‘aankondiging herstructurering [van het vakantiepark van de ondernemer]’.

Nergens in de brief wordt vermeld dat de huurovereenkomsten van de chaletbewoners worden opgezegd wegens herstructurering. Integendeel, aangegeven wordt dat de chaletbewoners na 1 januari 2022 de drie daaropvolgende jaren nog op het vakantiepark kunnen verblijven, op voorwaarde dat wordt voldaan aan een aantal aanvullende voorwaarden. Uit de e-mail die de consument de ondernemer naar aanleiding van de brief heeft gestuurd, blijkt overigens dat hij die brief niet als een opzegging wegens herstructurering, maar als een aankondiging van een toekomstige herstructurering heeft gezien (‘in april 2021 kregen wij jullie bericht inzake een aankomende herstructurering’). Die aankondiging heeft de consument doen besluiten om de huurovereenkomst met de ondernemer op te zeggen. Ten slotte is voor de commissie komen vast te staan dat er op de datum van verzending van de brief nog geen sprake was van een concreet en uitvoerbaar plan, wat wel een voorwaarde is voor het rechtsgeldig kunnen opzeggen wegens herstructurering.

Nu de consument er om hem moverende redenen voor heeft gekozen om de huurovereenkomst met de ondernemer vroegtijdig op te zeggen, dat wil zeggen vóórdat de ondernemer de huurovereenkomst met de consument heeft opgezegd wegens herstructurering, is artikel 12 van de RECRON-voorwaarden niet van toepassing en kan de consument geen aanspraak maken op de vergoedingen die in dat artikel worden genoemd. Het klachtonderdeel dat hierop ziet, zal ongegrond worden verklaard.

De consument heeft voor het overige aangevoerd dat er sprake is van gederfd huur- en recreatiegenot, in het verlengde waarvan hij verlangt dat de ondernemer hem daarvoor een vergoeding van € 288,99 betaalt. Desgevraagd heeft de consument ter zitting verklaard dat de derving van het huur- en recreatiegenot een gevolg is van het verwijderen van een laurierstruik. Dit is gebeurd in oktober 2022 met als doel om de toegang tot het chalet weer mogelijk te maken. Dat betekende echter een inbreuk op zijn privacy, aldus de consument. Met de ondernemer is de commissie van oordeel dat de enkele verwijdering van de laurierstruik niet heeft geleid tot de derving van het huur- en recreatiegenot in de mate waarin de consument spreekt. De commissie ziet dan ook geen aanleiding tot toewijzing van de door de consument verlangde vergoeding Dit klacht onderdeel zal eveneens ongegrond worden verklaard.

Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht integraal ongegrond verklaren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw J. Hagedoorn, mevrouw mr. J.M. Huysman- Hartkamp, leden, op 30 november 2023.