Commissie beveelt jaarlijkse saldering bij opstellen jaarrekening

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: salderingsregeling / Tarief    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 224129/227039

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagt over de wijze van salderen door de ondernemer. Hij wil dat dient afgerekend tegen
het gewogen gemiddelde tarief van dat jaar dan wel volgens de formule van de uitspraak van de commissie
met referentiecode 176966/180487.

De uitspraak

Beoordeling
Vast staat dat de ondernemer een jaarfactuur naar de consument heeft gestuurd waarin niet op jaarbasis
het verbruik en de terug levering wordt gesaldeerd maar per tarief periode voor het in die periode geldende
tarief.

De ondernemer stelt zich op het standpunt dat zij al sinds jaar en dag op deze wijze saldeert. Er wordt altijd
gekeken tegen welk tarief energie wordt afgenomen en wat het tarief is wanneer energie terug op het net
wordt gezet.

Dat hier in het verleden niet of nauwelijks over werd geklaagd heeft te maken met het feit dat 1.) tarieven
voorheen voor één of meerdere jaren vaststonden en 2.) dat de kale leveringstarieven in de recente
geschiedenis nauwelijks veranderden – tot de huidige energiecrisis. Volgens de ondernemer klopt de wijze
waarop zij saldeert. Dit heeft deels te maken met het feit dat zij vanuit de ACM de (verder geheel terechte)
verplichting opgelegd hebben gekregen dat het energieverbruik van de gebruiker met een slimme meter
herleidbaar is en dat ze hierdoor de daadwerkelijke verbruiken (van een periode) afrekenen tegen de
daadwerkelijke tarieven (van een periode). Hier valt ook het terug leveren van energie onder. Zij verwijst
naar het amendement van kamerlid Bontebal van 26 januari 2023 in de Tweede Kamer waaruit blijkt dat de
Tweede Kamer het eens is met de wijze waarop de ondernemer saldeert en dat ook wettelijk wil
vastleggen. Ook de Geschillencommissie zelf heeft regelmatig geoordeeld, aldus de ondernemer, dat dit de
juiste manier van salderen is.

De uitspraak waar de ondernemer in dit verband naar verwijst, betreft een zaak waarbij het ging om een
zakelijke gebruiker die gedurende het jaar meerdere opeenvolgende contracten had afgesloten met
dynamische tarieven. Vast staat dat het in deze zaak gaat om een kleinverbruiker die een contract heeft
met een variabel tarief.

In haar beslissing van 28 november 2022 (referentiecode 183496/18732) heeft de Geschillencommissie
geoordeeld – kort gezegd – dat uit artikel 31c Elektriciteitswet 1998 voor kleinverbruikers volgt dat het hele
jaarverbruik met de in dat jaar ingevoede (terug geleverde) stroom gesaldeerd moet worden.
De kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL: RMNE: 2023:788) is in zijn vonnis van
1maart 2023 tot hetzelfde oordeel gekomen. Dit volgt niet expliciet uit de tekst van het wetsartikel maar wel
uit de wetsgeschiedenis. Ook minister Jetten van Klimaat en Energie heeft deze uitleg onderschreven en
hierover inmiddels in een wetsvoorstel (nummer 35.594) bij de Tweede Kamer neergelegd. Dat kamerlid
Bontebal hier een amendement op heeft voorgesteld met dezelfde uitleg als de ondernemer voorstaat,
betekent niet dat de ondernemer nu al een met de bedoeling van de wetgever tot op heden strijdige
interpretatie aan artikel 31c Elektriciteitswet mag geven.

Uit het voorgaande volgt dat de ondernemer op jaarbasis eerst de hoeveelheid onttrokken en terug
geleverde elektriciteit tegen elkaar moet wegstrepen en daarna het restant aan de consument mag
factureren. In de beslissing van de geschillencommissie van 28 november 2022 is aangegeven op welke
wijze dient te worden omgegaan met het factureren van hetgeen resteert na de jaarlijkse saldering in een
situatie waarbij het tarief in de factuurperiode varieert en niet voor alle tijdvakken eenzelfde tarief geldt.
Door deze wijze van berekening wordt – meer dan bij het primaire standpunt van de consument waarbij zou
moeten worden afgerekend tegen het gewogen gemiddeld tarief op jaarbasis – recht gedaan aan het
gegeven dat partijen een per tijdvak variabel tarief zijn overeengekomen.

Dit alles betekent dat de klacht van de consument gegrond is. De ondernemer dient een gecorrigeerde
jaarrekening/factuur op te stellen waarbij op jaarbasis is gesaldeerd. Wat kan worden gefactureerd met
betrekking tot hetgeen resteert, dient te worden berekend aan hand van de formule als weergegeven in de
hiervoor weergegeven beslissing van de commissie van 28 november 2022.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Bepaalt dat de ondernemer een gecorrigeerde jaarrekening/factuur opstelt waarbij op jaarbasis is
gesaldeerd. Wat kan worden gefactureerd met betrekking tot hetgeen alsdan resteert, dient te worden
berekend aan hand van de formule als weergegeven in de hiervoor weergegeven beslissing van de
commissie van 28 november 2022 (referentiecode 183496/18732).

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50
aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.

Deze behandelingskosten worden geheel betaald.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mevrouw mr. E.A.G.M. van Rens,
voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, de heer drs. L. van Rootselaar, leden, op 27 november 2023.