Commissie: Reizen
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: voorbeslissing
Uitkomst: ontvankelijk
Referentiecode:
223993/234330
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De vakantie van de consument is vanwege overboeking van het vliegtuig niet doorgegaan. De consument verlangt compensatie van de kosten die hij heeft moeten maken. De ondernemer is van mening dat de consument niet-ontvankelijk is in zijn klacht, omdat hij niet zou hebben voldaan aan de meldplicht, zoals bedoeld in art. 12 van de ANVR-Reizigersvoorwaarden. De commissie ziet geen aanknopingspunten om de consument niet-ontvankelijk te verklaren. De zaak wordt daarom verder in behandeling genomen.
De commissie heeft later in de procedure via een tussenadvies aanvullende informatie opgevraagd. Ten slotte heeft de commissie einduitspraak gedaan.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de consument in zijn klacht ontvankelijk is.
De Geschillencommissie Reizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 december 2023 te Den Haag.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
De ondernemer heeft onder meer aangevoerd dat de consument niet ontvankelijk moet worden verklaard waardoor de zaak niet inhoudelijk zou kunnen worden behandeld
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Het gaat om een pakketreis voor twee personen naar Marbella, Costa del Sol in Spanje die bij de ondernemer geboekt en betaald op 5 mei 2022 via [het boekingskantoor]. Deze vakantie hebben wij wegens overboeking niet genoten. Wij hebben geen geld, compensatie of iets dergelijks van de ondernemer en ook niet van [het boekingskantoor] ontvangen. Wij hebben diverse extra kosten gemaakt in Brussel in verband met overnachting in een hotel, eten en drinken, taxi, treinkaartjes, telefoon, en dergelijke.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Volgens de toepasselijke reisvoorwaarden, waaronder artikel 12 lid 1 van de toepasselijk ANVR-voorwaarden dient de reiziger, indien een probleem zich voordoet bij de uitvoering van de reisovereenkomst, onverwijld de reisorganisator daarvan in kennis te stellen.
Dat had de consument ook in dit geval moeten doen waarna het op de weg van ondernemer had gelegen om met haar expertise en contacten een kostenbesparende oplossing of alternatief te vinden om alsnog correcte uitvoering te kunnen geven aan de reis- en vervoersovereenkomst, bijvoorbeeld door de consument alsnog op een andere vlucht te boeken. Nu verkeerde [het boekingskantoor] en de ondernemer in de veronderstelling dat de consument alsnog op vakantie was vertrokken en heeft de consument pas een week na de datum van geplande terugkomst laten weten dat hij in het geheel niet vertrokken is. In aanmerking genomen dat de consument niet aan de meldingsplicht op grond van de toepasselijke reisvoorwaarden, waaronder artikel 12.5 van de ANVR-voorwaarden heeft voldaan en de ondernemer daardoor niet in de gelegenheid heeft gesteld een oplossing en/of alternatief te vinden, verzoekt de ondernemer de Geschillencommissie de vorderingen van de consument af te wijzen. De klacht is immers in de gegeven omstandigheden ongegrond.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Voor de commissie ligt de vraag voor of de consument ontvankelijk is in zijn klacht dat wil zeggen of die aanmerking komt voor een inhoudelijke beoordeling door de commissie. Daarvoor zijn de volgende feiten relevant.
De consument heeft een reis naar Marbella geboekt voor de periode van 15 mei 2022 tot en met 20 mei 2022. Op 16 mei 2022 heeft [het boekingskantoor] een e-mailbericht van de consument ontvangen ertoe strekkende dat hij gestrand was in Brussel en dat hij graag alsnog die avond meegaat naar Malaga. Op 27 mei 2022 heeft de consument laten weten dat hij in het geheel niet op vakantie is geweest, waarna [het boekingskantoor] de klacht heeft doorgezonden aan de ondernemer als reisorganisator.
De commissie ziet geen aanknopingspunt om de consument op voorhand niet-ontvankelijk te verklaren in de procedure. De zaak kan aldus gepland worden voor een inhoudelijke beoordeling.
Op grond van het voorgaande is de consument ontvankelijk in de klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument wordt in de klacht ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer mr. O.P.G. Vos, voorzitter, de heer J.J.M. Crijnen, mevrouw A. Pols-Verweij, leden, op 6 december 2023.